“Alles is een kwestie van gevoel. De ene ambtenaar accepteert meerwerk tegen een te hoge prijs omdat je belangstellend hebt geïnformeerd naar de studieresultaten van zijn zoon. Een ander vertrouwt je op je blauwe ogen. Met een derde ga je naar de skybox van Roda JC. En de volgende, ja, die vraagt om wat euro’s. Het gaat van wit naar grijs en zwart.”
Neen, een echt hoge dunk heeft de insider bij Janssen de Jong Infra niet van de controle die ambtenaren uitoefenen op het werk van wegenbouwers in Limburg. „Ze missen vaak handelsmentaliteit. Als de kosten van een project maar binnen het budget blijven, dan weten ze dat hun baas tevreden is.”
Aan echte koopmansgeest ontbrak het medewerkers van ‘JaJo’ in de vestiging Meerssen afgelopen jaren geenszins. Sterker nog, zij werden zo ondernemend dat topman Eric Krul van het moederbedrijf Janssen de Jong Groep in het Brabantse Son zich vorige week genoodzaakt zag het filiaal te sluiten. Omdat het openbaar ministerie het als de ‘brandhaard’ van de nieuwe Limburgse corruptie-affaire ziet. Medewerkers zouden zes Limburgse ambtenaren en een overheidsdienaar uit Spijkenisse hebben omgekocht om aan extra werk te komen. En ook het bouwconcern zelf heeft inmiddels aanwijzingen dat medewerkers ambtenaren hebben ‘gesmeerd’.
Een advocaat van een van de verdachten schetst hoe dat in zijn werk gaat. „Ambtenaren worden meegesleurd in een old boys-netwerk. Ze krijgen uitnodigingen, dat lees je in alle dossiers. ‘Het is gezellig, we helpen elkaar als er iets is’, luidt de boodschap van de wegenbouwer.”
„Je probeert met zo’n ambtenaar een vertrouwensrelatie op te bouwen”, weet de insider. „Het is een spel, waarbij je soms bewust ook inzet op emoties. Dat werkt vaak goed, evenals terloops laten weten hoe zwaar de concurrentie is.”
Het bezoekje aan de vip-tribune van Roda groeit uit tot een bezoek aan hetWK voetbal. En een luxe verblijf in Monaco als daar de Grand Prix wordt verreden, is natuurlijk ook niet te versmaden. Net zo min als etentjes bij sterrenrestaurant Beluga in Maastricht. Ook ‘hulp’ bij de aanleg van een tuin of verbouwing van de badkamer was volgens justitie welkom. Maar alles heeft zijn prijs. Uiteindelijk werd altijd, luidt de verdenking, een wederdienst verlangd en verleend. Zo zouden twee ambtenaren in Heerlen zelfs tientallen opdrachten aan Janssen de Jong hebben verzonnen.
Wethouders waren niet interessant als doelwit, zegt de insider bij Janssen de Jong. „Zij zitten, met alle aangescherpte integriteitsregels, op te grote afstand.” Dat ligt anders voor ambtenaren. De verdachten zitten niet aan de top, maar waren projectleider of werkten op lager niveau. „Ook zij hebben vaak verrassend veel bevoegdheden”, zegt de bron. Ze konden, zonder toestemming van hun meerdere, opdrachten verstrekken voor bijvoorbeeld spoedklussen. Maar ook zaken door de vingers zien. „Want wie kan er nu controleren of je bij een rioleringsklus inderdaad de opgegeven 950 kubieke meter grond hebt afgegraven terwijl het er maar 900 waren.”
De rijksrecherche wil weten hoe Janssen de Jong aan werk en omzet komt, zegt de advocaat. „Wat gaat er allemaal schuil achter dat gezellige jongensclubje van ambtenaren en Janssen-de-Jongers?, vraagt zij zich af.”
Waar justitie staat met haar bewijsvoering, blijft voor de buitenwacht ongewis. Maar zelfs als de rechter de omkoping en corruptie uiteindelijk bewezen acht, kan dat slechts deels de sterke positie van Janssen de Jong Infra in Limburg verklaren. Want de concurrentie bijt zich met regelmaat van de klok stuk op de scherpe inschrijvingen van ‘JaJo’ bij openbare aanbestedingen. „Hoe kunnen ze met die shitprijzen werken?”, vraagt een collega- wegenbouwer zich vertwijfeld af.
„Het is in de wegenbouwwereld een geaccepteerde score dat je één op de tien openbare aanbestedingen wint”, zegt een woordvoerder van de vestiging van concurrent Mourik Groot-Ammers Rayon Zuid in Echt. Janssen de Jong Infra scoort echter veel hoger, leert een verkenning van de openbare aanbestedingen in Heerlen, Maastricht en bij de provincie Limburg. In Heerlen sleepte het bedrijf in de jaren 2006 tot en met 2008 jaarlijks bijna drie van de tien projecten in de wacht, waaronder grote klussen als de Binnenring. Ook in de Limburgse hoofdstad doet ‘JaJo’ het voortreffelijk. In 2008 won het bedrijf in Maastricht vijf van de zeven aanbestedingen waar het op inschreef. Op provinciaal niveau lukte het de aannemer om sinds 2005 zelfs ruim 40 procent van de openbare aanbestedingen binnen te halen.
Hoe kan ‘JaJo’ in een vechtmarkt waar de marges al zo klein zijn zo vaak onder de prijs van de andere inschrijvers duiken?, vraagt de concurrentie zich tandenknarsend af. „Gebruikt het concern soms de winst die het in het Caraibisch gebied boekt om ons hier te verdringen?”, merkt een wegenbouwer cynisch op. Hij verwijst daarmee naar perspublicaties als zou het concern zich in dat gebied hebben bezondigd aan het omkopen van politici. Krul, die op dit artikel niet wil reageren, ontkent die omkooppraktijken. De keiharde onderlinge strijd om werk en prijs kostte al diverse Limburgse bouwers de kop. De Kerkraadse ondernemer NOVO redde het niet, en ook het door de vorige bouw-affaire ‘aangeschoten’ Baars Infra viste bij aanbestedingen te vaak nét achter het net.
Natuurlijk, er zijn verklaringen. Janssen de Jong is een van de grote spelers in Limbug en kan daardoor vaak efficiënt werken en inkopen. Het bedrijf beschikt over een eigen asfaltcentrale. En net als andere wegenbouwers zal het soms wel eens verliesgevend inschrijven om in ieder geval personeel aan het werk en machines draaiende te houden.
Maar Janssen de Jong Infra is ook zeer bedreven in een kunstgreep die bijna alle bedrijven praktiseren, signaleren diverse kenners van de wegenbouwmarkt. Als het bedrijf een offerte uitbrengt voor een werk, berekent het aan het eind van de cijferbrij een vaak stevige ‘eenmalige korting’. Daardoor schrijft ‘JaJo’ vaak goedkoper in dan de collega’s. Dat ‘verlies’ moet natuurlijk terugverdiend worden. Veel meerwerk moet daar uitkomst bieden. Dit extra werk wordt berekend aan de hand van de eenheidsprijzen, de kosten van de verschillende onderdelen van het werk, zoals de prijs per vierkante meter stenen of per ton asfalt. Janssen de Jong, maar ook andere bedrijven, werken vaak met hoge eenheidsprijzen. Als er dan meerwerk is, is de opbrengst ook extra hoog.
De insider: „Janssen de Jong beschikte in Meerssen over een club jonge, creatieve en kundige mensen, vaak ingenieurs van de Hogeschool Zuyd. Als een overheid met een bestek komt waarin een opdracht staat beschreven, moet je goed uitdokteren waar meer- en minderwerk zit. Waar zitten de ‘gaten’? Daar stem je je eenheidsprijzen op af. Je kunt dan hoge kortingen verlenen, dat geld verdien je toch terug. Janssen de Jong richt zich op een drempel die de rest niet durft te nemen. De vraag is hoe groot het risico is dat je daarbij kunt en durft te nemen. Een klein bedrijf kan omvallen als het een te hoge korting niet terugverdient. Janssen de Jong is zo voor honderdduizenden euro’s de mist in gegaan bij de reconstructie van het Pancratiusplein in Heerlen. Daar had het bedrijf keihard, veel te laag ingeschreven. Als het mis gaat, gaat het goed mis.”
Prestige speelde volgens de insider ook vaker een rol als goedkoop werd ingeschreven. „Als grootste speler in Limburg wilde het bedrijf het werk dan per se hebben.” Een andere veel toegepaste tactiek is het tegen elkaar uitspelen van onderaannemers. „Die laat je op hun beurt goedkoop inschrijven op het werk dat je aan ze wilt uitbesteden.” In Voerendaal werkte Janssen de Jong Infra in 2005 bij de reconstructie van de Karstraat met een wel heel opmerkelijke korting die door een concurrent zelfs „absurd” wordt genoemd: bijna 40 procent. Daardoor stak de wegenbouwer de concurrentie de loef af. Oranjewoud, het ingenieursbureau dat de aanbesteding voor de gemeente begeleidde, waarschuwde het college. Sommige eenheidsprijzen waren wel erg hoog, bij andere posten had ‘JaJo’ helemaal geen bedrag ingevuld. Dat leverde het gevaar van hoge kosten op bij meerwerk. Dat risico werd afgekocht als onderdeel van een nu omstreden deal. Janssen de Jong Infra mocht meteen ook een ander werk uitvoeren: het herstel van de Kolmonterweg in het verlengde van de Karstraat. ‘De aanbesteding wordt m.i. buitenspel gezet’, merkte toenmalig burgemeester Dieudonne Akkermans in 2005 op. Hij werd intern gerustgesteld: het betrof slechts een ‘bestekswijziging’ – later is ook sprake van ‘meerwerk’ – waartoe het college als opdrachtgever gerechtigd was. Akkermans en zijn wethouders slikten de uitleg kennelijk. Het huidige gemeentebestuur niet; dat is van mening dat het aanbestedingsbeleid bij de Kolmonterweg omzeild is. Het betrof een nieuw werk waarbij ook andere bedrijven een kans hadden moeten krijgen. De rijksrecherche bestudeert de zaak nu op verzoek van het college van Voerendaal als onderdeel van het corruptie-onderzoek in Limburg.
Alle aannemers speuren naar fouten in het bestek waar ze geld aan kunnen verdienen, zegt ook directeur Jos Timmermans van het gelijknamige wegenbouwbedrijf in Hoensbroek. „In Duitsland zeggen ze ook: Schlauheit sollte man nicht bestrafen.” Janssen de Jong is een meester in het ontdekken van die ‘gaten’, zegt een deskundige die de Limburgse markt op zijn duimpje kent. De wegenbouwer schakelt volgens hem snel gespecialiseerde advocaten in als onenigheid met opdrachtgevers dreigt. In Heerlen weten ze daar alles van. ,,Janssen de Jong juridiseert het proces”, zo merkt een woordvoerder van de gemeente zuurtjes op. „Het bedrijf vecht niet alleen zwakke, maar ook sterke punten in het bestek aan.”
De gemeente zag zich in 2008 ook genoodzaakt om een advocaat in te huren toen het met de aannemer tot een conflict kwam bij de uitvoering van het Pleinenplan. De gemeente wilde dat aan diverse pleinen gelijktijdig werd gewerkt, maar volgens Janssen de Jong kostte dat veel extra geld. ,,De aannemer accepteerde na zes maanden discussie uiteindelijk ons ultieme bod van 120.000 euro”, zegt de woordvoerder van Heerlen. ,,Wij bleven toch binnen de door ons zelf geraamde meerkosten op het hele project. Gelukkig hebben wij ervaren mensen in dienst die goed kunnen ramen.” Ook de provincie moet geregeld ‘zaken doen’ met advocaten van Janssen de Jong. Volgens het hoofd van de afdeling ProvincialeWegen aldaar, sturen ook andere bedrijven steeds vaker juristen af op opdrachtgevers. Dat is een trend die inzette nadat de overheid na de grote bouwfraudeaffaire uit het begin van deze eeuw steeds meer werk openbaar ging aanbesteden. ,,Als een bedrijf bij een aanbesteding een scherpe prijs heeft afgegeven en bij uitvoering van dat werk die prijs probeert te verbeteren, wordt de kans op onenigheid groter.” Janssen de Jong schakelt vaker juristen in dan andere bedrijven, erkent de provincie-ambtenaar. „Maar het bedrijf heeft in Limburg ook het grootste marktaandeel.” Janssen de Jong Infra in Meerssen werkt gewoon zakelijker dan veel andere wegenbouwers, merkt de insider op. Ook dan de eigen vestiging in Horst. „Met een volgens concurrenten ‘agressieve manier van marketing’ heeft dat niets te maken. Wel met de nieuwe manier van werken die de overheid onze sector zelf heeft opgelegd: openbaar inschrijven, waarbij de laagste bieder wint. Marges worden kleiner, afspraken scherper. Als de chemie er niet is, ga je voor je recht. Anderen proberen nog als vanouds gemoedelijk zaken te doen, met cognac op tafel en sigaren. Janssen de Jong niet.”