'Pedofielen zijn er nou eenmaal'
In april dit jaar werd zijn vereniging verboden. Voorzitter Uittenbogaard blijft pleiten voor seks met kinderen. ‘Dertig jaar geleden waren homo’s ook taboe.’
Zijn telefoon rinkelt vrijwel onophoudelijk. Bijna altijd is Marthijn Uittenbogaard bereikbaar voor commentaar, maar niet vandaag. Hij zit op de zwarte Ikeabank in zijn woonkamer. Het is vrijdag 18 april 2014, de Hoge Raad heeft pedofielenvereniging Martijn zojuist verboden.
Soms heeft Uittenbogaard het idee dat de klok wordt teruggedraaid. Waar homo-emancipatie de afgelopen twintig jaar een vlucht nam, zijn pedofielen uitgegroeid tot paria’s van de maatschappij. Hij had gehoopt dat de rechters niet zouden zwichten voor ‘modern populisme’. Tal van prominenten, onder wie Freek de Jonge, Arnon Grunberg en A.H.J. Dautzenberg hadden in een open brief nog steun betuigd. Een verbod op Martijn zou volgens hen ‘de vrijheid van vereniging en van meningsuiting, alsmede de mogelijkheid van meningsvorming ernstig in gevaar brengen’. Het mocht niet baten.
Ruim twee maanden later. Schichtig doet Marthijn Uittenbogaard de toegetakelde deur van zijn Hengelose twee-onder-een-kapwoning open. Het roomwitte deurkozijn is besmeurd met een uitgeharde, geelachtige substantie. Voor het raam boven de deur is, net als voor alle andere ramen in het huis, een doorzichtig plastic scherm gespijkerd. Het is gemaakt van polycarbonaat, dat ook wordt gebruikt voor de productie van helmen en politieschilden.
Het is 10 uur donderdagochtend. Uittenbogaards rode ogen verraden dat hij nog niet lang wakker is. Hij is lang en mager, heeft een bleek gezicht. Gekleed in een grijze slobbertrui en spierwitte broek loopt hij op zijn sportsokken naar de woonkamer. Naast de tv staat een nepkerstboom. Nog opgetuigd.
Veel komt Uittenbogaard (42) niet buiten de deur. Hij voelt zich niet veilig. Zijn gezicht is al jaren onlosmakelijk verbonden met pedofielenvereniging Martijn. Hij was woordvoerder, bestuurslid en voorzitter, maar geen oprichter, zoals veel mensen denken. De naamsgelijkenis berust op toeval.
Zeventien jaar geleden – hij was er zelf pas net achter dat hij op kinderen viel – werd hij lid van Martijn. Hij spendeerde er bijna al zijn vrije tijd aan. Het hielp hem om zijn gevoelens, waarvan hij wist dat ze door de samenleving als ontoelaatbaar werden bestempeld, te ordenen. Dat kan nu niet meer omdat de Hoge Raad van mening is dat ‘de vereniging de gevaren van seksueel contact met jonge kinderen bagatelliseert, dergelijke contacten zelfs verheerlijkt en haar opvattingen ook propageert’. De vereniging bestrijdt dat en stapt later dit jaar naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Wat betekent het verbod op Martijn voor u?
‘Het voelt als een verbod op spreken over gevoel. Het is het monddood maken van andersdenkenden en het criminaliseren van het zijn. Ik weet niet meer wat ik wel en niet kan doen. Mag ik mijn vrienden uit de vereniging nog zien? Mag ik in de toekomst een organisatie starten? Ik heb geen idee wat de staat met me van plan is. Er zijn vrienden die zeggen: bel me maar even niet. Ze willen niet met justitie in aanraking komen.’
U heeft 17 jaar lang geprobeerd pedofilie bespreekbaar te maken. In die tijd is het taboe juist sterker geworden, met nu dus zelfs het verbod op Martijn.
‘Mensen hebben de illusie dat ze hebben gewonnen. Dat is onbegrijpelijk, pijnlijk en gevaarlijk. Hoe groter de hetze tegen pedofielen, hoe geïsoleerder ze raken. En geïsoleerde mensen doen rare dingen. Er bestaat geen onderwerp dat je voor altijd als taboe kunt bestempelen. De discussie over de zedenwetten komt straks terug. Harder dan ooit.’
De muziekinstallatie in de woonkamer is afgestemd op radio 10, met hits uit de 80’s. Heimwee heeft Uittenbogaard naar die tijd. Martijn was een bloeiende vereniging, met op haar hoogtepunt 650 leden. Politici namen het gedachtengoed serieus. In 1985 wilde toenmalig VVD-minister Frits Korthals Altes zelfs seks met jongeren vanaf 12 jaar legaliseren. Bij het 5-jarig bestaan van Martijn in 1987 speechte PvdA-Tweede Kamerlid Hein Roethof over de keuzevrijheid op seksueel gebied.
De tijd dat politici pedofielen niet veroordelen is volgens Uittenbogaard voorbij. De laatste volksvertegenwoordiger met wie hij zich kon identificeren was Pim Fortuyn. In de boekenkast aan de voorzijde van de huiskamer is een plank ingeruimd voor zijn werken. Midden in de kast staat een foto van Uittenbogaards ouders. Een plank hoger prijkt een afbeelding van de Britse kindzanger Ronan Parke, die met zijn zwoele blik de harten van vele tienermeisjes heeft veroverd. ‘Een mooie jongen. Ja, daar zou ik op kunnen vallen.’ Parke is nu 15 jaar.
Sinds 2011 woont Uittenbogaard hier in Hengelo, samen met vriend L. (26), die niet bij naam genoemd wil worden uit angst voor represailles. ‘Een vriendschapsrelatie’, noemt Uittenbogaard het. ‘We slapen apart. Alleen toen hier de stenen door de ruiten vlogen sliepen we samen. We waren bang en zochten steun bij elkaar.’
Uittenbogaard heeft een blanco strafblad. Hij bezweert nog nooit seks te hebben gehad met een kind. ‘Ik heb het geluk dat ik ook op 16-plus val, dus ik ben voor mijn lusten niet afhankelijk van kinderen. Voor anderen ligt dat anders.’ Als de wet het zou toestaan, zou hij zelf ook niet twijfelen, zegt hij. ‘Het liefst zou ik alle leeftijdsgrenzen afschaffen, maar dat is in deze tijd onrealistisch. Dus pleit ik voor verlaging van de leeftijd waarop seks is toegestaan van 16 naar 12 jaar oud.’
Waar ligt wat u betreft de grens?
‘Dat hangt af van de cultuur en de handeling.’
Mag een man van 50 seks hebben met een kind van 7?
‘Ja.’
Waarom lacht u?
‘Omdat mensen vinden dat het vreemd klinkt.’
Misschien omdat ze zich afvragen of een kind van 7 wel zelf kan beslissen.
‘Waarom niet? Een kind denkt gewoon: is dit fijn of niet. Omdat de samenleving van seks met kinderen zo’n beladen onderwerp heeft gemaakt, kan het kind trauma’s eraan overhouden. Daarom doe ik het ook niet.’
En een kind van drie?
‘Overal strelen, maar dan ook echt overal, dat moet kunnen. Een pikkie kan al gewoon stijf worden, hoor. En ze kunnen klaarkomen, alleen er komt geen sperma. Vroeger masturbeerden ze ook wel kinderen om ze rustig te krijgen.’
Wat denkt u dat er gebeurt als dit in de krant staat?
‘Dan zal ik wel weer een paar dagen moeten onderduiken. Maar ik ga niet liegen. Ik zeg wat ik denk.’
Juist die houding heeft hem al talloze keren in de problemen gebracht. In de zomer van 2011 – hij woonde een half jaar in Hengelo – stonden zo’n 200 demonstranten voor z’n huis. Sindsdien bleven de bedreigingen komen. Er vlogen stenen door de ruiten, er werd zwaar vuurwerk gegooid, er waren doodsbedreigingen. Op zijn computer houdt hij een gedetailleerde beschrijving bij. Sinds juli 2012 waren er 27 incidenten. Een bloemlezing:
31-12-2012, 21:10 uur: Vuurwerkbom op voordeur. Deurposten kapot. Glas in gang en buiten.
09-07-2013, 01:00 uur: Twee grote bakstenen tegen de ruiten. Vensterbank is kapot; twee venstertegels afgebroken. Drie jongens op de fiets.
14-11-2013, 19:30 uur: Partner L. wordt achtervolgd door 20 Turken. Ze splitsen zich op in groepjes om hem in te kunnen sluiten. L. weet te ontkomen via steegjes en zo.
10-04-2014, 10:05 uur: Man gooit ijzeren voorwerp (40 cm bij 15 cm) tegen ons huis. Wat oudere vrouw in de straat zag het gebeuren.
Aangifte doen Uittenbogaard en zijn levenspartner L. meestal niet meer. Het heeft geen zin, menen ze. Ze hebben het gevoel dat de gemeente Hengelo en de politie liever hebben dat ze vertrekken. De drie camera’s die aan de voorgevel van het huis zijn bevestigd, hebben ze zelf betaald. Boven de eettafel hangt uit voorzorg een blusdeken. Tegen de radiator in de gang leunen twee stukken slaghout. ‘Voor zelfverdediging’, zegt Uittenbogaard aarzelend. ‘Zo is de situatie nu eenmaal.’
Hij spreekt op bedeesde toon. Uit niets blijkt dat de constante stroom bedreigingen hem wraakzuchtig heeft gemaakt. Ergens begrijpt hij ‘die mensen’ wel. ‘Het is angst, het is onwetendheid. Mensen denken nog steeds dat ik een gevaar voor hun kinderen ben. Dat is niet zo.’ Hij weigert zijn strijd op te geven, ondanks de uitzichtloze situatie.
Bent u bereid te sterven voor de pedofiele zaak?
‘Nee, zo ver ga ik niet. Ik ben wel bereid risico te lopen. Er kan me iets overkomen. Als je aan Theo van Gogh had gevraagd of hij bereid was te sterven voor de vrijheid van meningsuiting, had-ie ongetwijfeld hetzelfde geantwoord.’
Waarom gaat u door?
‘Ik denk dat veel mensen op kinderen vallen. Velen weten het, sommigen niet. Veel ouders vallen zelfs op hun eigen kinderen. Maar we leven in een sfeer van taboes. Dat soort gevoelens worden niet geuit.’
Als velen die gevoelens hebben, zou er dan niet wat meer begrip zijn?
‘Nee, daarvoor is het taboe te groot.’
Is dat niet wat makkelijk, alles afschuiven op het taboe?
‘Kijk naar homofilie. Dat was dertig jaar geleden ook een taboe. Homo’s waren ziek. Nu is het normaal. Die kant moet het ook op met pedofilie. Pedofielen zijn er nou eenmaal, meer dan mensen weten. Dat ontkennen heeft geen zin.’
Het zijn niet alleen de bedreigingen waar Uittenbogaard mee te kampen heeft. Hij zou graag een baan hebben, maar niemand neemt hem aan, uit angst voor imagoschade. ‘Ik heb geprobeerd me in te schrijven bij verschillende tandartsen in Hengelo, iedereen weigerde me. Ik kan geen bankrekening openen omdat ik kennelijk op een of andere zwarte lijst sta. Nou, ik denk dat zelfs Volkert van der G. gewoon een bankrekening kan openen.’
Een deel van zijn familie wil niet met hem worden geassocieerd. Toen een paar maanden geleden zijn tante overleed, kreeg zijn moeder te horen dat Uittenbogaard niet welkom was op de begrafenis. ‘Natuurlijk raakt dat me. Ik ging als kind bij haar logeren. Ik kon geeneens afscheid van haar nemen.’
Door uw openheid over uw seksuele voorkeur heeft u uw familie veel ellende bezorgd.
‘Mensen kijken mijn familieleden op mijn keuzes aan. Dat is oneerlijk, ik vind het erg. Gelukkig steunen mijn moeder en broers en zus me.’
U praat er tamelijk luchtig over.
‘Ik kan moeilijk de hele dag gaan huilen. Een mens kan maar een bepaalde mate van negativiteit aan. Soms neem ik mijn telefoon niet op om het kwaad niet te horen. Achteraf gezien heb ik een paar keer dicht tegen een depressie aangezeten. Als ik foto’s van vroeger van mezelf bekeek dacht ik: daar ging het niet goed met me.’
Heeft u ooit zelfmoord overwogen?
‘Nooit.’
Kankerpedo, homo en viezerik. Dat zijn de krachttermen die hij het vaakst naar zijn hoofd krijgt geslingerd. Een aantal keer werden flyers met zijn afbeelding verspreid om mensen voor het gevaar Uittenbogaard te waarschuwen. ‘Pas op! Pedofiel! Pas op uw kinderen!! Deze smeerlap hoort hier niet thuis!’
Geconfronteerd met de papieren geesten uit zijn verleden, kijkt hij bedrukt. ‘Wat ik hiervan vind? Het is echt een heksenjacht. Het is gevaarlijk, mensen hitsen elkaar op.’ En, na een halve minuut stilte: ‘Kijk, zowel mijn voornaam als achternaam is verkeerd gespeld.’ Het is alsof hij ermee wil zeggen: dit is onwetendheid, mensen hebben zich niet in mij verdiept.
Het is tegen zessen in de middag als hij weer in zijn deuropening staat. Hij plukt aan wat planten, die tegen de muur op groeien. Er komt een hardloper langs. Die rochelt, draait zijn hoofd en spuwt zijn fluim in het kleine voortuintje. Uittenbogaard doet een stap naar achteren. Hij slaat zijn ogen neer.