De bewoners noemen het nog steeds ‘Costa Brava’. Het staat zelfs op T-shirts die zij dragen. De mensen lachen om de naam, maar echt vrolijk zijn zij niet. Strandtentjes stonden er, een pensionnetje met een bar, winkeltjes en huisjes. Die lagen ingeklemd tussen de weg en het strand, een stuk land van amper 100 meter. Alles hier is verleden tijd: er is niets meer.
Alles was. De Costa Brava is alweer meer dan een week geleden weggespoeld als een zandkasteel. Je kunt niet eens meer zien wat wat was. Eerst waren er de rukwinden van ‘Yolanda’, zoals Haiyan in de Filipijnen wordt genoemd, en vlak daarna kwam het water, zegt Pierre Anciaux, een bejaarde Belg met een bruinverbrande bierbuik. Hij brengt de helft van het jaar door in Tacloban en woont in een pensionnetje boven aan de weg. Dat staat er nog bijna ongeschonden, dus het gebouw is meteen overgenomen door een paar honderd vluchtelingen. Bij de ingang staat ‘Help, we need food’, maar zulke borden staan overal. Anciaux woont nog in dezelfde pensionkamer waarin hij zat toen het water naar binnenkwam.‘ Het water steeg snel tot het plafond, en op het laatst hadden wij nog dertig centimeter over om te ademen.’ Hij overziet de puinhoopwaar hij een dikke week geleden nog een biertje dronk met zijn vrienden, en zegt dat iets te drinken nu wel welkom zou zijn. Nee, geen biertje, al mag dat ook natuurlijk, maar een beetje water zou goed zijn. Dat is er niet meer. ‘We hebben rijst voor een heel jaar, maar niemand brengt ons water’, zucht hij ,en hij begint een tirade op de Belgische ambassade.
Officieel heet de Costa Brava ‘Barangai 88’ (wijk 88). Niemand weet precies hoeveel mensen er woonden. Sommigen zeggen vierduizend,anderen tienduizend. Er ontstaat een discussie onder omstanders. Tweederde van de bewoners moet dood zijn, of anders zeker de helft, schatten zij. Tweeduizend doden, misschien zesduizend als je de overkant van de straat meetelt? ‘Er moeten zeker duizend kinderendood zijn’, zegt een vrouw. ‘Iedereen was thuis. Wij waren gewaarschuwd voor een tyfoon maar niemand waarschuwde voor de tsunami.’ Het officiële dodental staat nu op 3.976 en 1.590 mensen worden nog vermist. 18.175 mensen zijn gewond. Het aantal geregistreerde beschadigde huizen is meer dan 540 duizend. De kamer van Anciaux is weer droog, en ook de Costa Brava ligt te bakken in de zon: een woestenij van stenen, halve muurtjes, een stuk van een wc en verwrongen golfplaten die op heel het eiland Leyte zijn neer geregend. Kinderen en volwassenen zoeken naar bruikbare spullen tussen het gruis. Ergens walmt de lucht van en lijk omhoog.
Misschien is het alleen maar een dode hond, of een varkentje, maar misschien ook niet. Hulp rijdt luid toeterend de Costa Brava voorbij. Grote nieuwe vrachtwagens, vol geladen met dozen en zakken, denderen in konvooi over de weg. andere auto’s gaan ervoor opzij. Anciaux en de vluchtelingen kijken dorstig naar de wagens, die maar niet willen stoppen. Twee dagen geleden waren die vrachtauto’s er nog niet, maar nu gonst Tacloban van een nieuw soort bedrijvigheid.
Bij de zwaargehavende kathedraal van het naburige Palo is ineens een tentenkamp van de UNHCR verrezen. Hercules vliegtuigen en helikopters brengen lading na lading hulpgoederen binnen, en vrachtwagens brengen ze naar het verzamelpakhuis van de stad. Daar staan hoge bergen van zakken rijst. In het midden zitten tientallen vrijwilligers rijst te scheppen en voedselpakketjes te vullen in een tempo dat nooit hoog genoeg kan zijn om alle slachtoffers te voorzien.
Het werk stopt abrupt als plotseling president Aquino een kijkje komt nemen. Hij beent door de hal, omgeven door politie, lijfwachten, woordvoerders, secretarissen en een zenuwachtige horde journalisten. Hij maakt wat praatjes, en verdwijnt weer. Aquino is niet gelukkig met de hulpverlening tot nu toe, en de Filippino’s zijn niet gelukkig met hem. Aquino heeft de coördinatie van de hulpverlening helemaal naar zich toegetrokken, en alle besluiten lopen nu via hem. Volgens zijn critici vertraagt dat de boel alleen maar. Aquino zelf schuift de kritiek echter door naar lokale overheden, die volgens hem hun werk niet goed doen.
Voor de mensen in de getroffen buurten is dit allemaal niet van belang. Het enige waarmee zij bezig zijn is de vraag hoe zij vandaag aan eten zullen komen. Daarmee vullen zij nu al meer dan een week hun dagen. Het is een manier van leven geworden. Als zij de straat op gaan nemen zij altijd een lege waterfles mee, voor het geval er ergens drinkwater wordt uitgedeeld. Zij staan in rijen, voor eten, voor drinken, voor de geldautomaat, voor het tankstation. Maar de rijen lijken korter te worden. In Tacloban doemen vrachtwagens, busjes en zelfs fietstaxi’s op en worden voedsel en water uitgedeeld. Steeds meer wijken worden bereikt.
Ormoc is er intussen al veel beter aan toe. In deze stad aan de westkust van Leyte is geen vloedgolf geweest, alleen maar die wind. Robinson’s supermarkt is half open: klanten mogen een voor een naar binnen door een rolluik dat met donderend geraas open en dicht gaat. Ook andere winkels gaan weer open. Op de markt is de handel hervat. De eerste geldautomaten zijn van stroom voorzien. Vliegtuigen vertrekken weer. De stad haalt weer adem.
Maar niet de hele stad. Naongan is de Costa Bravavan Ormoc. Het beetje wat er nog overeind staat, is alleen nog maar geschikt om er was goed aan op te hangen. Honger en dorsthoudende mensen wakker. Dus als er een vrachtautootje verschijnt dat is gevuld met voedselpakketten, begint iedereen erachter aan te rennen. Als het stopt ontstaat er nog zoiets als een rij–de mensen wachten af. Maar al gauw wordt duidelijk dat het vrachtwagentje veel te weinig pakketten bij zich heeft voor de duizend gezinnen van het wijkje. Er ontstaat een gedrang en gekrijs, mensen klimmen op de auto, graaien pakketten weg,duwen anderen opzij. De hulpverleners trekken zich angstig terug. Pas als de vrachtwagen leeg is, keert de rust weer. Wie een pakket heeft loopt er blij mee weg, en kijkt onderweg even wat er allemaal in zit: rijst, cornedbeef, een beetje drinken. Wie met lege handen naar huis gaat, accepteert zijn lot.
Volgende keer beter.