Deutschland schafft sich ab

Het moest een studie van het sociaal-economisch perspectief van Duitsland worden. Het werd een aanklacht tegen de mislukte integratie. Deutschland schafft sich ab sloeg in als een bom. Thilo Sarrazin werd een superster, die niet meer onbeschermd in het openbaar kan rondlopen. In politici en journalisten heeft hij weinig vertrouwen meer. En dus toert hij rond door de republiek en verkondigt hij zijn boodschap rechtstreeks aan het volk. Verslag vanuit Menden, Sauerland.

Door

Paul van Gageldonk namens Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad

Alleen het rode streepje in zijn grijze stropdas verraadt enige frivoliteit. Grijs haar, grijze snor, semi-klassiek montuur. Thilo mag dan afstammen van joyeuze Lotharingers, maar hij heeft de uitstraling van een boekhouder die in dienst is bij een middelgroot bedrijf. Vinden we het gek? Hij is als financieel expert, ex-bestuurder van de Bundesbank en stuurman achter de economisch hereniging tussen Oost- enWest-Duitsland gepokt en gemazeld in de wereld van de cijfers. Maar achter dat brave hendrik-gelaat bleek veel wrok en venijn schuil te gaan. Op een dag had Thilo genoeg van de stand der zaken in zijn bondsrepubliek, verzamelde hij alle cijfers, tabellen en statistieken over geboorten, migranten en werkloosheid en schoot hij ze in de zomer van dit jaar als een mitrailleur op de Duitsers af.

Van Deutschland schafft sich ab zijn tot nu toe 1,2 miljoen exemplaren verkocht. Het is daarmee het boek met de grootste oplage in het naoorlogse Duitsland. En Thilo is nog lang niet klaar. Wel met politici en journalisten. Hij draaft niet meer op in talkshows, zegt hij. En geeft ook geen interviews meer, sinds hij het idee kreeg, dat juist degenen die hem zo bekritiseren, er blijk van geven dat ze zijn boek niet gelezen hebben. Vooral de linkse politici en de linkse media. Waar hebben we dat geluid eerder gehoord?

Op zoek naar meer begrip (en nog hogere verkoopcijfers) besloot Thilo het hartland van de republiek in te trekken met een serie lezingen. Vanavond is hij in Menden, een slaperig stadje aan de rand van het Sauerland, even buiten het Ruhrgebied, waar migranten een belangrijke bijdrage leverden aan het Wirtschaftswunder. Hier wordt hij ontvangen als een popster. Hij is de darling van de gegoede burgerij van Menden, die met ruim achthonderd, voornamelijk senioren, de theaterzaal van de oude burcht Wilhelmshöhe al twee maanden tevoren heeft doen uitverkopen.

Naast mij zit zo iemand. Grijs haar, grijze snor, semi-klassiek montuur. Jürgen, 66, ex-verzekeringsagent te Ahlen (iets verderop), is alleen wat dikker dan Thilo. Hij klapt de handen stuk als zijn held op het podium verschijnt. Voor degenen die zijn boek nog niet gelezen hebben dan wel kritiek op hem uiten legt Thilo het nog één keer uit. Duitse vrouwen produceren al vier decennia lang slechts 1,4 kind, van wie 0,6 dochter. Over vijf generaties zijn er bijna geen autochtone Duitsers meer, waarschuwt de Berlijner. Buurman Jürgen schrikt er zichtbaar van. Het wordt nog erger. Want juist vrouwen met een hogere opleiding maken weinig tot geen baby’s. Ergo: het intellectuele peil van de autochtone Duitse bevolking zal ook nog eens dalen. Na, so was! gaat het door de zaal.

We gaan naar de climax. Als het niet van de Duitsers moet komen, dan dus van de migranten. Die gaan wél stevig door met het produceren van nageslacht. Migranten: niets op tegen. Zolang het Oost-Europeanen en Vietnamezen zijn, want die zijn goed geïntegreerd in de Duitse samenleving. Honderdduizend Polen in Berlijn: je merkt er niets van. Al die Russen in Oost-Brandenburg: je ziet ze niet eens. Het probleem ligt bij de migranten uit de islamitische landen. Ze zijn laag opgeleid en houden vast aan hun cultuur en religie, waardoor ze nooit een onderdeel van de Duitse samenleving worden. Extra complicatie 1: ze willen niet eens integreren. Extra complicatie 2: moslims worden steeds conservatiever en daar worden met name vrouwen het slachtoffer van. Zie de hoofddoekjes en de boerka’s.

Wat te doen? Verplicht Duits leren en spreken als eerste taal voor migranten, vindt Thilo. En straks alleen mensen toelaten met goede opleidingen en vaardigheden. Anders schaft Duitsland zichzelf af. Sie sollen sich das überlegen, besluit Thilo, met veel gevoel voor dramatiek. Donderend applaus. Richtig, richtig! roept buurman Jürgen, die in Ahlen middenin een wijk met vijfduizend Turken woont.

Eentje van hen rept zich naar de interruptiemicrofoon. Een jongeman die vertelt dat hij als jongetje op school herhaaldelijk werd gediscrimineerd, zonder dat de juf ingreep. Hoe moet je je ontwikkelen, als je niet geaccepteerd wordt, vraagt hij zich hardop af. Discriminatie is niet goed, antwoordt Sarrazin. Maar weet de jongen ook dat Turkse mannen vrouwelijke docenten niet accepteren? Zo, die zit, knikt Jürgen. De jongen geeft niet op en vraagt hoe Thilo erbij komt dat Turkse Duitsers slecht presteren op school? Sarrazin noemt het paginanummer van zijn boek, waar de tabel met cijfers te zien is. Klasse! vindt Jürgen.

Een Turks meisje van de derde generatie vraagt waarom ze de taal van haar vader nu opeens moet vergeten? Hoeft ze niet van Sarrazin. Maar ze moet voortaan wel vloeiend Duits spreken, als ze wil slagen in het land van de Goldene Brücke, zoals hij het vaderland noemt. Een wat oudere Turkse vrouw (Ich bin eine Menderin, verklaart ze plechtig) wekt de toorn van de zaal, als ze een statement geeft: ik ben Duitse, maar ik wil geen Duitse zijn, als ik per se christen moet zijn. De goede verstaander begrijpt het. Maar de zaal heeft genoeg van al die negativiteit. Aufhören! roepen Jürgen en vele andere mannen in koor. Genoeg met de kritiek op Thilo. Tijd om te signeren. En ook tijd voor een interview met de Hollandse krant. De Duitse pers kan Thilo geheel gestolen worden, maar de Hollander krijgt nog het voordeel van de twijfel.

Sarrazin blijkt zelf zeer verrast door de response die hij krijgt met zijn boek. „Het was de bedoeling dat ik een boek zou schrijven over de sociaal-economische perspectieven van Duitsland. Toen ik bezig was met de research las ik het immigrationsbericht van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Daarbij viel op dat de groepen immigranten op één grote hoop worden gegooid. Toen ik vroeg om uitsplitsing naar nationaliteit was het antwoord: doen we niet, we discrimineren niet. Ik ging op zoek naar de juiste cijfers. En hoorde het verhaal van mijn ouders. In de veertig jaar, die ze in Recklinghausen-Noord wonen, is de bevolking in hun straat zo verislamiseerd, dat ze zich er niet meer thuis voelen. Ik hoorde deze verhalen overal in Duitsland. Ik heb het boek omgegooid. Want dit is het thema, dat de toekomst van ons land bepaalt.”

Het zou aanvankelijk Deutschland Dämmerung gaan heten. „Maar dat klonk iets te Wagneriaans.” Hij hoopte op 50.000 verkochte exemplaren. „Vond mijn vrouw te hoog ingeschat voor wat  zij een ‘saai’ boek noemde. De uitgever ook. Die wilde niet verder gaan dan 25.000 exemplaren voor de eerste druk. Ik heb met dit boek, achteraf bezien, heel veel Duitsers bevrijd van een druk. Als een ventiel, dat leegloopt.”

Hij had het boek niet kunnen schrijven als hij nog ambtsdrager was geweest. „Dan kun je dit soort dingen niet in het openbaar zeggen. Het is nog steeds een taboe-onderwerp in Duitsland. De linkse politiek wil er niet over praten. En de pers citeert mij voortdurend verkeerd, in een poging om mij in een bepaalde hoek te zetten. Mijn uitspraken over etnische oorsprong en intelligentie, dat was pure ironie, maar men heeft het niet willen begrijpen. In talkshows werd ik steevast geplaatst naast een 68-jarige Turkse handarbeider, een linkse moderator en een mooie jonge hoog opgeleide Turkse vrouw. Ik was dus steevast de booswicht. Daar had ik schoon genoeg van. Ik heb twee maanden lang niets gelezen en geen tv gezien. ”

Sarrazin vindt dat Duitsland zijn lessen moet trekken uit de Hollandse situatie. ,,Bij u is Wilders aan de macht gekomen, omdat de grote partijen de discussie over migratie en integratie consequent uit de weg zijn gegaan. Dat beangstigt me. Dan krijg je populisme. Dat grote groepen mensen achter een demagoog aanhollen. Dat hebben we al eens meegemaakt. Herr Wilders is een intelligente man en in Holland speelt hij een bepaalde rol. Maar wij hebben geen behoefte aan een Duitse Wilders. Alsjeblieft niet.”

Einde interview, besluiten zijn drie bodyguards. Veiligheidsrisico. Het wordt te druk om Sarrazin. En er moeten nog wat boeken gesigneerd worden. De laatste in de rij is de Turkse jongen met de kritische vragen. Thilo mag dan niet zijn held zijn. Maar Thilo is nog steeds hot.

 

‘Wij riepen dit veertig jaar terug al’

Het boek Deutschland schafft sich ab van SPD-politicus Thilo Sarrazin slaat een flinke deuk in het nog kersverse imago van Duitsland als multiculturele samenleving. Gevolg: felle discussies en grimmige demonstraties. Tussen Kebab & Sauerkraut is een serie artikelen van Paul van Gageldonk, waarin Duitsers aan het woord komen die een opmerkelijke rol spelen in dit spraakmakende debat.

Door

Paul van Gageldonk namens Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad

duitsland1

Matthias Wächter (links) en Axel Thieme, kaderleden van de NPD Foto: Stefan Koopmans

Het is niet zo bedoeld. Maar de setting lijkt op die van een film over ondergronds verzet. In een betonnen kelder van een flatgebouw in Dortmund-West staan een tafel, een paar stoelen en een oude fauteuil.

Dit is het ‘kantoor’ van Matthias Wächter (28), beroepsbemiddelaar. Hij ziet de ironie ook wel. Matthias mag nog blij zijn dat hij een beroep heeft, stelt hij vast. Want als je kaderlid bent van de extreemrechtse Nationaldemokratische Partei Deutschlands (NPD), dan ben je volgens hem in Duitsland behoorlijk besmet. Zoals zijn oudere partijgenoot Axel Thieme (61). Thieme werkt als verkoper bij een firma, waarvan hij de naam niet wil noemen. „Dan kom ik in de problemen en mijn chef ook.Wij kunnen niet overal solliciteren. De Bundesverfassungsschutz (zeg maar de Duitse AIVD – PvG) blijft ons achtervolgen. Letterlijk. Ze hebben het recht om onze huisbazen en onze werkgevers in te lichten en van alles over ons te vragen.’’

Terwijl volgens Thieme de partij niet meer doet dan te strijden tegen iets waar anderen reeds langere tijd voor waarschuwen. „Bondskanselier Helmut Schmidt riep destijds geregeld dat we niet zoveel buitenlanders moesten opnemen. Thieme is geboren en getogen in Dortmund-Noord en heeft veel zien veranderen in zes decennia. ,,Ik herken mijn eigen wijk niet meer. Er zijn zóveel Aziaten komen wonen, dat het niet meer op Duitsland lijkt. Ze hebben Duitsland ook niet meer nodig. Ze praten alleen maar Turks. Ze hebben uit Turkije hun eigen cultuur geïmporteerd, samen met de vrouwen, waarmee ze trouwen. Ze hebben hun eigen moskeeën, winkels, restaurants, cafés, reisbureaus, advocaten en artsen. Ik heb die wijk geleidelijk zien transformeren. De criminaliteit is er zeer hoog. Er vindt veel geweld plaats. Duitsers hebben daar niets meer te zoeken. Wie nog kan, maakt dat-ie daar wegkomt.’’

Oorzaak? Thieme: „De linkse partijen, de SPD en de Grünen, hebben dat bevorderd. Deels vanwege onze roemloze geschiedenis. Ze willen vanwege hun schuldbewustzijn geen Duitser meer zijn, maar onderdeel van een multiculti samenleving. En de CDU heeft zitten slapen, al dan niet bewust.”

De NPD neemt een ondubbelzinnig standpunt in ten aanzien van buitenlanders. Wächter: „Buitenlanders hebben niet het recht om hier werk op te eisen. Wij zeggen: een stop op buitenlanders. Waar nu integratiebureaus zijn, vorm je ze om tot terugkeerbureaus: maak het ze mogelijk om een nieuw leven in hun eigen land te beginnen. Daarnaast krijgt bij elke vacature een Duitser voorrang boven een buitenlander. Kan men geen gekwalificeerde Duitser vinden, dan kan een buitenlander in aanmerking komen, mits hij vloeiend Duits spreekt. Dat geldt ook voor buitenlanders die hier geboren zijn. In onze ogen ben je alleen Duitser als je Duitse ouders hebt.”

En asielzoekers? Thieme en Wächter kijken elkaar aan. Nee, daar is in principe geen plaats voor. Landen in Afrika helpen met de opbouw van hun land, dat zou nog kunnen. Maar mensen hier naar toe halen, die daar ontevreden zijn: onzin. Duitsland gooit al genoeg geld over de balk.

Wächter en Thieme worden een beetje moe van de manier waarop politici en media in Duitsland met de NPD-standpunten omgaan. ,,Als je de begrippen identiteit en volk gebruikt, slaan bij sommigen de stoppen meteen door. Dan word je als rechtsextremist betiteld, als braune Sosse. Of als nazi.”

Tot nu toe, zeggen ze, werden ze in de Duitse media genegeerd vanwege deze standpunten. En nu zien ze dat hun ‘oude’ standpunt over immigratie inmiddels zelfs salonfähig geworden is in de media. Met dank aan Thilo Sarrazin. Thieme: „Het geeft aan dat heel veel Duitsers jarenlang te bang zijn geweest om hun standpunt te uiten. En nu nog eigenlijk. Wij spreken ons al veertig jaar lang over dit onderwerp uit. Maar er is moed voor nodig. Wie zich in Duitsland zo uitspreekt zoals uw GeertWilders, die weet het zeker.: EDK, Ende Der Karriere, zeggen wij Duitsers dan. Die worden monddood gemaakt. Klammheimlich, heel stilletjes, in het geheim.

En heel gründlich, zoals wij Duitsers dat kunnen. Verschillende mensen in onze partij hebben dat ervaren. De media in Duitsland spreken over ons, maar nooit met ons. Nu Sarrazins ideeën populair geworden zijn, merken wij ook dat men ons meer gaat waarderen. De meeste mensen in Duitsland denken precies zoals wij. Maar het blijft vooralsnog bij een stille steun. Als we demonstreren of ergens met een informatiestand staan, krijgen we altijd veel bijval. Maar lid worden van onze partij is voor veel van onze aanhangers nog altijd een enorme stap. Als NPD zijn wij nog altijd zeer besmet.”

Niettemin gaat de NPD met frisse moed verder. Er valt nog heel wat te demonstreren in het Ruhrgebied. Tegen de bouw van een nieuwe minaret in Bochum bijvoorbeeld. Thieme: „De minaret is het machtssymbool van de islam. Het is de vlag van de parallelle maatschappij. Op langere termijn staat Duitsland echt voor de keuze: multiculti ondergang of Duitsland voor de Duitsers. Zo simpel is het.”

 

‘Tegen Duitsers zeg ik ook niet: ga maar terug naar Mallorca’

Door

Paul van Gageldonk namens Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad

duitsland2

Tanju Yolasan poseert bij de Keulse aanlegsteiger van de MS Rheinenergie, waar hij een Rakkas-party organiseert Foto: Bas Quaedvlieg

Een taqiyah, zou een doorgeslagen anti-islamist wellicht van hem zeggen. Een moslim, die zich anders voordoet.Wolf in schaapskleren. Tanju Yolasan is derde generatie Turks moslim, categorie veelbelovend. Grote man. Moderne kleding. Veel flair, vlot van de tongriem. Accentloos Duits. Afgestudeerd in de bedrijfswetenschap. Geboren en getogen in Keulen. Dertien jaar geleden begon Tanju samen met zijn vriend Ertan Sayan aan de Keulse Hohenzollerrnring een entertainmentbedrijf. Ze noemden het Rakkas, een oud, Ottomaanse woord voor iemand die goed nieuws komt brengen: geboorte, verjaardag of huwelijk.

Tanju begon al op jonge leeftijd met het organiseren van feesten, voor tweehonderd personen in discotheek Paparazzi, waar tot dan vooral feesten voor homo’s plaats vonden. „Maar we merkten dat onze doelgroep liever naar grote party’s op verschillende locaties gaat. Dit is de nieuwe generatie. Achttien tot dertig jaar, grofweg. Negentig procent is Turks, de rest heeft een migrantenachtergrond. Ze hebben geld. Meestal niet getrouwd, hebben nog geen kinderen. En ze houden van lifestyle en uitgaan.” Anno 2010 organiseert Rakkas megaparty’s op schepen, in hallen en op open velden, voor duizenden Turkse jongeren in heel Duitsland, maar ook in Nederland en België. Raas is de grootste organisator van Turkse party’s in Europa.

Yolasan c.s. proberen een Rakkaslifestyle te creëren. Je kunt lid worden van Club Rakkas en via de website kun je met andere Rakkas-fans chatten. Volgens Yolasan gaat er een emancipatoire werking uit van zijn Rakkas-concept. „Op onze party’s is de flirtfactor een duidelijk kenmerk. Toen ik vijftien jaar jonger was, bleek het voor Turkse jongeren vrijwel onmogelijk om Duitse discotheken binnen te komen. Eigenlijk is dat nog steeds zo.” „Buiten school en uni is er voor jonge Turken amper gelegenheid om vrouwen te leren kennen,” weet Tanju. „Of het moet op bruiloften en verjaardagen zijn, maar omdat daar altijd ouders en familieleden rondlopen ben je niet zo vrij als je zou willen zijn.”

Vergeten we niet de ‘klassieke weg’: de uithuwelijking. Yolasan en zijn doelgroep moeten er niets van weten. „Pfff. Onbekende bruiden uit Anatolië en uit boerendorpen, die niet kunnen schrijven en lezen. Ik ben moslim, maar ik keur dit helemaal af. Wij Turken lijden onder dit imago. In Duitsland, in Nederland, in Zweden, overal zie je dat rechtse groeperingen Turken een etiket opplakken. Ze spreken van de moslims. Echt onzin. Je hebt alevieten, soennieten, liberalen, fundamentalisten, ga zo maar door. Die denken verschillend over een heleboel zaken.Wij geven al die stromingen een platform. Zonder dat er sprake is van logica. Het Turkse element op onze party’s is vooral dat van het ritme. Dat wat je in je bloed hebt. Zoals Afrikanen dansen op hun muziek, Jamaicanen op hun reggae. Daar gaat het om.”

Yolasan weet wat de kritiek is op het Rakkas-concept. „Dat wij ons afschermen. Van wat? Wij willen alleen maar op onze eigen muziek dansen. Wij hebben criteria op onze party’s. Maar die hebben niets met nationaliteit of religie te maken. Je moet er verzorgd uitzien. Achttien jaar of ouder zijn. Niet dronken of stoned zijn. Als we zien dat er mensen aan de deur staan, die geen Turk zijn, dan vertellen we ze dat het om een Turks feest gaat. Alleen maar om ze erop voor te bereiden dat het er anders aan toegaat dan in de gemiddelde Duitse discotheek. Wij draaien voor 70 procent Türkisch Pop, moderne muziek met Turkse teksten.”

Wordt in deze kringen ook over het boek van Sarrazin gesproken? „Ja, natuurlijk. Het ergert mij en veel anderen, dat door dit boek de integratie van Turken in Duitsland opeens opnieuw ter discussie wordt gesteld. Ik betaal belastingen. Ik ben de Duitse taal machtig. Ik ben getrouwd met een Duitse. Mijn kind zit op een Duitse peuterschool. Natuurlijk zijn er problemen. Er is gettovorming. Er zijn migranten, die niet willen integreren. Die geen Duits willen leren. Die zijn er. Met dit boek breng je eerder schade toe dan dat het iets positiefs oplevert. Degenen, die proberen te integreren zeggen nu: waarom zouden we ons best doen, als het toch niet gewaardeerd wordt? Waar veel Turken onaangenaam door verrast zijn is de bijval van de Duitsers voor de beweringen van Sarrazin. Bijna tachtig procent is het met hem eens! Er zijn Turken die nu zeggen: zie je wel, de Duitsers willen ons helemaal niet. Het ergste nog vind ik de discussie over wie het meeste opbrengt. Zo van: de Poolse jood levert ons meer op dan de Anatolische Turk.”

Is in deze discussie nog een rol weggelegd voor Rakkas? „Nee. Wij zijn een commercieel bedrijf. En de Turken, die hier komen, zijn al geïntegreerd. Hebben banen of studeren. Spreken Duits. Dragen merkkleding, hebben handy’s. Houden van moderne muziek. Echt belachelijk om deze mensen onder druk te zetten om te integreren. Wij willen niet assimileren, maar integreren. Dat is een groot verschil. Ik spreek Duits, hou van jazz en klassiek. Maar ik hoef toch niet te assimileren? Ik wil ook mijn cultuur behouden. Onze taal, onze muziek. Onze omgangsvormen. Als een Turk aan de bar staat met zijn vrienden is het niet ieder voor zich als het gaat om de betaling. Nee, één man betaalt voor iedereen en de volgende keer betaalt iemand anders. We hebben de feesten rond de ramadan, waaraan we gehecht zijn. Dat willen we behouden. Het zijn ook de momenten waarop wij Turken niets hoeven uit te leggen. Want daar krijgen wij, van de derde generatie, zo langzamerhand meer dan genoeg van. Als je alle in Duitsland wonende Turken van tussen de 15 en de 35 jaar zou vragen of ze zich geaccepteerd voelen, of ze zich hier heimisch voelen, dan zegt het grootste gedeelte: nee. Maar moeten wij dan terug naar Turkije? Het is ons geboorteland niet eens.Wij gaan er alleen naar toe met vakantie. Wij zeggen toch ook niet tegen de Duitsers: ga maar terug naar Mallorca?”

 

'Weg met die xenofiele eenogigen’

Door

Paul van Gageldonk namens Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad

Soms gaat midden in de nacht de telefoon in zijn appartement nabij de Rijn. Arabische klanken, die hem de hel beloven. Politiebescherming wil hij niet. ,,Ik heb zoveel meegemaakt, dat ik nergens meer bang voor ben.’’

Ere wie ere toekomt. Giordano bracht het multicultidrama, zoals hij dat noemt, ruim voordat Sarrazin zijn boek schreef voor het voetlicht. Drie jaar terug spuwde hij in een tv-interview Bundesweit zijn gal over de bouw van een grote moskee in Keulen-Ehrenfeld. ,,Het had het effect van een lawine. Uit alle delen van de Bondsrepubliek kreeg ik steunbetuigingen. Mensen schreven: ‘Giordano, wij zijn ook bezorgd over de islamisering van Duitsland. Wie betaalt die Mekka-moskee? En wat gaat daar plaatsvinden?’’’

Giordano denkt dat inmiddels de meeste Duitsers wel beseffen dat de integratie totaal mislukt is. ,,De religie en cultuur van de Turken botsen hard met die van de Duitsers. Het is een ontwikkelingskwestie. De joods-christelijke maatschappij, waarin wij leven, heeft in de laatste vijfhonderd jaar een geweldige sprong voorwaarts gemaakt. De Verlichting, de Renaissance, de Burgerlijke Revolutie, de koestering van de mensenrechten. De islam heeft zich sinds haar culturele bloeiperiode, de Middeleeuwen, niet ontwikkeld en is, op storende wijze, gestagneerd. Dat botst. De grote vraag: is de islam verenigbaar met democratie, pluralisme en mensenrechten? En dan zie je dat er geen islamitisch land bestaat waar vrouwen en mannen gelijk zijn.’’

In de parallelmaatschappijen in Duitsland, stelt Giordano, spelen zich ten hemel schreiende taferelen af. Hij verwijst naar Das Ende der Geduld, het boek van rechter Kirsten Heisig, dat zich afspeelt in de parallelmaatschappij van de Berlijnse wijk Neuköln. ,,Als je dat leest vraag je je af: waar zijn we hier eigenlijk? Ze hebben een stuk Duitsland ingepikt. En het land dat deze mensen opnam wordt veracht en vervloekt. Er is geen wil en geen vermogen om te integreren.’’

De gastarbeiders bleven. Hun kinderen bleven. En de familieherenigingen brachten nog meer Turken naar Duitsland. ,,Ze lieten het land volstromen, zonder enige remming. Waarom? Omdat in dit Duitsland nog steeds de druk aanwezig is van het Grote Schuldbewustzijn. Der Schamfaktor. Men is als de dood dat Duitsland voor xenofobe natie wordt uitgemaakt als het een stop op buitenlanders instelt. Zelfs bij de generatie die zonder schuld is, woekert dat schuldgevoel door. Dan krijg je dat linkse politici iedereen die protesteert tegen de bouw van een moskee als nazi betitelt. Dan ben ik dus ook een nazi. Het zijn die multiculti-illusionisten. Knuffelpedagogen. Gutmenschen vom Dienst (overdreven moralistische mensen die altijd van het goede uit gaan – PvG). Xenofiele eenogigen. Verzoeningsapostels. De Grünen en de SPD voorop. Weg ermee. Ik had in mijn stoutste dromen niet bedacht dat ik ooit een CDU-standpunt zou omarmen. Maar over dit onderwerp zijn ze kritischer dan de SPD.’’

Er zijn moslims en moslims, en je mag ze niet over een kam scheren, vindt Giordano. ,,Natuurlijk zijn er exemplarische verschillen. Maar er zijn ook collectieve overeenkomsten. Moslimmigranten zijn zeer problematische migranten. De allesomvattende oorzaak: de islam zelf. Ik heb het mezelf aangedaan en heb de Koran van begin tot eind gelezen. Afschuwwekkende lectuur. Niet alleen wordt regelmatig opgeroepen om ongelovigen te doden. Maar het gaat vooral over joden, joden, en nog eens joden. Ik ben zelf jood. Ik ken geen boek dat vijandiger staat tegenover joden dan dit. Ik heb Der Stürmer van Julius Streicher (antisemitisch weekblad – PvG) nog meegemaakt. Als kind, in de jaren ’30, kwam ik op weg naar school altijd voorbij een boekwinkel. Daar lag in de etalage dat blad uitgestald, met koppen als: De joden zijn ons ongeluk. De Koran is vergelijkbaar vijandig tegenover joden.’’

Geert Wilders vergeleek de Koran met Mein Kampf. Zo ver wil Giordano niet gaan. ,,Ik ben een overlevende van de Holocaust. En ik zeg: het nationaal-socialisme en de Holocaust waren absoluut eenmalig. Het vervelende is dat ik in deze kwestie schouderklopjes krijg van de verkeerde kameraden. Als ik mijn mening geef over immigratie en integratie zeggen de rechtsextremisten, mijn doodsvijanden: ‘hee Giordano, op dit punt ben je het helemaal met ons eens’. In dit gebied heet de nazi-variant Pro Koeln, onderdeel van Pro NRW. Als zij konden, zouden ze mij in de gaskamer gooien. Dat heb ik ze eens zo gezegd. De liefde was meteen over. Ik houd mijn mond niet. Nooit. Tegen dit soort mensen moet je je duidelijk opstellen.’’

Giordano heeft het innerlijk zeer moeilijk met het integratieprobleem, zegt hij. ,,Ik ben geen Turkenvreter. Ik ben verscheurd. Als ik migrantenkinderen zie wil ik ze beschermen, wil ik dat het goed met ze gaat. Ik ben mijn hele leven opgekomen voor minderheden, omdat ikzelf tot een bedreigde minderheid behoorde. Mijn hart klopt altijd voor minderheden. Maar nu gaat het om het cultureel zelfbehoud van het Duitse volk. Om een religie, een ideologie, die er maatschappelijk onacceptabele normen en waarden op na houdt. Gelukkig heeft het boek van Sarrazin de zaak wakker geschud. Wat nu gebeurt is onomkeerbaar.’’

 

Hybride

Door

Paul van Gageldonk namens Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad

Serdar verhuisde naar Keulen toen hij twee jaar was. De aanleiding was cabaretesk. Zijn vader, kok in Istanboel, kreeg op een dag ruzie met zijn compagnon, pakte een kreeft en sloeg hem ermee op z’n kop. Het bloedde behoorlijk. De politie werd gebeld en pa Somuncu vertrok halsoverkop. Hij wilde een paar maanden onderduiken in een land waar gemakkelijk werk te vinden was.

Het was 1960. Duitsland, Nederland en Australië hadden veel gastarbeiders nodig. Pa ging in de eerste de beste wachtrij staan. Die was alfabetisch gerangschikt. In het Turks heet Duitsland Almanya en komt het voor Australië. Het werd dus Duitsland. Hij werd in een trein gezet, met honderden anderen. Bij de grens onderzocht een arts ze en werd de groep verdeeld. Somuncu senior reisde door naar Gelsenkirchen, kreeg werk in een kolenmijn en leerde Duits. Later werd hij vuilnisman. Dat deed hij dertig jaar lang, tot hij met pensioen ging.

„En daarom zit ik nu en hier tegenover u’’, zegt Serdar. „Elk mens heeft zijn eigen bestemming.”

De jonge Somuncu was geboren om te entertainen. Hij studeerde muziek en toneel in Maastricht. Speelde in toneelproducties en schreef er ook een aantal. Bij het grote publiek brak hij door, toen hij lezingen over Mein Kampf begon te geven. Somuncu probeerde aan te tonen, met het voorlezen van passages, hoeveel tegenstrijdigheden en lachwekkende beweringen in dat boek te vinden zijn.

Mein Kampf interesseerde mij, omdat ik het boek nog niet gelezen had en omdat het een boek is dat veel mensen niet gelezen hebben, omdat het verboden is. Ik merkte dat er in Duitsland een grote behoefte is om te discussiëren over een thema als nationaal-socialisme. Zes jaar lang ben ik dwars door het land getrokken. Tot in het uiterste oosten, waar nog maar net de Wende had plaatsgevonden en waar veel rechts-radicalen en politiek gedesoriënteerde mensen wonen.”

Het was een ontdekkingsreis voor Serdar. Hij bracht zijn voorstelling meer dan 1500 keer, voor in totaal meer dan 250.000 toeschouwers. Publiek, pers en politiek wisten even niet wat ze met hem aan moesten. „De links-radicalen riepen: hij verheerlijkt Hitler. De rechts-radicalen riepen het tegenovergestelde. De Turken zeiden: we weten niet waar Somuncu staat. En de Duitsers zeiden: wij ook niet. Later zeiden ze: die Turk mag dat wel doen. Omdat ik in hun ogen een outsider ben? Dat is net zulke quatsch als dat mijn kunstenaarschap aan mijn nationaliteit wordt vastgeplakt. Ik heb me niet als Turk, maar gewoon, als deelnemer aan de Duitse gemeenschap verdiept in dit onderwerp en absoluut niet in de rol van openbaar aanklager. Ik kreeg zoveel bedreigingen aan mijn adres, dat ik reden genoeg had om ermee op te houden. Ik ben ermee doorgegaan omdat het thema voor mij steeds belangrijker werd.’’

Somuncu verkende nieuwe grenzen. „Ik zocht een tekst, die nog verder ging dan Mein Kampf. Dat werd de Sportpalastrede van Joseph Goebbels uit 1943. Mein Kampf is verboden, en daarom zeiden veel mensen: wij kenden dat helemaal niet en daarom konden wij ook niet weten hoe gevaarlijk dat was. De Sportpalastrede móét iedereen wel kennen, want die is legaal, is overal te lezen. En nog zegt vrijwel iedereen: ken ik niet. Hoe kán dat?”

Somuncu trad met de Sportpalastrede ook op voor voormalige gevangenen van de concentratiekampen Buchenwald en Sachsenhausen. Die ontmoeting liet een blijvende indruk op hem achter. „Negentigjarige joodse mannen, die zeiden: ‘De opdracht die u heeft, is zeer belangrijk, want u bereikt veel jonge mensen; wij willen dat u voor de herinnering verder vecht’.”

De overige reacties waren zeer divers. Somuncu kreeg prijzen voor zijn optredens, maar ook doodsbedreigingen van neonazi groepen. Somuncu schreef Nachlass eines Massenmörders, auf Lesereise mit Mein Kampf, een indrukwekkend epos van zeshonderd bladzijden over zijn tournee. Daarin beschrijft hij hoe hij avond na avond op het toneel stond, regelmatig met agenten tussen de coulissen. „Ik heb de hele bandbreedte beleefd, die je met dit thema beleven kan. Het was bepalend voor mijn grondhouding van nu.”

Zijn ouders waren moslim. Pro forma. Als je in Turkije een paspoort krijgt ben je automatisch moslim. Alleen de man kan dat terug laten draaien. Serdar laat zijn inmiddels verlopen Turkse paspoort zien. Het staat er: Serdar Somuncu, islam. Ongevraagd. „Toentertijd was dat voor mijn ouders geen probleem. Turkije was nog een lekenstaat, met een duidelijke scheiding tussen kerk en staat. Mijn ouders groeiden op in een tijd dat Turkije westers was, georiënteerd op Europa en er geen zucht was naar het dragen van hoofddoekjes, zoals nu wel het geval is. Mijn moeder draagt ook geen hoofddoekje. Dat zijn de waarden en normen waarmee ik ben opgevoed. Vrij om te doen wat ik wilde. Ik ging naar een katholieke school en bad mee, hoewel ik niet wist wat het betekende. Maar ik vond het leuk en dus vonden mijn ouders het ook oké. Er is veel veranderd in Turkije. Mijn ouders wonen in een huis in de buurt van Istanboel. Twee jaar geleden verrees daar een moskee en sinds die tijd schreeuwt de muezzin vijf keer per dag zijn boodschap door de luidsprekers. Waarom vertel ik dit? Omdat buitenstaanders de zaak vereenvoudigen. Zoals jullie Geert Wilders, die zegt: dit zijn de goeden en dat zijn de kwaden. Het paradoxale is dat de nieuwe golf van islamitisch conservatisme halverwege de jaren negentig juist vanuit Europa naar Turkije overwaaide.”

Somuncu zegt te begrijpen waarom de westerse samenleving steeds meer islamiseert. „Dat begon met het wegvallen van de oude ideologieën zoals het communisme. Er ontwikkelt zich vervolgens een verlangen naar waarden en normen, naar een ideologische Heimat, hetzij een rechts-radicale, hetzij een islamitische. Mensen zien de degeneratie. De media zijn geseksualiseerd. Je kunt van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat naakte mensen zien. Het internet biedt vrije toegang tot pornografie. Mensen gaan op zoek naar zingeving, naar zekerheden. De islam biedt die. Als wij in de westerse wereld minder sensatiegericht en minder overdreven nieuwsgierig zouden zijn, dan zouden we nu ook niet die sterke drang naar het eenvoudige in mensen oproepen. Want uiteindelijk is het wel heel erg simpel gedacht dat een vrouw een hoofddoek omdoet, omdat mannen ervan opgewonden zouden raken als ze haar haren zien. Het is ook zeer simpel gedacht dat een mens alleen maar door dertig dagen te vasten zijn zonden reinigt. Dat kun je nog wel gemakkelijk weerleggen. Maar het ergst en gevaarlijkst is die mix van die componenten. Dat mensen als Sarrazin een boek schrijven en de bevolking door generalisering de indruk geven dat Duitsland aan de rand van de afgrond staat en dat ze daarmee iets in gang zetten dat niet tegemoetkomt aan de verlangens van mensen. En voor Duitsland doen ze ook niets. De oplossing kan toch niet zijn dat we de hier wonende Turken in een reservaat stoppen, zoals de Indianen in Amerika? Terugsturen kan ook niet, omdat ze inmiddels hybride zijn geworden: ze zijn geen Duitsers, ze zijn geen Turken, ze zijn een nieuwe creatie. In deze geglobaliseerde samenleving moet je er rekening mee houden dat er geen sprake meer is van een leidende cultuur. Mensen zijn veelzijdig. De kunst is een oplossing te zoeken waardoor de Duitsers, maar ook de Hollanders, samenwerken met de buitenlanders in hun land.”

Tegenover zijn publiek hanteert Somuncu, die zich de laatste jaren op ironische wijze Der Hassprediger noemt, een on-Duitse, confronterende stijl. En zaait hij verwarring met citaten van omstreden  politici, waarbij niet altijd duidelijk is wie wat heeft gezegd. „De term Der Hassprediger heb ik gebruikt omdat het tot de terminologie van de tegenpartij behoort. Het wordt ook niet duidelijk in de voorstelling of ik de haatprediker ben of dat ik over haatpredikers praat. In mijn voorstelling gebruik ik tekstfragmenten van anderen: van de Scientology, van de NPD. Ik zeg dat niet en vaak weten de mensen het ook niet. Ik probeer mijn publiek duidelijk te maken dat we ons eerst eens moeten bevrijden van de schuldenlast, die we met ons meedragen. Als je mensen met een open mind in de zaal hebt zitten, dan kan je met de nodige portie humor relatief veel zeggen, zonder dat je bang moet zijn dat het verkeerd wordt opgevat. De bekoring van mijn programma is dat ik iedereen beledig. En niet gebonden ben aan mijn afkomst of mijn identiteit. Pas als we iedereen beledigd hebben, de gehandicapten, de joden, de Turken en de Duitsers, pas dan zijn we gelijkwaardig. Dat moet je consequent doen. Anders wordt het tendentieus. Iedereen moet zich beledigd voelen. Tolerantie is gedifferentieerde intolerantie. Voorbeeld. Hier in Keulen wordt een grote moskee gebouwd. Daar is veel discussie over. Maar er zou eerst een discussie over moeten komen tussen Turken en Turken. De opkomst van het rechts-radicalisme en types als Geert Wilders komt voort uit het feit dat er geen interne Turkse dialoog geweest is. Degenen die de Turken het meeste schade toebrengen, dat zijn de Turken zelf. Door eisen te stellen, die überhaupt niet representatief zijn. Ik heb om in Duitsland te leven toch geen moskee nodig? Maar dat is zo’n sterke lobby, dat de Duitsers er aan toegeven, in plaats van dat ze de dialoog aangaan. Dan zeggen de linksen: laat ze toch die moskee hebben. En de rechtse mensen zeggen: nee. Dat is dus contraproductief voor iedereen. Moet je eerst niet onderzoeken of een moskee wel nodig is? Hoeveel mensen er gebruik van zullen maken? Mag de moskee ook wat kleiner zijn? En waar komt het geld voor die moskee vandaan? Die vragen worden niet of nauwelijks gesteld en dus zijn het degenen die veel boeken willen verkopen of met hun partij stemmen willen trekken, die nu de grootste mond opentrekken over dit thema. Waar het nu echt aan ontbreekt, is de interne Turkse dialoog, met als centrale vraag: wat wil de Turk precies? Het uiteindelijke doel is dat groepen als de Turken worden uitgenodigd om deel van de maatschappij te zijn en niet dat ze alleen maar gedoogd worden, als separaat onderdeel.”

Somuncu gelooft in de heilzame werking van een geglobaliseerd Europa, waarin nationale staten van steeds geringer belang worden. „We denken te zeer in nationaliteiten. Kijk naar die wedstrijd tussen Duitsland en Turkije. Dat viel, als was het geregisseerd, samen met de komst van het boek van Sarrazin. En dan maakt die arme Özil ook nog het winnende doelpunt tegen zijn voormalig vaderland. Ik heb in mijn internetshow gezegd: Özil komt op mij over als iemand die soms door zijn stiefvader gedwongen wordt zijn moeder te verkrachten. We noemen dat het Özilpuscomplex. Dit was satire. Maar dat begrijpt u wel, hè.”

 

Het einde van het geduld

De Berlijnse migrantenwijk Neukölln kent een duizelingwekkend hoge werkloosheid, schrikbarend hoge misdaadcijfers en jongeren die zonder perspectief opgroeien. Onderwijspedagoog Klaus Lehnert en rechter Kirsten Heisig namen het voortouw voor een reddingsactie. Laatste kans voor wat islamcritici bestempelen als de ultieme parallelle maatschappij.

Door

Paul van Gageldonk namens Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad

duitsland3

Turkse winkelier op de Sonnenallee in Neukölln Foto: Paul van Gageldonk

Na vier dagen zoeken met mensen, honden en helikopters werd ze gevonden. In het bos bij Tegel, aan de rand van Berlijn. Aan een boom, aan een touw. Zonder achterlating van een briefje. Ze had een zware baan. Leefde gescheiden van haar echtgenoot. Maar dan die foto. Geboren in Kohlenpott Krefeld, maar met het uiterlijk van een Beierse boerin. Volle lach in rond gezicht. Een levenslustig mens, altijd op zoek om het voor iedereen zo aangenaam mogelijk te maken, zegt René Stadtkewitz, de CDU-dissident, die een half jaar geleden een PVV-achtige partij oprichtte. Hij heeft haar goed gekend. Net als iedereen die begaan was met het lot van de inwoners van Neukölln.

Kirsten had zichzelf een zware opdracht gegeven, na haar kennismaking met het Berlijnse Bezirk. In 1993 werd ze in Neukölln aangesteld als rechter in jeugdstrafzaken. In de bestseller Das Ende der Geduld, het boek dat ze vlak voor haar zelfmoord had afgemaakt, schetst ze het beeld van een ghetto van migranten, waarin de misdaad welig tiert en waar het kwaad al op jonge leeftijd woekert. Zou je niet zeggen, als je overdag over de Hermannplatz of de Sonnenallee loopt. Geen ghetto met visuele kenmerken van schrijnende armoede en permanente gewelddadigheid. Om je heen ruist een multiculturele smeltkroes van groente- en fruitzaken, herenkapsalons, Libanon Falafel en de bakkerijen van Sultan Zwei, waar dames met hoofddoekjes je glimlachend begroeten.

Dat is één manier, waarop je naar Neukölln kunt kijken. Jongeren wonen er graag, omdat woningen en leefomstandigheden er goedkoper zijn dan in de rest van Berlijn. Voor hen is het hier Neu Cool. Maar ’s avonds verandert het straatbeeld in grote delen van de wijk. Misdaadbendes worden zichtbaar, gevormd door migranten van Palestijnse, Libanese en Turkse afkomst. De bazen rijden rond in Lexussen en Hummers. Hun piepjonge koeriers posten op straathoeken. Vanaf dag 1 kreeg rechter Heisig ze voor haar balie. Kinderen als Jamal, verbonden aan een Arabische clan, die Libanese kinderen naar Berlijn smokkelt om daar drugs te verhandelen. Recidivisten. Kinderen onder de 14 jaar, die met de huidige Duitse wet niet vervolgd kunnen worden. Doorgaans doorgeplaatst in opvangtehuizen geplaatst. Waar ze snel ontsnappen.

Snel terug naar Neukölln. Jamal verscheen in totaal 14 keer voor Heisig. Hij is 11 jaar. Er zijn er meer zoals Jamal. En er gebeurt meer in de wijk. Dodelijke eerwraak, groepsverkrachtingen en mishandeling van Duitse buurtbewoners.

Cijfers zeggen al veel. Neukölln heeft 300.000 inwoners. Veertig procent heeft een migratieachtergrond. Eén op de vijf is werkloos. Bij de migranten is dat één op de drie. De criminaliteitscijfers zijn relatief de hoogste van het land. Negentig procent van de jeugdige delinquenten is van Palestijnse of Turkse afkomst.

Niet altijd in cijfers te vatten: de mislukte integratie. Heisig, andere deskundigen en politici signaleren een totale onverschilligheid van grote groepen migranten ten aanzien van de Duitse maatschappij: ze leven in een eigen, parallelle wereld en vallen terug op de Duitse uitkering en/of het vele zwarte werk, dat in Neukölln immer voorhanden is.

Conclusie van Heisig: bij de tweede en derde generatie Turkse en Libanese immigranten in Neukölln doen zich in toenemende mate reusachtige problemen voor met de integratie en dat uit zich deels in crimineel gedrag. Neukölln als prototype van de parallelle maatschappij. Niet voor niets haalde Sarrazin in zijn boek dit gebied naar voren als meest sprekende voorbeeld van mislukte integratie. Iedereen zag het gebeuren. Niemand deed iets.

Bildung, bildung roepen politici, pedagogen en maatschappelijk werkers in koor. Met de opleiding begint het einde van de tweedeling. Het meest extreme bewijs dat zoiets niet vanzelf gaat ligt ook in Neukölln.

Klaus Lehnert (67) is apentrots op zijn project. Ze komen uit alle delen van Europa. Een half jaar terug nog, de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb. Allemaal willen ze zien hoe de Rütli-Schule bezig is met een wonderbaarlijke wederopstanding. Vier jaar geleden werd deze school aan de Rütlistrasse nog de School van de Haat genoemd. In een brandbrief aan het stadsbestuur smeekten de leerkrachten om onmiddellijke sluiting van hun school. In veel klassen was geen onderwijs mogelijk omdat de lesstof door de leerlingen werd afgewezen of omdat er totale chaos heerste. Sommige leerkrachten namen uit voorzorg hun handy mee naar het leslokaal, zodat ze in geval van nood om hulp konden bellen. Leerlingen bedreigden leerlingen en leerkrachten. Negentig procent van de leerlingen had een migrantenachtergrond.

De weinige Duitse leerlingen werden voortdurend uitgescholden en fysiek bedreigd. Hier gold het recht van de sterkste. Met een pikorde, waarin de ‘Arabieren’ bovenaan stonden, gevolgd door de Turken, dan de ‘zigeuners’ oftewel de kinderen van Roma’s en Sinti’s en helemaal onderaan de Afrikanen.

Een brandbrief als noodkreet in een ‘beschaafd’ westers land met een hoogconjunctuur. Wereldprimeur. Wekenlang kreeg de Rütli-Schule bezoek van CNN, ABC, Reuters en andere media. Rütli was hot. Nu weer. Dankzij onderwijspedagoog Lehnert. Hij ontwierp een veelomvattend plan en noemde het Campus Rütli, de Gemeinschaftschule. Prijskaartje: 25 miljoen euro. Zonder morren goedgekeurd. Het was het stadsbestuur en de regering Merkel er alles aan gelegen om de schandvlek uit te wissen.

Campus Rütli is een samenwerkingsverband tussen drie scholen: de Grundschule, de Hauptschule en de Realschule, het gymnasium. Fundamenteel uitgangspunt: de sterken helpen de zwakken. Tot aan klas 10 zijn er gezamenlijke klassen. Tussen de middag krijgen de leerlingen gratis warme maaltijden in de mensa. Ze kunnen gratis cursussen volgen als schaken, muziekinstrumenten bespelen, tafeltennissen, computeren, theater, Turkse en Arabische taal, etcetera. In de toekomst blijft de Campus zelfs open van ‘s morgens acht tot ‘s avonds negen, want dan worden ook de KITA’s (kinderdagverblijven) en de buitenschoolse activiteiten bij het project betrokken.

Tien jaar is een mooie lange tijd om de zwakkeren vooruit te helpen, denkt Lehnert. ,,En de sterkeren hebben er ook baat bij. Die leren al op jonge leeftijd hoe ze leiding kunnen geven.’’ De tiende klas wordt afgesloten met een eindexamen. Al naar gelang de prestaties stroomt de leerling door naar het gymnasium of het beroepsonderwijs.

Extra aandacht gaat uit naar de ouders van de kinderen. Zo is er een Ouderhuis (Lehnert: ,,Eigenlijk een Moederhuis, want alleen die komen’’), waar ouders over de vordering van hun kind kunnen meepraten en waar ze zelf ook cursussen kunnen volgen.

Lehnert wijst naar een braakliggend terrein. Daar komt pronkstuk de Quartiershalle, een multifunctioneel centrum, bestaande uit een sporthal en een cultureel centrum, ook beschikbaar voor de inwoners van de wijk. Het idealisme druipt er vanaf.

Lehnert kent de kritiek. Luchtfietserij. Luxus Tempel, zoals veel jaloerse schoolbesturen in Berlijn zeggen. Een witte olifant: een duur project, dat niets oplevert. Maar de voorlopige resultaten zijn hoopvol, zegt Lehnert. Van de 120 leerlingen, die dit jaar examen deden, zijn er maar twee gezakt. 36 leerlingen gaan naar het gymnasium. Offerfeest en Kerstfeest worden samen gevierd. Een een groepje leerlingen is zo trots op hun school, dat ze RütliWear ontwikkelden, een hippe kledinglijn met het schoollogo.

Lehnert is realist.Weet dat als de sociaal-economische omstandigheden zich niet wijzigen zijn project voor niets kan zijn geweest. En dat geldt ook voor het Neuköllner Modell, dat rechter Heisig in haar district invoerde. Het basisprincipe: snelprocedures voor jonge daders en verplichte dader-slachtoffer gesprekken. Heisig verwierf hiermee de bijnaam Richterin Gnadenlos. Haar aanpak kreeg zoveel bijval, dat het model sinds juni dit jaar in heel Berlin van kracht is. Heisig was bezig om betere opvangtehuizen te regelen voor jongens als Jamal. En ze wilde nauwer samenwerken werken met scholen als die van Klaus Lehnert, om potentiële ontsporingen in de kiem te smoren.

Haar boek, zo blijkt nu, was haar laatste oordeel. ,,Het definitieve woord is aan de politiek,’’ zegt René Stadtkewitz, die Heisig een prominente had toebedacht in zijn partij. Het boek van Sarrazin was dit jaar het beste verkochte Duitse boek. Nummer twee: dat van Heisig. Met als boodschap: geen nieuwe Jamals meer. Geen brandbrieven. Het geduld is op.

Juryrapport

‘In een indrukwekkende reeks die verheldert hoe ‘de buren’ worstelen met problemen die heel herkenbaar zijn.’

Tussen kebab en Sauerkraut

In Duitsland leek lange tijd een echt debat over de multiculturele samenleving taboe. Daarin kwam verandering door de publicatie van het boek van Thilo Sarrazin, ‘Deutschland schafft sich ab’. De oud-senator van de SPD en bestuurslid van de Bundesbank uitte een felle aanklacht tegen het in zijn ogen failliete integratiebeleid met fatale sociale gevolgen. Daarmee opende hij een stormachtig debat in Duitsland

Dit was voor Paul van Gageldonk aanleiding om op zoek te gaan naar de praktijk van die Duitse multiculturele samenleving. In een indrukwekkende reeks voert hij de lezer mee naar extreemrechtse Duitsers, Turkse ondernemers, een gekleurde wijk in Berlijn, een joodse islamcursus, jonge linkse moslims, een rechts-radicale politiecommissaris en een orthodoxe moslimleider. Van Gageldonk volgt ook Sarrazin op zijn tournee door het land waar hij volle zalen trekt.

Van Gageldonk zoekt de uitersten op in het debat, zonder over het hoofd te zien dat er in het midden ook vele gematigden zijn. Hij schuwt niet de realiteit van gebrekkige integratie, maar portretteert ook degenen die zich daar niet bij willen neerleggen. Uit de serie ontstaat een rijk geschakeerd palet van feiten en standpunten over de identiteit van Duitsland en de plaats in de samenleving van mensen met een andere culturele achtergrond.

Het is voor een regionaal dagblad misschien een bijzondere onderneming, maar voor Limburg is Duitsland in zekere zin dichterbij dan de rest van Nederland. Bovendien is het voor een Nederlandse lezer verhelderen hoe ‘de buren’ worstelen met problemen die heel herkenbaar zijn.