Niemand luisterde naar Arthur

Klokkenluider tegen wil en dank. Dat is de beste typering van Arthur Gotlieb, senior beleidsmedewerker bij de Nederlandse Zorgautoriteit. Hij leverde bij zijn baas een dossier in met klachten over de organisatie en de manier waarop hij werd bejegend. Begin dit jaar pleegde hij zelfmoord. Dit is zijn verhaal.

Door

Joep Dohmen en Jeroen Wester namens NRC Handelsblad

Wat voor u ligt is een lang verhaal. Dat realiseer ik mij terdege.

Met die woorden bereidt Arthur Gotlieb de lezer voor op wat komen gaat. Die lezer is zijn baas. Gotlieb is 50 jaar en werkt op kantoor. Al veertien jaar is hij medewerker van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en rechtsvoorgangers daarvan. Hij werkt er met veel plezier, maar sinds 2010 is zijn arbeidsvreugde snel verminderd. Gotlieb voelt zich miskend, genegeerd. Hij wordt tegengewerkt, vindt hij. Ze willen hem eruit hebben, om wat voor duistere reden dan ook. De ene na de andere leidinggevende doet daar pogingen toe.

Dat gaat allemaal zo ver, en het is psychisch zo ingrijpend, dat hij begin 2012 besluit er een verslag van te maken. Hij noteert, overweegt, loopt de argumenten langs en legt de belangrijkste gebeurtenissen op schrift vast, zoals hij dat ook doet als toezichthouder op dure geneesmiddelen. Het epistel is geen uit de hand gelopen hobby. Het is bittere ernst. Zijn besluit alles te documenteren wordt gevoed door wanhoop.

Wellicht denkt u: Arthur neemt geen blad voor de mond. Lijkt het niet verduiveld veel op vuilspuiterij? Een terechte vraag, waarop het antwoord ‘nee’ luidt. Het gaat namelijk volkomen tegen mijn natuur in om de vuile was buiten te hangen. Als er iets is dat niet bij mij past, is het dát wel. Er zijn echter redenen dat ik veel verder ga dan ik ooit heb gedaan.

Want zijn werk is zijn passie. Op kamer 03.89 is hij iedere werkdag van half tien ’s ochtends tot zes uur ’s avonds aanwezig. Dan kwam hij via de achterkant van de afdeling naar binnen, alsof hij niet betrapt wilde worden, memoreerde een collega bij zijn crematie: „Hij had er dan al twee uur thuis werken opzitten. In die vroege ochtenduurtjes mailde ik hem wel eens, ik ben zelf altijd vroeg op kantoor. Ik kreeg meestal binnen vijf minuten antwoord. Dan zat hij al achter zijn pc.”

Arthur Gotlieb groeit op in Groningen. Een magere, sportieve jongen, met een spits gezicht. Intelligent ook. Na zijn studie bedrijfseconomie probeert de universiteit hem vergeefs te behouden voor de wetenschap met een aanbod van promotieonderzoek. Maar hij wil reizen, zoals hij dat van huis uit had meegekregen. Driemaal per jaar ging het gezin naar het buitenland.

Na zijn studie werkt Gotlieb elf jaar op financiële afdelingen van Amerikaanse bedrijven. In 2000 kiest hij voor „een sector met meer maatschappelijke relevantie”. Dat wordt een toezichthouder in de zorg. „Ik woon in Utrecht, ben ongehuwd en heb een prachtig gevuld leven”, zo introduceert hij zichzelf aan de lezer.

Een hardwerkende ambtenaar. Een opgeruimde consciëntieuze jongen ook, die zich stoort aan slordigheid en lichtzinnigheid. Dat laatste maakt hij steeds vaker mee bij de snel uitdijende NZa.

De cultuur verandert. Als hij op 1 januari 2000 bij een van de rechtsvoorgangers van de NZa begint, staat kennis van de complexe zorgsector voorop. Maar kantoorpolitiek wordt steeds belangrijker, merkt hij, zeker nu de toezichthouder een gezicht begint te krijgen in de samenleving. Je moet „scoren” op dossiers, hoort hij van leidinggevenden. Wat zijn z’n targets?

De cultuurverandering hangt samen met de komst van enkele managers van de OPTA, de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. Die toezichthouder maakte naam door met gestrekt been monopolist KPN aan te pakken. Nadat de telecommarkt is geliberaliseerd, is de zorgsector aan de beurt. Stapsgewijs worden sinds 2006 tarieven in de gezondheidszorg vrij onderhandelbaar. De zorg moet een markt worden.

Een van de OPTA-jongens, zoals ze intern genoemd worden, is de unitmanager van Gotlieb. Hij wordt binnengehaald door de directeur van Gotlieb die zelf ook van de OPTA komt.

Luuk Huiskens zat jarenlang tegenover Arthur Gotlieb, samen op één kamer. Tot zijn pensioen in april 2011. „In mijn laatste jaar heb ik meegemaakt dat de strijd begon”, herinnert hij zich. „Arthur werd niet gewaardeerd door de nieuwe managers. Die wilden graag dat wij op onze tenen liepen, snelle rapportjes schreven. Het gedegen ambtelijke werk, waar Arthur goed in was, werd te weinig gewaardeerd. Vlak voor ik wegging, kreeg Arthur de eerste negatieve beoordeling in zijn leven. Het was een machtsspel van managers met weinig mededogen. Daarbij delft zo’n ambtenaar als Arthur, die hard werkt en heel correct en compleet wil zijn, het onderspit. Zij hadden liever jongens en meiden die inventiever en sneller zijn, een soort aspirant-managers. Het verhaal van Arthur lijkt op Het Bureau van Voskuil, maar dan in het echt.”

De verharding valt Gotlieb zwaar. Er ontstaat bij de NZa een afrekencultuur, noteert hij. Meten en beoordelen van prestaties van de medewerkers gebeurt in alle openheid. Op het intranet leest hij dat iedereen in vier kwadranten wordt ingedeeld: van mensen met een hoge toegevoegde waarde en een hoog groeipotentieel tot het kwadrant met lage toegevoegde waarde en een laag groeipotentieel. In de laatste categorie vallen vijftien mensen.

Wie zijn dat? En wat betekent dit allemaal? Geruchten over reorganisaties nemen toe. Zijn chefs komen steeds vaker uit een overleg en spreken dan over „een nieuw functiegebouw” of „mobiliteitsbevorderende maatregelen” en andere eufemismen voor ontslagen. Op het interne netwerk ontdekt Gotlieb een notitie waarin beschreven wordt hoe het aantal arbeidsplaatsen bij zijn werkgever van 254 in 2010 moet slinken naar 223 in 2015. Wie vliegt eruit, wie niet? Hij voelt zich onveilig, en dat doet pijn. Want zijn baan is de mooiste baan uit zijn leven. Maar die zal „een oefening in overleven” worden, zo voorziet Gotlieb.

Ziet hij spoken? Heeft hij last van hersenschimmen? In zijn nauwgezette verweerschrift maakt Gotlieb gewag van soms ogenschijnlijk kleine voorvallen die hem sterken in de overtuiging dat hij eruit moet. Het begint in 2010 misschien onschuldig, maar als hij drie jaar later de balans opmaakt, zijn de ervaringen op de werkvloer aangegroeid tot een indrukwekkend dossier, waarin hij minutieus beschrijft hoe hij wordt aangepakt. Gotlieb onderbouwt alles met e-mails, bandopnames, foto’s en ander bewijsmateriaal. Op pagina 443 van zijn dossier staat een overzicht van de „ondermijnende maatregelen”.

Het actief belemmeren, weigeren of negeren van aangevraagde trainings- en ontplooiingskansen. Onzorgvuldige HRM-procedures (personeelsbeleid). Evident onzorgvuldige beoordelingen. Gesprekken weigeren in het kader van de jaarlijkse HRM-cyclus. Tekortschieten in de zorgplicht van werkgever tegenover werknemer. Verzuim van reactie op signalen over arbeidsomstandigheden. Uitsluiten van deelname aan overleg. Ontnemen van verworvenheden zonder motivering. Toekennen van een topzwaar werkpakket. Uitblijven van reacties op herhaalde verzoeken per e-mail.

Hij is slachtoffer van de operatie „Werk Arthur de deur uit”, concludeert Arthur.

21 september 2010

Voor mij staat onomstotelijk staat vast dat het managementteam met mij (…) een mobiliteitsbeleid heeft gevoerd waarbij de vinger maar één kant op wees: naar de uitgang. Nu gebeurde dit op een weinig subtiele manier, die het eigenlijk voor mij vergemakkelijkt om te demonstreren welke lijn met mij gevolgd is. Het lag er namelijk duimendik bovenop. De lastigheid voor het managementteam was dat ik mijn werk gewoon prima doe. Alles komt op tijd af, ziet er prima uit en komt in een plezierige samenwerking tot stand. En dat al sinds het jaar 2000, met onveranderd voldoende eindbeoordelingen. Een lastig klusje dus. Uiteraard ging niet meteen de beuk erin, later wel overigens, maar aanvankelijk probeerde men mij met zachte hand naar de uitgang te begeleiden. Alsof ik gekke Henkie was. Het besef dat je eruit gewerkt gaat worden, is uitermate beangstigend. Bij een goede medewerker kan dat namelijk alleen met venijn of bruut geweld. Daarom heb ik twee nachten liggen woelen, transpireren en naar lucht liggen happen. Mijn werk is bijzonder belangrijk voor mij en ik voel mij zeer verbonden met de NZa.

26 september 2010

In het weekend merk ik dat de jarenlange opeenstapeling van tegenwerking mij teveel wordt. Ik zit uren op de bank voor mij uit te staren. Gedachten malen rond, lamgeslagen,het voelt als geamputeerd zijn. Wat moet ik doen? Nóg beter werk afleveren kan bijna niet. Ik mag dan taai zijn; onbreekbaar ben ik niet.

29 september 2010

Ik meld mij bij de huisarts met klachten van spanning, slapeloosheid en depressie. Na een lang consult, waarin de exacte aanleiding van mijn klachten genoteerd is, ben ik onder behandeling gesteld met een antidepressivum. Bij mijn huisartsenpraktijk sta ik ingeschreven sinds 1988, dus zo’n vijfentwintig jaar. Niet eerder meldde ik bij mijn dokter werkgerelateerde spanningsklachten. Onafgebroken was ik in loondienst gedurende hetzelfde aantal jaren. Dan is er wel iets bijzonders aan de hand. Een medicijn in je lijf is niet fijn, maar de nadelen neem ik op de koop toe.

Hij laat zijn gezondheidsproblemen niet rechtstreeks aan zijn werkgever weten. Wel via enquêtes, maar niet via de bedrijfsarts. Dat zal hij pas eind 2013 doen. Gotlieb probeert zo goed mogelijk te functioneren. Niemand weet van zijn depressie, schrijft hij. Hij is strijdbaar.

Najaar 2010

Eén ding stond voor mij als een paal boven water. Ik loop te lang mee bij de NZa om mij eruit te laten duwen door het boze oog. Deze jongen laat zich niet kisten door het platte machtswoord van de boven hem gestelden. Hoe moeilijk ook, zal ik mij een weg banen tegen de verdrukking in.

Maar zijn chef zit op ramkoers, zo blijkt uit het dossier.

Hij begint mij te kwetsen en te beschadigen; het zelfvertrouwen te breken. Dit mist zijn effect niet. Vanaf 2012 zien collega’s dat ik een onzeker mens word.

Als Gotlieb na bijna twee jaar zonder ziekteverzuim op maandag 6 februari 2012 met griep in bed ligt, informeert zijn chef wanneer hij een afspraak bij de huisarts heeft. Dat blijkt woensdag te zijn. De chef maant hem per e-mail die afspraak te vervroegen zodat hij weer sneller inzetbaar is. Gotlieb voelt zich opgejaagd.

Hij geeft een overzicht van „de kwaliteit van de ondersteuning” die hij vanuit personeelszaken (HRM) ontvangt vanaf medio 2011: Op drie mails over een cursus komt geen antwoord. Een trainingsplan dan? HRM doet niets. Het dossier bevat een e-mail van Arthur aan personeelszaken: „Bij de NZa komt het vaak voor dat medewerkers ondersteund worden met intensieve trainingstrajecten, waaronder persoonlijke coaching. Zelf kijk ik terug op slechts een handvol cursusdagen in vier jaar tijd, hoewel ik om meer training vroeg. Nu ik voor het eerst onvoldoendes blijk te scoren op punten die sinds mijn indiensttreding in het jaar 2000 voldoende waren, heb ik nog sterker het gevoel rond te dobberen. Het lijkt mij goed om samen te bekijken op welke wijze de ontwikkelpunten effectief kunnen worden aangepakt.”

Hier kan toch geen misverstand over bestaan: het is alsof ik een etiket op mijn voorhoofd heb met de tekst: ‘Help mij’. Ik doe schriftelijk een beroep op HRM. Hoewel ik nadrukkelijk aangeef open te staan voor betrokkenheid van HRM, volgt van [een HRM-medewerker] geen reactie, geen enkel woord.

Zijn conclusie: van personeelszaken valt niets te verwachten. „Ik sta er alleen voor.”

Arthur wordt na dertien jaar op de unit ‘dure geneesmiddelen’ per 1 januari 2013 overgeplaatst naar de unit GGZ, overigens met instemming van hemzelf. Hij begrijpt de overtuiging van zijn leidinggevende dat het tijd voor verandering is. Maar als zijn nieuwe manager in april 2013 zegt dat hij niet goed functioneert, is voor hem de maat vol.

Ik ben hem eigenlijk wel dankbaar voor zijn duidelijkheid, want vanaf dat moment begin ik maar eens aan het boekwerk te schrijven dat u nu in handen heeft. […] Vergeet niet dat je iedereen gek kunt maken. Zelfs mij. Dankzij het door [de directeur afdeling Cure] met mij gevoerde beleid ben ik al drie jaar onder behandeling met antidepressiva.

Terwijl zijn directeur een personal coach bezoekt in Zuid-Spanje en zijn unitmanager ook een personal coach krijgt, is er voor Gotlieb geen geld, signaleert hij. Ook een afgesproken cursus vergadertechniek blijkt hij niet te mogen volgen. In het jaarlijkse planningsgesprek wordt hij overladen met werk. Op zijn bureau ligt werk voor 2,0 fte, berekent hij. Hij staaft dat door zijn taken en tijden die hiervoor worden ingeboekt nauwkeurig te vergelijken met die van collega’s. Er is geen tweede met zo’n waanzinnig pakket, schrijft hij.

Nu ben ik geen krentenweger. Van mij mag het gerust een onsje meer zijn; ik zal er met plezier een schep bovenop doen. Echter, het toekennen van werk voor 2,0 fte gaat mij danig te ver. Dat is gewoon diefstal. […] Met de werkafspraken kan ik alleen akkoord gaan onder voorwaarde dat [zijn unitmanager] mijn uren terugbrengt tot normaal. Aan het eind van het planningsgesprek zegt hij mij toe dat te zullen doen. „Wanneer weet ik dat?” vraag ik hem. „Binnen twee weken”, antwoordt [zijn unitmanager]. Ik hoor er nooit meer wat op.

De punctualiteit en zorgvuldigheid waarmee Arthur pleegt te werken, contrasteren scherp met die van zijn leidinggevenden. Hij wordt genegeerd. Zijn unitmanager reageert consequent niet op zijn mails. En bij regulier overleg blijkt zijn manager de afspraken telkens vergeten en weet hij ook niet wat er besproken moet worden.

Dus iedere maand zat ik tegenover [zijn unitmanager]. Met een agenda die ik hem tevoren stuurde. Op geen van de 18 berichten die ik hem in dit verband mailde, ontving ik een reactie. De bijeenkomsten blijken voor hem vaak een verrassing te zijn. Dan stond ik voor zijn kantoor en zei hij verbaasd: ‘Hebben we overleg?’ Blijkbaar had hij zowel mijn bespreekpunten gemist als niet in zijn Outlook Agenda gekeken.

11 oktober 2013

Een organisatie drijft op zijn mensen. Ik ben een vitaal onderdeel van het schip. Te oordelen naar de vele lovende recensies [van collega’s en professionals uit de zorg] over mijn werk: een kroonjuweel. Wanneer de NZa zijn kroonjuwelen verpulvert, moet er aan de rem getrokken worden. […] Ik zit in een situatie die zo absurd is, dat ik mij gedeisd houd. Vóór alles ben ik geschrokken van hoe slecht mensen kunnen zijn. Mijn verontwaardiging probeer ik te bedwingen. Als je toegeeft aan je boosheid ga je lijken op datgene waartegen je vecht.

Bestuursvoorzitter Theo Langejan spreekt zo nu en dan over creatieve destructie – de theorie dat succesvolle innovatie gevestigde bedrijven en werkgelegenheid vernietigt en vervangt. Gotlieb denkt alleen maar aan het gebrek aan mededogen. Voor het eerst verbindt hij zijn problemen op het werk met zelfdoding. Mensen mogen failliet gaan, schrijft hij. Hij verwijst naar een artikel in NRC Handelsblad over zelfmoorden naar aanleiding van reorganisaties. „Mensen kunnen van flatgebouwen springen wanneer een werkgever achteloos met ze omgaat.”

Die maand krijgt Arthur de eerste negatieve jaarbeoordeling in zijn loopbaan. De beoordeling is opgebouwd uit deelscores. Vorig jaar waren er drie negatief, nu twaalf van de 21. Er ontbreekt een „plausibele motivering”.

Met recht meen ik te kunnen stellen dat [zijn unitmanager] mij een serie mokerslagen uitdeelt. Kennelijk heeft hij de opdracht gekregen om mij te vernietigen. Een andere verklaring is er niet. Waarom is er geen andere verklaring? Deze onvoldoende eindscore is de eerste in mijn 14 dienstjaren bij de NZa. Bij een trendbreuk hoort een deugdelijke motivering, zou je zeggen. Evenmin als [zijn unitmanager] lijkt te weten dat er zoiets bestaat als een inspanningsverplichting en zorgplicht, onderbouwt hij de onvoldoende deelscores niet met enige aannemelijke motivering.

Hij bereidt zich voor op het beoordelingsgesprek met zijn unitmanager. Arthur neemt een besluit: hij zal dat gesprek opnemen. Maar dat doet hij niet vanuit lichtzinnigheid, noteert hij. Wie zich ernstig bedreigd voelt, mag volgens hem overgaan tot het opnemen van een gesprek waar hij zelf aan deelneemt.

Ik wil mij gewoon niet laten afslachten zonder getuigen. Bovendien heb ik de nare ervaring dat mijn vorige unitmanager na afloop van de beoordeling 2011 deed voorkomen dat hij in het gesprek alles keurig had toegelicht. Dat wil ik niet opnieuw meemaken.

Het beoordelingsgesprek is op 29 november 2013. De integrale opname ervan staat op de dvd-rom die het dossier van Arthur vergezelt. Het laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Zijn unitmanager maakt een ongeïnteresseerde, nonchalante indruk. Gotlieb houdt het gesprek op gang. Wanneer hij informeert naar de reden voor bepaalde onvoldoendes, vallen stiltes die oplopen tot 15 seconden. Zijn unitmanager stottert, maakt zijn zinnen niet af en hult zich in vaagheden. Een deugdelijke motivering voor de twaalf onvoldoendes geeft hij niet. Ondertussen tikt hij ongeduldig op de tafel met zijn vingers en een koffiebekertje.

Gotlieb maakt een rustige, redelijke indruk. Hij zegt in het gesprek: „Ik heb slapeloze nachten”, en: „Je weet niet waar ik in zit”. Twee weken later, tijdens een werkbespreking met zijn unitmanager op 12 december, spreekt hij zich nog eens uit: „Als ik breek, hebben we helemaal niks.” In geen van de gevallen reageert zijn manager daarop. Arthur is radeloos en „intens verdrietig”.

Gotlieb meldt zich op 16 december 2013 ziek. De werksituatie is ondraaglijk. „Ik loop al zeker een jaar op mijn reserves.” Vier dagen later constateert de bedrijfsarts een te langdurig gespannen boog. Zij adviseert hem dringend rust te nemen. „Wat voor de bedrijfsarts in een half uur duidelijk is, ziet het managementteam nog niet in zes jaar.” Als collega’s op kosten van de NZa een bloemetje willen laten bezorgen bij de zieke Arthur, grijpt zijn unitmanager in. Arthur krijgt geen bloemetje.

Onder het kopje ‘Annus Horribilis’ blikt hij terug.

2013 was voor mij een hondenjaar. Met een onevenredige hardvochtigheid ben ik in een existentiële crisis gedreven. Dit gebeurde op listige en stelselmatige wijze. Zoiets is alleen mogelijk wanneer het bestuur een vrijbrief afgeeft om mensen te beschadigen. In de woorden van de Voorzitter: Ik geloof zelf sterk dat we echt creatieve destructie moeten bedrijven.

Op de laatste pagina komt hij tot de slotsom dat de schade die hij heeft ervaren groot is. Met „man en macht” is geprobeerd „een gezonde boom te ontwortelen; een medewerker die aantoonbaar goed werk verricht.”

Het gehele managementteam stel ik verantwoordelijk voor de toedracht van de situatie waarin ik verkeer. Het is onwaarschijnlijk dat zij niets geweten hebben van de koers die de anderen met mij voor ogen hadden. […] Mij dunkt dat wat ik hierbij aanreik, voldoende is om tot een heroverweging van het besluit te komen. Moge de toekomst beterschap brengen voor beide kanten. Aan mijn baan bij de NZa houd ik met kracht vast en vertrouw op een fatsoenlijker bejegening.

Nadat Arthur zijn dossier op 10 januari 2014 heeft afgegeven bij zijn werkgever, gaat hij op therapeutische basis een paar uur per dag werken. Maar de man die zich er niet uit zou laten duwen „door het boze oog” en die de „oefening in overleven” in 2010 strijdlustig aanging, kan het niet meer aan. Op woensdagavond 22 januari maakt Arthur een einde aan zijn leven. Als hij een week later wordt gecremeerd, staan vijftig collega’s bij zijn kist. Het managementteam is afwezig, op uitdrukkelijk verzoek van de familie.

Verantwoording

Senior beleidsmedewerker Arthur Gotlieb (50) van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) was een werknemer met een arbeidsconflict en klokkenluider tegen wil en dank. Hij boekstaafde zijn ervaringen minutieus en verwerkte die in een 600 pagina’s tellend bezwaarschrift tegen een negatieve beoordeling. Hij beschrijft daarin hoe patiëntengegevens en vertrouwelijke documenten niet veilig zijn binnen de NZa. Van de 600 pagina’s gaan er 459 over de manier waarop hij afgelopen jaren is behandeld door het management. Na inlevering van zijn dossier maakte hij op 22 januari een einde aan zijn leven.

De familie van Arthur Gotlieb, zijn broer en ouders, namen na zijn overlijden contact op met NRC Handelsblad. Dat gebeurde nadat de familie, naar eigen zeggen, onvoldoende gehoor vond bij de NZa-leiding.

De krant kreeg de beschikking over het dossier. De omvang van verslaglegging is indrukwekkend. Gotlieb bouwde zijn betoog bijna wetenschappelijk op, met een uitgebreid notenapparaat. Die noten verwijzen naar correspondentie, foto’s, films, geluidsfragmenten of andere documenten.

De weken nadat de krant de beschikking kreeg over het dossier zijn gebruikt om zijn verhaal te controleren. Want was Arthur Gotlieb niet een kantoormedewerker die de weg kwijtraakte? Klopten de aantijgingen wel?

De krant sprak met diverse (ex-)collega’s en met professionals uit de zorgsector die beroepsmatig met hem te maken hadden. Niet één sprak van gekte. Wel van een gewaardeerd en zachtaardig mens. Sociaal, attent. Een toegewijde vakman met humor.

Gotliebs aanklacht over de slordige omgang met vertrouwelijke informatie werd deze week erkend door de NZa, met de mededeling dat de problemen grotendeels zouden zijn opgelost.

Driekwart van Gotliebs dossier gaat over zijn ervaringen op de werkvloer. Over zijn omgang met directe leidinggevenden en de problemen die hij daarbij ervoer. Zijn persoonlijke relaas schreef hij met dezelfde zorgvuldigheid, af en toe zelfs met enige humor. Daarbij ging hij nauwgezet te werk en bleek weer alles gedocumenteerd. Overigens wordt zijn toon in het dossier tegen het einde emotioneler en feller.

NRC Handelsblad nam contact op met zijn (ex-)managers en met de leiding van de NZa. Met de raad van bestuur is uitgebreid gesproken. De artikelen zijn voor publicatie voorgelegd. De NZa en de ex-managers wensen, hangende het onderzoek, niet inhoudelijk te reageren. In onderstaand verhaal zijn de managers geanonimiseerd.

De familie van Gotlieb vindt dat zijn verhaal gehoord moet worden. U leest het vandaag omdat de krant ook vindt dat zijn persoonlijke relaas verteld moet worden. Het staat model voor hoe werknemers kunnen vastlopen in een organisatie. Niet eerder was er, voor zover bekend, iemand die dat zo indringend en gedocumenteerd opschreef als Arthur Gotlieb.

Bij de crematie

Johan van Manen, tijdens de crematie

Ik heb jarenlang met Arthur gewerkt aan een regeling voor de vergoeding van dure geneesmiddelen voor ziekenhuizen. Een erg ingewikkeld onderwerp. Arthur slaagde erin om met alle partijen prima overleg te voeren, liet iedereen in zijn waarde, en zorgde met zijn kennis van zaken, zijn humor en aimabele persoon voor goed overleg en werkbare oplossingen.

Esther Griek, tijdens de crematie

Arthur stond bekend als de expert van het dossier dure geneesmiddelen. (…) Dat deed hij heel goed, daar genoot hij van, en daar werd hij voor gewaardeerd door ons allemaal. Niet alleen binnen de NZa, ook buiten de NZa heeft Arthur met veel mensen uit de farmacie een jarenlange werkrelatie opgebouwd. Arthur Gotlieb is een bekende naam in die wereld. (…) Hij was heel attent. Sociaal. Hij was bij alle kerstborrels, afscheidsborrels en kraamvisites en ik herinner me een directie-uitje met een speurtocht in Utrecht waarbij Arthur ons in café Hoffman spontaan verrast heeft op een jazzy pianoconcert. Wij stonden om hem heen en hij schitterde.

 

Interne wanorde bij Zorgautoriteit

Uit een uitvoerig dossier van een klokkenluider blijkt dat privacygevoelige gegevens bij de Nederlandse Zorgautoriteit niet veilig waren. De minister stelt een onderzoek in.

Door

Joep Dohmen en Jeroen Wester namens NRC Handelsblad

Medische gegevens en concurrentiegevoelige informatie van zorgverzekeraars en zorgverleners zijn niet veilig bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De toezichthouder op de zorgsector schendt daarmee al jaren de eigen regels over informatiebeveiliging en de Wet bescherming persoonsgegevens.

Dat blijkt uit een 600 pagina’s tellend bezwaarschrift geschreven door Arthur Gotlieb, senior beleidsmedewerker van de NZa. In zijn dossier, in handen van deze krant, beschrijft Gotlieb hoe hij intern de klok luidde en hoe zijn managers alle middelen inzetten om hem kwijt te raken. Nadat Gotlieb zijn bezwaarschrift in januari dit jaar had ingeleverd bij de leiding van de NZa, pleegde hij zelfmoord. Hij werd 50 jaar. Uit zijn dossier blijkt dat hij de afgelopen jaren meerdere malen waarschuwde voor de lekken in de ICT-beveiliging. Zijn leidinggevenden hebben daar vaak niet op gereageerd.

De NZa-leiding informeerde minister Schippers (Zorg, VVD) afgelopen dinsdag over de zelfdoding en over het dossier rond de interne veiligheidsproblemen. Dat gebeurde nadat NRC Handelsblad vorige week vrijdag vragen had gesteld aan de NZa. Het ministerie kondigde daarop gisteren een onderzoek aan door een onafhankelijke commissie onder leiding van Hans Borstlap, oud-topambtenaar en lid van de Raad van State.

Borstlap moet de handelwijze van de NZa onderzoeken, zo blijkt uit een brief die de minister inmiddels aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Daarbij wordt extra gelet op het borgen van ICT-veiligheid en vertrouwelijkheid van dossiers.

Gotlieb werkte sinds 2000 bij de NZa en haar rechtsvoorgangers. De organisatie houdt namens de rijksoverheid toezicht op de besteding van 90 miljard euro per jaar in de zorgsector. Bestuursvoorzitter Theo Langejan zei vrijdag tegen de krant zelf ook opdracht te zullen geven voor een onderzoek. Hij wilde weten „of er fouten zijn gemaakt zijn in het personeelsbeleid en welke lessen de organisatie kan leren”. De familie van Gotlieb protesteerde tegen een onderzoek in opdracht van de NZa zelf, en eiste een onafhankelijk onderzoek in opdracht van het ministerie van VWS. De familie vindt het „erg triest” dat het „kennelijk tot afgelopen dinsdag de bedoeling was dat het verhaal van Arthur in de doofpot zou verdwijnen.”

Het dossier van Gotlieb maakt duidelijk dat het bij de NZa om structurele en grootschalige schendingen van de veiligheid van informatie gaat. Voor het complete personeel, vakantiekrachten en uitzendkrachten incluis, waren jarenlang de meest vertrouwelijke documenten te zien op een centrale computerschijf, in het digitale postsysteem en in Outlook Agenda.

Tot de stukken die voor iedereen binnen de NZa beschikbaar waren, behoort een brief van directeur Paul Frencken van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Hij blijkt in 2009 bij de NZa gesolliciteerd te hebben naar een directeursfunctie. Frencken zegt in een reactie dat hij het „bijzonder vervelend” vindt dat zijn privacy geschonden is. „Om dat te begrijpen hoef je niet bij het CBP te werken.”

Op het interne netwerk van de NZa stonden ook illegaal verkregen speelfilms, waaronder de laatsteDie Hard-film met Bruce Willis en meer dan 2.000 niet-rechtenvrije e-boeken.

Het CBP is niet door de NZa geïnformeerd over problemen. Het College heeft na vragen van deze krant zelf inlichtingen ingewonnen.

De NZa zegt maatregelen te hebben genomen om de informatie beter te beveiligen. „Het is niet goed gegaan en valt niet goed te praten. Ik betreur het”, aldus bestuurslid Eitel Homan, verantwoordelijk voor de ICT.

 

Iedereen kon grasduinen op de V-schijf

Gegevens van patiënten, personeel en ziekenhuizen waren voor alle medewerkers van zorgautoriteit NZa in te zien. Van ontslagbrieven tot intieme verslagen over een patiënt. Een klokkenluider werd genegeerd. „Het mag een wonder heten dat dit veiligheidslek niet tot een ernstig incident heeft geleid.”

Door

Joep Dohmen en Jeroen Wester namens NRC Handelsblad

Arthur Gotlieb levert het dossier 10 januari af bij de NZa, zijn werkgever. „Grijp het aan als bruikbaar organisatieadvies. Zie het als een cadeaubon. Sterker nog: zie het als een godsgeschenk, bedoeld om de Nederlandse Zorgautoriteit te behoeden voor een diepe val.”

Het 600 pagina’s dikke dossier dat Gotlieb, beleidsmedewerker, afgelopen jaar samenstelde, is niet geschreven uit rancune. Het stuk leest als een welgemeend advies aan zijn hoogste baas, de raad van bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

De inhoud getuigt van schrijftalent maar de aanleiding zoveel pagina’s vol te schrijven is allesbehalve een vrolijke. Gotlieb luidt jarenlang intern de noodklok, zonder resultaat. Zijn „herhaalde pogingen om onzorgvuldigheden en wanbeleid aan te kaarten” zijn afgeketst, staat in het dossier waarover deze krant beschikt. En daar komt eind 2013 een conflict bij met zijn unitmanager over een slechte werkbeoordeling.

Het dossier, onderdeel van het bezwaarschrift tegen zijn werkbeoordeling, beschrijft tot in detail een reeks misstanden bij de NZa. De verwijten worden onderbouwd met 3 gigabyte aan bewijzen, zoals interne correspondentie, documenten, foto’s, geluidsfragmenten, alles bijeengebracht op een dvd-rom.

Wat er uitspringt in het dossier van Gotlieb: patiëntengegevens en vertrouwelijke documenten zijn niet veilig bij de toezichthouder die een jaarlijkse geldstroom van 90 miljard controleert.

„Helaas zie ik geen andere route dan het u te melden langs deze onsympathieke weg”, schrijft Arthur Gotlieb. „De geest moet uit de fles en het deksel van de pot. Opdat het management tijdig kan bijsturen. Dit schreeuwt namelijk om interventie.” Twee weken nadat hij dit dossier had ingeleverd, pleegde Arthur Gotlieb zelfmoord.

Medische gegevens, data zorginstellingen

Op het hoofdkantoor van de NZa in Utrecht passeren medische geheimen en bijzondere persoonsgegevens waarvoor het hoogste beveiligingsniveau geldt. De organisatie is in het bezit van complete medische dossiers. Daarnaast heeft de toezichthouder de beschikking over grote hoeveelheden vertrouwelijke en concurrentiegevoelige bedrijfsinformatie van ziekenhuizen en andere zorginstellingen.

De inhoud varieert: van de financiële doelmatigheid van klinieken tot interne rapportages van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Die informatie heeft de organisatie bijvoorbeeld nodig om te beoordelen of ziekenhuizen recht hebben op financiële compensatie.

Zulke vertrouwelijke stukken moeten veilig zijn opgeborgen, ook digitaal. Het dossier toont dat dit jarenlang niet het geval is. Daarmee schendt de NZa niet alleen het eigen informatieveiligheidsbeleid, maar overtreedt de NZa ook de Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet marktordening gezondheidszorg. De NZa is volgens deze wetten verplicht tot geheimhouding van persoonsgegevens en andere vertrouwelijke informatie. De NZa dient te garanderen dat de opgeslagen informatie adequaat beveiligd is.

De NZa bestaat al sinds 2006 maar het beleid over de veiligheid van informatie komt pas laat op gang. Op 1 januari 2013 publiceert de raad van bestuur het ‘Informatiebeveiligingsbeleid NZa’. De ondernemingsraad (OR) vindt het te mager en vraagt aanpassingen die de veiligheid beter garanderen.

De OR laat aan het personeel weten: „We willen natuurlijk niet dat onze bestanden met data van ziekenhuizen gehackt worden. Of dat iemand zomaar in ons gebouw kan rondlopen op zoek naar gegevens over een ophanden zijnde fusie tussen twee zorginstellingen. Maar ook de personeelsdossiers moeten goed afgeschermd zijn, net als kopieën uit medische dossiers van een toezichtonderzoek.”

Clean desk, niemand houdt zich eraan

De NZa heeft een huisreglement waarin staat dat je pas naar huis mag als je ‘desk clean’ is. De praktijk is anders – zo blijkt uit tientallen foto’s. Bureaus, papierbakken en printers liggen vol vertrouwelijk materiaal. Dat is niet zonder risico, ook al omdat het een komen en gaan is van tijdelijk personeel, plantenverzorgers en schoonmakers. In 2011 maakt Arthur Gotlieb bij zijn unitmanager melding van gelekte vertrouwelijke stukken. Hij krijgt geen reactie.

De NZa heeft een huisreglement waarin staat dat je pas naar huis mag als je ‘desk clean’ is. De praktijk is anders – zo blijkt uit tientallen foto’s. Bureaus, papierbakken en printers liggen vol vertrouwelijk materiaal. Dat is niet zonder risico, ook al omdat het een komen en gaan is van tijdelijk personeel, plantenverzorgers en schoonmakers. In 2011 maakt Arthur Gotlieb bij zijn unitmanager melding van gelekte vertrouwelijke stukken. Hij krijgt geen reactie.

Ook verlaten medewerkers met grote regelmaat de NZa om te gaan werken bij instellingen waarop zij eerst toezicht hielden. Regels die dat verbieden heeft de NZa niet, terwijl de toezichthouder straffen kan opleggen aan de onder haar toezicht staande instellingen en die instellingen ook kan dwingen vertrouwelijke informatie met de NZa te delen. Medewerkers beschikken per definitie over vertrouwelijke informatie over de zorgsector. De plaatsvervangend directeur Cure gaat in 2012 zonder problemen naar de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, in vrijwel dezelfde functie. Bij de NZa heeft hij zich tot op de laatste dag beziggehouden met ziekenhuisdossiers.

Of neem de adviseur van de raad van bestuur. Hij wordt in 2012 consultant voor de farmaceutische industrie. Als fabrikant Bayer in augustus dat jaar de NZa voor de rechter daagt over vergoeden van geneesmiddelen, blijkt de consultant over de conceptdagvaarding te beschikken. In het dossier zit een e-mail van hem waarin staat dat hij het stuk van het hoofd juridische zaken van de NZa heeft gekregen.

Het belletje rinkelt helemaal niet

‘Langs deze weg wil ik u graag informeren over mijn bijzondere belangstelling voor de functie van directeur Toezicht & Handhaving bij de Nederlandse Zorgautoriteit. Op dit moment ben ik algemeen directeur van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP).”

CBP-directeur Paul Frencken solliciteert in juni 2009 bij de NZa. Brief en cv van de directeur van de ‘privacywaakhond’ zijn meer dan vier jaar lang in te zien voor het complete personeel, uitzendkrachten incluis. Ze staan in Outlook Agenda van de directeur van de afdeling Cure.

Dat is niet vreemd binnen de NZa, waar veel vertrouwelijke stukken voor iedereen digitaal toegankelijk zijn. Zoals in Outlook Agenda. Het management propageert „het openstellen van de agenda’s” voor elkaar. Dit zonder restrictie of instructie. Maar sommige afspraken met bezoekers lenen zich niet voor publieke vermelding.

Dat uitgerekend de privacy van de directeur van het CBP wordt geschonden, is opmerkelijk. Gotlieb in zijn dossier: „Bij zo’n opmerkenswaardig geval gaat er een belletje rinkelen, zou je zeggen. Maar er rinkelt helemaal niets bij [hier stond de naam van de directeur Cure; red.]. Met een simpele muisklik had hij de privacygevoelige stukken kunnen verwijderen uit zijn Outlook Agenda. Dat heeft hij niet gedaan.”

De directeur Cure is niet de enige die dat besef niet heeft. Het hoofd juridische zaken stuurt in 2012 via Outlook Agenda een vergaderverzoek met als bijlage een ernstige klacht over de NZa. Die komt van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde en het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap en is voor iedereen toegankelijk: „Bij de afhandeling van de bezwaren overschrijdt de NZa structureel en in grote mate de wettelijke termijnen, zonder kennisgevingen of toestemming van de bezwaarden. (…) Kennelijke fouten worden niet hersteld. (…) De genoemde gebeurtenissen hebben vanaf eind 2007 plaatsgevonden.”

Medewerkers van de personeelsafdeling, onder wie de officiële vertrouwenspersoon, schermen vertrouwelijke afspraken en bijbehorende correspondentie niet af in hun agenda. Ook niet als het gaat om medewerkers die ontslagen zijn of zullen worden. Opnieuw kan het hele kantoor meelezen. De agenda van 12 december 2013: „Hoi, ik heb inmiddels het proces bij het UWV in gang gezet, als het goed is word ik deze week gebeld. Ik kom uiteindelijk uit op 16 maanden. Groeten Bianca”.

Dat meelezen kan ook vanuit huis via Outlook Web Access. Met het intoetsen van een gebruikersnaam en wachtwoord in een internetbrowser is de mailserver van de NZa toegankelijk. De gebruikersnaam staat ook boven elke brief die een medewerker van de NZa naar buiten stuurt. Outlook Web Access is een kwetsbare en inbraakgevoelige vorm van e-mailverkeer. Een andere zorgorganisatie, het College voor zorgverzekeringen (CVZ), stelt Outlook Web Access niet beschikbaar aan medewerkers. Ook het ministerie van VWS laat zijn personeel niet van buitenaf inloggen omdat het departement dat onveilig vindt.

Arthur Gotlieb wijst intern op de risico’s. Het dossier: „Op 6 september 2011 heb ik de unitmanager informatiemanagement erop aangesproken. Hier heb ik verder niets meer op gehoord.”

Zelfs vakantiewerker kon bij de V-schijf

Het computernetwerk van de NZa wordt ook gebruikt voor persoonlijke hobby’s van medewerkers. De illegaal gedownloade versie van de Amerikaanse actiefilm ‘A Good Day to Die Hard’ met Bruce Willis – in de winkel te koop voor 17,95 – is er voor iedereen toegankelijk. In totaal staat er voor ruim 8 gigabyte aan zulke speelfilms op de netwerkschijf van de toezichthouder geparkeerd.

Ook aanwezig: 2.030 illegale e-books (niet rechtenvrij). Van Baantjer tot Nicolaas Beets. Van Roald Dahl tot Hugo Claus. Vrijwel alle grote Nederlandstalige schrijvers zijn vertegenwoordigd. En de Bijbel is ook digitaal beschikbaar. In de map van de secretaris van de raad van bestuur staan cd’s van zangeres Eva de Roovere.

Medewerkers kunnen dat allemaal vinden op de zogeheten V-schijf. Alle mappen op deze schijf zijn voor iedereen toegankelijk. Wie goed zoekt kan de individuele salarissen van alle medewerkers vinden. Bestanden kunnen gekopieerd of per e-mail verzonden worden.

De V-schijf, die dient om bestanden tijdelijk te delen en ze vervolgens te verwijderen, groeide de afgelopen jaren echter uit tot zo’n 300 gigabyte aan informatie, het equivalent van 500 volgeschreven cd-roms.

Wie hebben nog meer toegang tot dit zenuwcentrum van de toezichthouder? Onderhoudsmonteurs van de printers, technici voor de audiovisuele apparatuur, coaches en trainers, uitzendkrachten, vakantiewerkers, cateringmedewerkers en de invalkrachten bij de receptie.

Wat kunnen ze zien en meenemen? Bijvoorbeeld 150 geluidsopnamen van hoorzittingen in bezwaarprocedures. Wie uitgenodigd wordt voor een hoorzitting bij de NZa, krijgt te horen dat er een geluidsopname wordt gemaakt voor het verslag en dat de opname daarna gewist wordt. De praktijk is echter dat de geluidsbestanden vaak jarenlang op de V-schijf staan.

Daar staan ze samen met duizenden bestanden over tariefbeschikkingen, bezwaarprocedures en uitgedeelde boetes. Zoals het boetedossier van BePerfect Clinics, het Amstelveense filiaal van een tandenbleek- en beugelketen.

Van alles wat er bij de NZa passeert, staan de ziekenhuizen het meest in de belangstelling. Deze stukken zijn zo vertrouwelijk, dat de NZa ze pas publiceert na vaststelling door de raad van bestuur en commentaar van VWS. Een medewerker die zich bezighoudt met ziekenhuizen zet in 2009 1.631 bestanden op de V-schijf, waaronder zienswijzen over voorgenomen fusies. De getallen en overwegingen zijn concurrentiegevoelig. Op de schijf komt de fusie van Zeeuwse ziekenhuizen voorbij en een rapportage over de doelmatigheidspercentages van alle Nederlandse ziekenhuizen.

De NZa bepaalt ook de tarieven voor dure geneesmiddelen in ziekenhuizen. In 2013 wordt de lijst met medicijnen herijkt om in 2014 nieuwe tarieven af te geven. In september 2013 staan alle databestanden hierover op de schijf. Terwijl de inkoopprijzen van de geneesmiddelen concurrentiegevoelig zijn.

Op een ander deel van het netwerk – de W-schijf, die ook toegankelijk is voor uitzendkrachten – staan de digitale handtekeningen van directeuren en bestuurders alsmede de afbeeldingen van bezoekerspassen in hoge resolutie. Met een afdruk kun je zo een nieuw pasje maken om het gebouw van de NZa binnenkomen.

Van GGZ-dossiers tot pincodes en passen

Tot de documenten met het hoogste beveiligingsniveau behoren patiëntendossiers. Zulke dossiers kan de NZa bijvoorbeeld in beslag nemen bij instellingen die van fraude worden verdacht. Praktijk is om die administratie vervolgens in te scannen. Ook dit staat op de voor iedereen toegankelijke V-schijf.

Wat zit er zoal in? Een onderzoek naar het inmiddels failliete Anatole Zorgbureau in Schiedam. De stukken van het bemiddelingsbureau voor thuiszorg zijn in oktober 2011 op de schijf gezet: 4.582 pagina’s gescande dossiers van overwegend Turkse ingezetenen. Daaronder scans van bankpasjes met pincodes, loonstroken van medewerkers, correspondentie over lichamelijke beperkingen, kopieën van identiteitsbewijzen en zorgpassen, medicatiehistorie, bankafschriften en handgeschreven logboeken: „Dhr gedoucht, dhr op po-stoel gezet, dhr naar moskee gebracht, dhr op bed gelegd”.

Als de NZa in september 2012 de administratie van de Rotterdamse zorginstelling More in beslag neemt, staan twee maanden later 96 GGZ-dossiers van patiënten van More op de V-schijf. De dossiers bevatten kopieën van paspoorten, polisbladen van zorgverzekeringen, medische gegevens, details als „echtgenoot heeft zichzelf opgehangen”, medische vragenlijsten (‘trillen en beven: ja’) en 2.941 pagina’s met verslagen van psychologische onderzoeken.

Arthur Gotlieb concludeert in zijn dossier: „De losse eindjes in de bedrijfsvoering tellen op tot een toestand die niet meer acceptabel is. De bedrijfsvoering geeft aanleiding tot zorgen over de automatiseringspraktijk. De gedeelde V-schijf is een tikkende tijdbom. Het mag een wonder heten dat dit potentiële veiligheidslek niet tot een ernstig incident heeft geleid.”

Reactie NZa

Eindverantwoordelijk voor de informatieveiligheid bij de NZa is Eitel Homan, lid van de raad van bestuur. De afgelopen jaren heeft de NZa het zo goed als mogelijk geprobeerd te regelen, zegt hij. ,,Maar het gedrag in de praktijk was iets anders, moet ik constateren. Ik was niet van alle details op de hoogte. Soms was het onwetendheid om vertrouwelijke stukken mee te sturen bij Agenda afspraken.” Homan zegt dat de NZa maatregelen genomen heeft na het dossier van Arthur Gotlieb. In die zin was het een welkom organisatieadvies, zegt hij. ,,Toen ik het las dacht ik: er moet iets gebeuren.” De voor alle personeel toegankelijke V-schijf is opgeruimd, personeel heeft instructies gekregen en er wordt gecontroleerd. ,,Ik trek het me aan”, antwoordt Homan op de vraag hoe het kan dat jarenlang de meeste vertrouwelijke documenten niet veilig waren. ,,Het is niet goed gegaan en valt niet goed te praten. Ik betreur het.” De NZa informeerde het College bescherming persoonsgegevens niet over de gang van zaken. Gaat Homan dat alsnog doen? ,,Ik zeg toe dat ik dat ga doen.”

Eindverantwoordelijk voor de informatieveiligheid bij de NZa is Eitel Homan, lid van de raad van bestuur. De afgelopen jaren heeft de NZa het zo goed als mogelijk geprobeerd te regelen, zegt hij. ,,Maar het gedrag in de praktijk was iets anders, moet ik constateren. Ik was niet van alle details op de hoogte. Soms was het onwetendheid om vertrouwelijke stukken mee te sturen bij Agenda afspraken.” Homan zegt dat de NZa maatregelen genomen heeft na het dossier van Arthur Gotlieb. In die zin was het een welkom organisatieadvies, zegt hij. ,,Toen ik het las dacht ik: er moet iets gebeuren.” De voor alle personeel toegankelijke V-schijf is opgeruimd, personeel heeft instructies gekregen en er wordt gecontroleerd. ,,Ik trek het me aan”, antwoordt Homan op de vraag hoe het kan dat jarenlang de meeste vertrouwelijke documenten niet veilig waren. ,,Het is niet goed gegaan en valt niet goed te praten. Ik betreur het.” De NZa informeerde het College bescherming persoonsgegevens niet over de gang van zaken. Gaat Homan dat alsnog doen? ,,Ik zeg toe dat ik dat ga doen.”

Bestuursvoorzitter Theo Langejan: „Wat er met Arthur is gebeurd heeft mij geschokt. We zijn er ondersteboven van. Nu nog. Dat neemt niet weg dat de gebreken die hij noemt ernstig zijn. Arthur was een van de mensen die een key-user was. Die was aangesteld om dit soort fouten op te zoeken. In een aantal gevallen heeft hij die ook gemeld. Maar hij heeft ook geconstateerd dat daar in een aantal gevallen niet veel mee gebeurde. Ik betreur het dat Arthur het niet bij ons heeft gemeld, juist omdat hij een key-user is.”

Toezichthouder

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ontstond op de dag dat de ziekenfondspatiënt verdween. De toezichthouder is onlosmakelijk verbonden met de ingrijpende hervorming van het zorgstelsel in 2006. Met een basisverzekering voor iedereen en een keuze tussen verzekeraars die bij ziekenhuizen en artsen medische verrichtingen inkopen.

De NZa heeft sindsdien de cruciale rol om deze ‘gereguleerde marktwerking’ in goede banen te leiden.Zij is marktmeester, toezichthouder, tariefbepaler, adviseur van de minister en regelgever tegelijk voor een sector waarin jaarlijks 90 miljard euro omgaat.

Arthur Gotlieb ‘Volledige inzet’

Arthur Gotlieb (30 oktober 1963 – 22 januari 2014) was senior beleidsmedewerker bij de afdeling Cure van de NZa. Dertien jaar lang is hij de specialist voor de bekostiging van dure medicijnen. Gotlieb levert zijn dossier over de misstanden binnen de NZa op 10 januari dit jaar in bij zijn werkgever. Twee weken later pleegde hij zelfmoord. De internetsite van de NZa: „Arthur was een betrokken collega die zich volledig inzette voor zijn werk bij de NZa.”

Verantwoording

Arthur Gotlieb heeft op 10 januari van dit jaar een 600 pagina’s tellende bezwaarschrift ingediend tegen zijn negatieve beoordeling op zijn werk. Dat werd onder meer ingeleverd bij de raad van bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit. Het verweer ging vergezeld van 3 gigabyte aan bijlagen met e-mails, documenten, foto’s, geluidsbestanden en filmfragmenten ter onderbouwing van zijn verweer.

Op 22 januari pleegde de 50- jarige Gotlieb zelfmoord. Nadien is deze krant in bezit gekomen van dit dossier. NRC Handelsblad heeft contact opgenomen met zijn naaste familie. Die bleek er grote waarde aan te hechten dat zijn verhaal publiek werd.

NRC Handelsblad heeft uitgebreid wederhoor gepleegd bij diverse direct betrokkenen die Gotlieb beroepsmatig of privé kenden. De krant heeft op vrijdag 4 april een gesprek gehad. met de raad van bestuur van de zorgautoriteit. De publicatie van vandaag is ook vooraf voorgelegd aan de NZa.

Er is voor gekozen alle medewerkers van de NZa onder het niveau van de raad van bestuur te anonimiseren.

 

NZa schrapte alarmerende cijfers

Veel ziekenhuizen staan er slechter voor dan gedacht, maar de toezichthouder hield dit uit een rapport.

Door

Joep Dohmen en Jeroen Wester namens NRC Handelsblad

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft eind vorig jaar alarmerende verliezen bij ziekenhuizen verzwegen. In een rapport, dat minister Schippers (Zorg, VVD) vlak voor Kerst naar de Tweede Kamer stuurde, schrapte de toezichthouder op het allerlaatste moment de belangrijkste conclusie. Die luidde dat bijna vier op de tien ziekenhuizen in 2012 verlies leden. Alle hieraan verbonden berekeningen en tabellen verdwenen eveneens uit het rapport.

Bestuursvoorzitter Theo Langejan van de NZa zou persoonlijk hebben ingegrepen omdat hij „niet met slecht nieuws naar buiten wilde”, zo noteerde klokkenluider Arthur Gotlieb in zijn dossier waarover deze krant beschikt. Gotlieb stelde een lijvig dossier samen over misstanden binnen de toezichthouder. Begin dit jaar pleegde hij zelfmoord.

De rapportage die de NZa aanpaste betreft een jaarlijkse analyse van de ziekenhuissector. De rapportage van december 2013 gaat over de toestand van ziekenhuizen tot en met 2012. In dat jaar is de manier waarop artsen hun medische behandelingen declareren ingrijpend gewijzigd. Daarom voerde het kabinet een overgangsregeling in en werden ziekenhuizen in 2012 en 2013 gecompenseerd voor te grote verschillen in inkomsten.

Grote vraag was hoe de ziekenhuizen draaiden zonder die tijdelijke regeling. De auteurs van de jaarlijkse zogeheten marktscan rekenden dat uit. Zonder de financiële compensatie zou 39 procent van de ziekenhuizen in 2012 verlies hebben geleden. Vijf van de acht universitaire medische centra zouden dat jaar zelfs een negatief bedrijfsresultaat hebben gehad. De ziekenhuizen moeten het vanaf 1 januari 2014 zonder de compensatie redden.

Ook andere gegevens werden geschrapt. Zo sneuvelde de analyse dat 10 procent van de ziekenhuizen in 2012 ook met de tijdelijke compensatie een negatief bedrijfsresultaat had. Op andere punten werden teksten afgezwakt.

De NZa zegt lopende het externe onderzoek naar het eigen functioneren geen commentaar te geven.

Het ministerie van Volksgezondheid gaat niet specifiek in op deze kwestie. Het departement laat via een woordvoerder weten dat minister Schippers in zijn algemeenheid alleen de definitieve versie van rapporten van de NZa ontvangt. Die rapporten worden dan naar de Tweede Kamer gestuurd.

Het ministerie kan vooraf „vragen stellen over de onderbouwing of juistheid van informatie of conclusies” van een conceptrapport, reageert een zegsman. „Dit gebeurt op het niveau van medewerkers. De NZa kan daarop wijzigingen aanbrengen. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de NZa, zij bepaalt uiteindelijk wat er wel of niet in het rapport komt te staan.”

Onderzoekscommissie Deskundigen

De commissie die op verzoek van minister Schippers (Zorg, VVD) onderzoek gaat doen naar het intern functioneren van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is vandaag begonnen. Voorzitter van de commissie is Hans Borstlap, oud-topambtenaar en lid van de Raad van State. Als expert op ICT-gebied is Leo Smits benoemd. Hij is directeur van PBLQ, een advies- en onderzoeksbureau voor de publieke sector.

Lid van de commissie met kennis op personeelsgebied is Pauline van der Meer Mohr. Zij is voorzitter van het college van bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het secretariaat is in handen van Bert Kreemers. Hij had dezelfde functie in de commissieDeetman die het seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk onderzocht. Kreemers werkt samen met Maud Klinkers, senior jurist van de Raad van State.

 

NZa-top vertrekt na ophef

Na onthullingen over declaratiegedrag en overtreding van privacyregels stapt de raad van bestuur van de NZa, de toezichthouder op de zorg op. Voorzitter Langejan stopt per direct.

Door

Joep Dohmen en Jeroen Wester namens NRC Handelsblad

De raad van bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is vanmorgen per direct opgestapt. Voorzitter Theo Langejan en bestuurder Eitel Homan besloten daartoe na „de recente berichtgeving” over hun declaratiegedrag.

Dat heeft minister Schippers (Zorg, VVD) in een brief aan de Tweede Kamer gemeld. Vanmorgen is in het bedrijfsrestaurant ook het personeel van de NZa geïnformeerd. Schippers benoemt zo spoedig mogelijk een interim-voorzitter.

De positie van de bestuurders stond sinds april dit jaar onder druk na de onthulling van misstanden bij de toezichthouder, afkomstig uit het dossier van Arthur Gotlieb, een NZa-medewerker die zelfmoord pleegde. Tweede Kamerleden wilden dat de raad van bestuur opstapte, maar minister Schippers vond dat Langejan en Homan konden blijven.

Schippers stelde wel een onderzoek in naar het intern functioneren van de NZa. Een externe commissie onder leiding van Hans Borstlap, oud-topambtenaar en lid van de Raad van State, rapporteert daar dit najaar over.

Dit weekeinde bleek uit onderzoek van deze krant dat driekwart van de 22 buitenlandse dienstreizen die Theo Langejan in vier jaar maakte, waren betaald door bedrijven waarvoor de NZa controleur of opdrachtgever is. Langejan keurde zijn eigen uitgaven goed, in strijd met afspraken hierover. Ook betaalde hij privékosten met de creditcard van de zaak.

In de Kamerbrief schrijft Schippers dat de bestuurders afstand nemen „van de in de media gedane aantijgingen”. Schippers laat een accountant „op het specifieke punt van de bestuurskosten een nadere beoordeling geven”.

Langejan vertrekt per direct, collega Homan blijft op verzoek van de minister nog werkzaam totdat de interim-voorzitter benoemd is.

Langejan blijft vooralsnog topambtenaar, blijkt uit de brief aan de Kamer. Hij wordt voor de duur van een jaar binnen de Algemene Bestuursdienst belast met tijdelijke opdrachten. „Onderwijl zal hij zich actief oriënteren op een nieuwe functie”, aldus Schippers.

De Zorgautoriteit stelt regels op, houdt toezicht en beboet indien nodig zorgpartijen. In de zorg gaat jaarlijks 90 miljard euro om. In april bleek dat er afgelopen jaren van alles fout was gegaan. Medische gegevens en concurrentiegevoelige informatie van zorgverzekeraars en zorgverleners waren niet veilig. Ook verzweeg de NZa vorig jaar alarmerende verliezen bij ziekenhuizen.

Bestuurslid Homan, verantwoordelijk voor de ICT, betuigde spijt over de slordige omgang met vertrouwelijke gegevens. De onthullingen kwamen uit een 600 pagina’s tellend bezwaarschrift geschreven door Arthur Gotlieb, senior beleidsmedewerker van de NZa. In zijn dossier, in handen van deze krant, beschrijft Gotlieb hoe hij intern de klok luidde en hoe zijn managers alle middelen inzetten om hem kwijt te raken. Nadat Gotlieb zijn bezwaarschrift in januari dit jaar had ingeleverd bij de leiding van de NZa, pleegde hij zelfmoord. Hij werd 50 jaar.

Zijn familie zegt opgelucht te zijn. „Het is een eerste, onvermijdelijke stap. Wij hopen dat dit het begin is van een verandering die de NZa moet doormaken”, aldus broer Marcel Gotlieb.

Opgestapt

Theo Langejan (1957) was sinds 2010 voorzitter van de raad van bestuur na een reeks van ambtelijke functies bij vier ministeries, onder meer als directeur-generaal Fiscale Zaken bij het ministerie van Financiën. Bij de NZa volgde hij Frank de Grave (VVD) op. In januari dit jaar benoemde minister Schippers (Zorg, VVD) Langejan voor een nieuwe termijn van vier jaar.

Eitel Homan (1958) was als tweede lid van de raad van bestuur eindverantwoordelijk voor de ICT en informatieveiligheid. Homans termijn zou in oktober dit jaar aflopen. Hij was eerder directeur van het College toezicht zorgverzekeringen, een voorganger van de NZa die samen met het College tarieven gezondheidszorg in 2006 tot de NZa fuseerde.

 

Schippers zette NZa onder druk

De minister van Volksgezondheid negeerde eigen regels door zich te bemoeien met subsidie aan Oogziekenhuis.

Door

Joep Dohmen en Jeroen Wester namens NRC Handelsblad

Minister Edith Schippers (Volksgezondheid, VVD) heeft in 2012 druk uitgeoefend op de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) om het Oogziekenhuis Rotterdam extra subsidie te geven. Dat is in strijd met haar eigen regels. Die zeggen dat het ministerie „zich niet mag bemoeien met de taakuitvoering [van de NZa] voor zover het individuele gevallen betreft”.

Het oogziekenhuis klaagde eind 2011 met succes bij het ministerie van Schippers over een extra subsidie die de NZa had afgewezen. Directeur Curatieve Zorg Veronique Esman van het ministerie ontving in januari 2012 de financieel directeur van het ontevreden ziekenhuis. Hierop werd de NZa te verstaan gegeven dat er wel extra geld te regelen moest zijn. „Onze minister wil graag een oplossing voor het oogziekenhuis”, schreef een ambtenaar van het ministerie aan de NZa. Het ziekenhuis kreeg uiteindelijk 1,25 miljoen euro extra.

Dat blijkt uit documenten waarover deze krant beschikt. Ze zijn onderdeel van het dossier van NZa-medewerker en klokkenluider Arthur Gotlieb. Hij pleegde eerder dit jaar zelfmoord.

Om tegemoet te komen aan de wens van het ministerie om het oogziekenhuis toch extra geld te geven, moest de NZa een truc bedenken. Er was namelijk al een besluit genomen: extra subsidie was afgewezen. Het ziekenhuis werd aangeraden een nieuw verzoek in te dienen, met andere argumenten. De NZa adviseerde het ziekenhuis daarbij informeel en bood op voorhand uitzicht op een positief besluit.

De directiejurist van de NZa oordeelde vernietigend over deze gang van zaken, zo blijkt uit interne correspondentie. Ze concludeerde „dat onder druk van VWS” de Zorgautoriteit terugkwam op haar eerdere brief waarin extra subsidie werd afgewezen. Dat kan niet, waarschuwde de jurist, omdat het besluit om geen geld uit te keren nog steeds bestaat.

NZa-bestuursvoorzitter Theo Langejan besloot die waarschuwing te negeren. De vrees voor negatieve publiciteit speelde ook mee, blijkt uit een interne memo. Langejan werd er door een andere medewerker op geattendeerd dat het oogziekenhuis naar de media en/of de politiek zou kunnen stappen. De medewerker adviseerde toch extra geld te geven „waarmee we veel gedoe kunnen voorkomen”.

Toen op 29 maart 2012 een met hulp van de NZa opgesteld nieuw verzoek binnenkwam, wees Langejan binnen twee weken 1,25 miljoen euro toe. Een van de overwegingen was nu, zo blijkt uit een interne memo van een week eerder, het voorkomen van negatieve publiciteit.

Het Oogziekenhuis Rotterdam is het grootste oogziekenhuis van Nederland en geldt in politiek Den Haag als een doortastende organisatie. De kliniek kwam in 2010 in het nieuws met haar plan om een keten met twintig vestigingen op te richten. In 2012 was het ziekenhuis het op één na winstgevendste van Nederland. In 2011 eiste het juist extra geld omdat het naar eigen zeggen exploitatieverliezen vreesde.

Reactie Ministerie ‘Hoog complexe zorg’

Het ministerie van Volksgezondheid gaat op de meeste vragen die deze krant stelde niet in. Volgens een woordvoerder liep de minister met haar besluit geld toe te kennen aan het Oogziekenhuis Rotterdam vooruit op de uitkomst van een interdepartementaal onderzoek. Zij heeft na dat onderzoek „besloten om naast de UMC’s onder andere het oogziekenhuis (en de twee andere ziekenhuizen) die bijzondere hoog complexe zorg leveren bij wijze van experiment deels voor deze zorg te financieren.”

 

NZa rehabiliteert klokkenluider Arthur Gotlieb

Door

Joep Dohmen en Jeroen Wester namens NRC Handelsblad

Arthur Gotlieb is gerehabiliteerd door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De negatieve werkbeoordeling die voor de beleidsmedewerker in januari mede aanleiding was een einde aan zijn leven te maken, is vernietigd. De direct verantwoordelijke unitmanager van de onvoldoende beoordeling vertrekt bij de NZa. Dat gebeurde eerder met zijn leidinggevende, de directeur van de afdeling. In juni stapte de raad van bestuur op na publicaties over zijn reis- en declaratiegedrag.

De NZa wil weinig details kwijt over de persoonlijke zaak van Gotlieb. Wel bevestigt interim-bestuursvoorzitter Maarten Ruys dat het bezwaarschrift van Gotlieb „in overeenstemming met de familie is afgehandeld. Het bezwaarschrift en de beoordeling liggen er niet meer.”

„Het was een rotjaar”, zegt Ruys in deze krant. Toen hij een half jaar geleden begon, was de NZa een aangeslagen organisatie. „We zaten in een tredmolen van emoties. Het gezag van en het vertrouwen in de NZa was weg door alle gebeurtenissen.”

Arthur Gotlieb pleegde in januari zelfmoord nadat hij een lijvig bezwaarschrift had geschreven. Daarin vocht hij zijn negatieve werkbeoordeling aan en legde hij minutieus vast hoe slecht hij jarenlang was behandeld. In zijn bezwaarschrift beschreef hij uitvoerig misstanden, zoals een gebrek aan ICT-veiligheid en omstreden reis- en declaratiegedrag van de top.

Afgelopen half jaar voerde Ruys gesprekken met het personeel. „Er was verdriet om een collega in combinatie met boosheid. Boos op elkaar, boos op de bazen, boos op de minister, boos op de krant.”

 

Er was hier veel verdriet, en boosheid

De zelfmoord van medewerker Arthur Gotlieb en diens uitgelekte aanklacht veroorzaakten dit voorjaar een diepe crisis bij de Nederlandse Zorgautoriteit. „We lagen helemaal op de grond. Dat moeten we weer opbouwen.”

Door

Joep Dohmen en Jeroen Wester namens NRC Handelsblad

Even lijkt het alsof hij wil gaan bidden. Maarten Ruys buigt het hoofd en vouwt zijn handen. Dan zegt hij: „Het was een rotjaar”, met de nadruk op de r. „Maanden zaten we in een tredmolen van emoties. Het gezag van en het vertrouwen in de NZa was weg door alle gebeurtenissen.”

Ruys zit in zijn kamer op het kantoor van de Nederlandse Zorgautoriteit aan de Newtonlaan in Utrecht, met op elke verdieping een opgetuigde kerstboom. Hij spreekt over een zeer bewogen periode voor de toezichthouder. Toen Ruys in juni als interim-bestuursvoorzitter binnenstapte, belandde hij in een aangeslagen organisatie.

Beleidsmedewerker Arthur Gotlieb (50) pleegde in januari zelfmoord nadat hij een lijvig bezwaarschrift had geschreven. Daarin vocht hij zijn negatieve werkbeoordeling aan en beschreef hij minutieus hoe slecht hij jarenlang was behandeld. In zijn bezwaarschrift onthulde hij ook andere misstanden. Medische gegevens en concurrentiegevoelige informatie van zorgverzekeraars en ziekenhuizen bleken niet veilig bij de Nederlandse Zorgautoriteit. De toezichthouder accepteerde bemoeienis van het ministerie op individuele dossiers en de bestuursvoorzitter reisde veelvuldig op kosten van derden naar het buitenland.

Het relaas van Arthur Gotlieb kwam in de krant. De raad van bestuur trad af, minister Schippers (Zorg, VVD) liet onafhankelijk onderzoek doen en aan het eind van deze zomer publiceerde de commissie-Borstlap een vernietigend rapport met onder meer het advies de organisatie op te splitsen.

Maarten Ruys voerde de afgelopen maanden intensieve gesprekken met managers en andere medewerkers. „Aan mijn tafel zijn heel wat tranen geplengd. Er was verdriet, om een collega, Arthur Gotlieb. Maar ook verdriet omdat mensen dachten: ik ben trots op de NZa, en ik dacht dat NRC een goede krant was, maar kijk eens wat ze over mijn organisatie schrijven. Verdriet in combinatie met boosheid, in allerlei vormen. Boos op elkaar, boos op de bazen, boos op de minister, boos op de krant. Dit soort emoties kosten heel veel energie, daar word je moe van.”

Als Ruys zijn ogen dichtdoet en zich realiseert wat er allemaal is gebeurd, wat zijn medewerkers hebben meegemaakt, is het bijna niet voorstelbaar. „Het is belangrijk om dat besef met de medewerkers te delen. En te waarderen dat de organisatie het afgelopen jaar gewoon bleef doordraaien en al haar taken bleef uitvoeren, zonder dip in de prestaties.”

Van minister Schippers kreeg u een opdracht. Hoe luidde die?

„De kern van mijn opdracht is het herstel van het gezag en het vertrouwen, zowel binnen als buiten de organisatie. Het bijzondere was dat ik mij hier vanaf het begin welkom heb gevoeld. Dat had ook heel anders kunnen zijn.

„Ik zei tegen iedereen”: – Ruys houdt zijn hand bij de vloer – „‘Jongens, we staan helemaal onderaan. Het vertrouwen is weg. De enige manier hoe wij als toezichthouder dat vertrouwen kunnen terugwinnen, is op basis van de inhoud. Blijf je werk goed doen, blijf er trots op. Doe het nóg beter. Daar zullen we het van moeten hebben’. Tegelijkertijd is dat niet voldoende, heb ik gezegd. We moeten ons op een andere manier tot elkaar gaan verhouden.”

Hoe bedoelt u?

„Ik ben in mijn eentje nu de raad van bestuur. Ik heb de organisatie direct verplat. Samen met mijn directeuren vorm ik een gemeenschappelijk managementteam. Ik geef hun daarmee meer verantwoordelijkheden voor de hele organisatie in plaats van alleen voor hun directie. Je mag nooit alleen voor je eigen kolom verantwoordelijk zijn. Ik vraag aan de directeuren: wat draag jij bij aan het geheel? En tegenspraak wordt door mij aangemoedigd.”

Was er geen tegenspraak?

„Nee, ik heb dat niet direct zo gezien. Het begint ermee dat je vraagt na een vergadering: ‘Heb ik het goed geleid? Hebben we het over de juiste dingen gehad? Heb ik het op een aangename manier gedaan? Is de boodschap overgekomen? Ik ben weliswaar je baas, maar ik ben niet van suiker. Zeg alsjeblieft als ik dingen niet goed heb gedaan.’ Dat moet je iedere keer consequent vragen. Je moet het voorbeeld geven, waarderen als mensen je tegenspreken. Dat is zo ongelooflijk belangrijk voor organisaties als de NZa.”

Arthur Gotlieb signaleerde het gebrek aan tegenspraak. Heeft u ook andere punten uit zijn bezwaarschrift aangegrepen?

„Ongetwijfeld. Ik ben een eclectisch mens. Ik jat waar ik jatten kan, als ik denk dat het beter is voor de organisatie waaraan ik dienstbaar ben. Ik keer de piramide om. Ik ben er voor de organisatie, voor de directeuren en de medewerkers. De kern waarmee ik bezig ben, is om de professionaliteit van de mensen met elkaar te verbinden en hoofd en hart te koppelen. Ik ben hard op de inhoud met een d, maar hart met een t op de relatie.

„Wat drijft mensen, hoe beleven ze het? Ik loop bij mensen de werkkamer in en zeg: ‘Ik ben Maarten Ruys. Wat ben jij aan het doen? Laat eens zien.’ Dan ga ik zitten en kijk waar ze mee bezig zijn. Dat is toch het allerleukste wat er is? Dat je dat als baas mag doen! Dat is toch een feestje? En iedereen vindt het fijn om te praten over wat hij of zij doet.

„Managers moeten meer oog hebben voor menselijke verhoudingen. Als ik iets geleerd heb van het bezwaarschrift van Arthur dan is dat men te weinig in gesprek geweest is. Hij kreeg te weinig menselijke aandacht. Als leidinggevende moet je op zoek gaan naar het talent van je medewerkers en kijken hoe je dit kunt vergroten. Daarom hebben we ook de vlootschouw afgeschaft [een methode waarin alle medewerkers in vier klassen werden getypeerd waaronder de ‘werkbijen’ en de ‘achterblijvers’, red.]. Om op die manier etiketten op mensen plakken, dat past niet bij mijn stijl van leidinggeven.”

Begrijpen de medewerkers wat er fout zat? Is er inzicht?

„Daar ben ik van overtuigd. Maar als we alleen zeggen: we hebben er veel van geleerd, dan zijn we fout bezig. Dat is te obligaat. Te dun en te mager. De affaire-Gotlieb is zo’n wake-upcall dat je de cultuur wezenlijk moet veranderen. Ik wil verandering die beklijft. Geen makkelijke quick-wins, wat heel verleidelijk is voor een interimmer.

„Wij zijn met alle unitmanagers een paar keer in een kring gaan zitten, zonder de bescherming van een tafel daartussen. Om echt te praten. Toen zeiden de managers: we willen hier verder mee. We zijn twee dagen in Londen geweest met de managers.”

Op dat moment grijpt zijn woordvoerder in. „Maarten bedoelt niet Londen zelf. Het gaat om Hotel Oud London in Zeist.”

Hilariteit.

Ruys: „Haha. ‘Top NZa naar Londen’, ik zie de krantenkop al. Maar goed, we zijn dus twee dagen in Zeist geweest. Waar we elkaar nog eens vertelden wat we van elkaar vonden. We hebben onszelf de opdracht gegeven: wat gaan we anders doen?”

De vorige raad van bestuur trad af nadat discussie ontstond over zijn reis- en declaratiegedrag. Wat heeft u daaraan gedaan?

„Ik heb voor de makkelijke en de moeilijke weg gekozen. De ‘makkelijke’ weg was dat we alle integriteitsregels, want daar heb je het over, tegen het licht hebben gehouden. We zijn daarvoor ook gaan buurten bij andere toezichthouders, zoals AFM en DNB. Dat heeft nieuwe, scherpere regels opgeleverd. Moeilijker is om integriteit onderdeel te laten worden van de trots waarmee je voor deze organisatie werkt. ‘Ik werk bij de NZa en ik ben trots op de manier waarop we met integriteit omgaan.’ Sinds kort hebben we een integriteitsmedewerker die dat aanzwengelt.”

Geen reizen meer naar de Côte d’Azur?

„Dat lijkt me niet verstandig. Ik sluit niet uit dat het nuttig kan zijn dat NZa-medewerkers naar het buitenland reizen. We moeten ook onze relaties onderhouden. Maar de NZa moet er verdraaid voorzichtig en terughoudend mee zijn. Je bent de toezichthouder. Noblesse oblige.”

Dus we treffen NZa-medewerkers niet meer aan in luxe hotels?

„Nee.”

Veel artsen vinden dat de toezichthouder de laatste jaren te veel aan de kant van de verzekeraars stond. Maarten Ruys vindt dat de ontwikkelingen in het stelsel erom vragen de ‘klemtonen’ anders te leggen. Die koerswijziging is al waarneembaar. Het toezicht op zorgverzekeraars is geïntensiveerd omdat de NZa zich zorgen maakt over de ontwikkelingen rond zorgverzekeringen. Zo wordt onderzocht hoe zorgverzekeraars contracten afsluiten met fysiotherapeuten na een reeks van klachten over machtsmisbruik. En onlangs suggereerde de toezichthouder een verplichte bijsluiter bij budgetpolissen om verzekerden te waarschuwen voor de risico’s van zulke verzekeringen.

U heeft van de minister opdracht gekregen om actieplannen op te stellen. Zijn die klaar?

„Ja, we hebben plannen voor personeelszaken, informatiebeveiliging en integriteit. Ze moeten duurzame verandering teweegbrengen. We noemen het ‘De NZa op koers’. Daarnaast hebben we ook aandacht gegeven aan het verbeteren van het contact met zorgaanbieders en verzekeraars. Vorige maand hadden wij een eerste bijeenkomst met vijftig mensen uit de zorgsector gehad. Dat gaan we nog veel vaker doen. Dit was de aftrap.”

Hoe was de sfeer? Veel medici hebben een hekel aan de NZa omdat ze vinden dat de NZa te vaak de kant van de zorgverzekeraars kiest.

„Het is makkelijk om woedend te zijn op drie letters. Maar tijdens de bijeenkomst hebben we persoonlijk kunnen uitleggen wat onze rol en onze verantwoordelijkheid is, en we hebben ook gevraagd hoe we beter ons werk kunnen doen. Daar heb ik gezegd: ‘Ik ben niet ingehuurd om het met je eens te zijn, wel om goed te luisteren en uit te leggen waarom wij besluiten nemen.’ We willen ook uitstralen dat we onderkennen dat bij ons ruimte is voor verbetering en verandering, ook op de inhoud en de communicatie. Het was een nuttige bijeenkomst. Ik las later positieve berichten op Twitter.”

Speelt het herstel van reputatie ook een rol?

„We hebben een achterstand, geen misverstand daarover. Het gezag in de buitenwereld was weg. Niet alleen door het bezwaarschrift. Maar ook door de verwevenheid met het ministerie en die reisjes – of die nu terecht waren of niet. Het beeld dat werd opgeroepen was ernstig. We lagen helemaal op de grond. Dat moeten we weer opbouwen.

„Eens in drie weken hebben we een gesprek met een reputatiedeskundige. Voor de nodige tegenspraak. Iemand van buiten kan ons goed een spiegel voorhouden. Als hij na anderhalf uur weer vertrekt, zijn we weer heel nederig.”

Kunt u verder met de naam NZa?

„Jaren geleden was er een ramp met een veerboot in Zeebrugge. Townsend Thoresen heette de rederij. Binnen een week werd die naam afgeschaft. Marketingtechnisch gezien is NZa misschien een besmette naam. Als we een wasmiddel zouden zijn, konden we de naam wellicht beter veranderen. Maar we zijn geen wasmiddel. In onze sector prikken mensen er wel doorheen. Ik geloof niet dat het zou helpen als de NZa ineens een andere naam krijgt.”

Wat de NZa is overkomen, kan ook elders gebeuren. Zijn er voor andere organisaties lessen te trekken?

„Ik las dat de reacties die uw krant kreeg op de publicaties dikwijls van mensen kwamen die de situatie herkenden. Dat betekent dat een heleboel mensen met zulke problemen worstelen. Dan mag je hopen – en dat is de ambitie van de familie Gotlieb – dat mensen er van leren. Ik word gevraagd door andere organisaties om te komen praten over wat hier gebeurd is. Ik heb het twee of drie keer gedaan. Dan zeg ik openhartig dat wij meer willen dan leren van wat er gebeurd is. De NZa gaat duurzaam veranderen.”

Toen u binnenkwam lag er een negatieve beoordeling over Arthur Gotlieb. Ligt die er nog?

Ruys aarzelt, laat een stilte vallen en zegt dan: „Is het voldoende als ik zeg dat ik dat tot tevredenheid van de familie heb afgehandeld? Het bezwaarschrift en de beoordeling liggen er niet meer. Dat hoofdstuk is gesloten tussen NZa en familie. Al zal het voor de familie nooit zijn afgerond. Je kind verliezen is het meest intense wat je kan overkomen in je leven. Dat kan nooit gecompenseerd worden.”

NZa

Maarten Ruys (1954) is sinds eind juni tijdelijk bestuursvoorzitter van de Nederlandse Zorgautoriteit. Zijn contract zou 1 januari aflopen, maar de minister heeft hem gevraagd tot 1 mei 2015 te blijven. Ruys bekleedde uiteenlopende functies bij overheden. Zo was hij voorzitter van de directie van de Uitvoeringsorganisatie Sociale Zekerheid Overheidspersoneel en directeur-generaal en later secretaris-generaal op het ministerie van Sociale Zaken. Van 2009 tot 2011 was hij adviseur van het college van B en W van Amsterdam en van 2011 tot 2014 gemeentesecretaris in Groningen.

Toezicht

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ontstond negen jaar geleden bij de afschaffing van het ziekenfonds. Toen kwam er een nieuwe verplicht af te sluiten basispolis, die voor iedereen gelijk is, waarbij zorgverzekeraars iedere klant moeten accepteren. De toezichthouder waakt over een sector waarin jaarlijks 90 miljard euro om gaat. De NZa stelt sommige tarieven vast, verstrekt subsidies, adviseert de minister, maar bewaakt bovenal een goede toegang van burgers tot de zorg en let er op dat medici en zorgverzekeraars zich aan de regels houden. Bij de Zorgautoriteit werken 275 mensen.

Gotlieb

De NZa raakte dit voorjaar in opspraak. Medewerker Arthur Gotlieb vroeg aandacht voor een reeks interne misstanden en pleegde daarna zelfmoord.Zijn uitgebreide bezwaarschrift kwam via deze krant naar buiten. De raad van bestuur trad eind juni af nadat er discussie was ontstaan over zijn reis- en declaratiegedrag door publicaties in deze krant. Minister Schippers (Volksgezondheid, VVD) installeerde een onderzoekscommissie onder leiding van oud-topambtenaar Hans Borstlap. Die kwam in september met een vernietigend rapport en adviseerde onder meer de organisatie op te delen in een deel dat dat regels stelt en een ander deel dat die regels handhaaft.

Joep Dohmen en Jeroen Wester bewerkten het bezwaarschrift van Arthur Gotlieb tot een boek.Operatie ‘werk Arthur de deur uit’, Dagboek van een ongewenste werknemer verscheen in september bij Bertram + De Leeuw uitgevers.

Juryrapport

‘De verhalen in NRC Handelsblad laten zien hoe een kleine man die misstanden aan de kaak wilde stellen, vermalen werd door het systeem.’

NZa

De kracht van de publicaties van Joep Dohmen en Jeroen Wester in NRC Handelsblad over de NZa ( Nederlandse Zorg Autoriteit) is de volledigheid ervan. Klokkenluider Gotlieb bracht interne problemen bij de NZa aan het licht, maar er werd niet naar hem geluisterd. Hij pleegde zelfmoord. De NRC-journalisten onderzochten de zaak grondig en in detail. Ze hielden pas op toen de onderste steen boven was. Hun publicaties brachten een schokeffect teweeg. Ze leidden tot Kamervragen en er kwam een kritische onderzoekscommissie die Gotlieb op veel punten gelijk gaf, hij werd postuum volledig gerehabiliteerd. De Raad van Bestuur besloot op te stappen.

De verhalen in NRC  Handelsblad laten zien hoe een kleine man die misstanden aan de kaak wilde stellen, vermalen werd door het systeem. Dohmen en Wester fileren op weergaloze wijze de bedenkelijke handelwijze van de NZa.