Winnaar ‘Onderzoek’

Filipijnse truckers uitgebuit

Op grote schaal Filipijnse truckers inzetten en ze vervolgens op diverse manieren uitbuiten.

Door

Sjors van Beek namens De Limburger

Het Venlose transportbedrijf Martin Wismans BV laat Filipijnen onder erbarmelijke omstandigheden werken voor 690 euro netto per maand. Ook krijgen de chauffeurs opdracht de rust- en rijtijden wet te negeren. De mannen hebben nergens accommodatie en verblijven weken achtereen in hun cabines, zo blijkt uit onderzoek van deze krant en de FNV. De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ISZW) is inmiddels een onderzoek naar Wismans gestart, bevestigt de woordvoerder.

De Inspectie Leefomgeving en Transport is onlangs ook al binnengevallen, na signalen van de FNV over de Filipijnse chauffeurs. De leiding van de firma Wismans geeft, ondanks meerdere verzoeken, geen reactie. Voor de Venlose onderneming rijden momenteel elf Filipijnse chauffeurs, die ver onder het Nederlands minimumloon betaald krijgen. Schades en boetes worden ingehouden op hun salaris. De Filipino’s worden via diverse brievenbusfirma’s in Slowakije ingeschakeld voor Wismans. In de Slowaakse hoofdstad Bratislava zit al drie weken een nieuwe ploeg Filipijnse chauffeurs klaar om aan de slag te gaan voor de Venlose transporteur. Zo lang ze niet rijden, krijgen ze geen loon, vertellen de mannen.

Deze krant sprak met een aantal van hen. „Wij zijn een wegwerp-artikel”, zeggen ze. „Maar we hebben geen keus. We kunnen alleen overleven en knokken. Onze families hebben het geld nodig.”

Schrijnend

Namens de vakbond FNV heeft Edwin Atema de zaak onderzocht: „Qua lonen en de manier waarop de mensen worden behandeld, is dit het meest exotische en schrijnende geval dat we ooit hebben gezien. Met de info die we nu hebben, is dit opgezet enkel en alleen om de chauffeurs hun rechten af te nemen en als verlengstuk van hun contactsleutel voor een Nederlands bedrijf te laten rijden. In alles, sociaal en economisch, zijn ze geketend aan hun vrachtwagen. De FNV kan geen andere conclusie trekken dan dat we hier te maken hebben met het strafrechtelijk uitbuiten van mensen ofwel mensenhandel. De FNV vindt dit zo’n schrijnende zaak dat we aangifte gaan doen.” W Morgen in Horizon een

Winnaar ‘Onderzoek’

Filipijnse slaven op wielen

Werken onder onacceptabele omstandigheden. De elf Filipijnse chauffeurs die rijden onder de vlag van de Venlose firma Wismans krijgen te weinig betaald, rijden te veel en hebben geen goede rustplek. Maar ze hebben geen keus.

Door

Sjors van Beek namens De Limburger

Op de vloer van de vrachtwagencabine staat een gasstelletje. Op bed slingeren een supermarktbrood en een zak ongepelde pinda’s, over de bijrijdersstoel hangt een handdoek. De Filipijnse chauffeur die de deur zojuist heeft opengezwaaid is hartelijk en goedlachs – ondanks alles. Veel reden tot lachen heeft hij niet. „Mijn collega’s en ik, wij zijn wegwerpartikelen”, zegt hij even later in een lunchroom in een dorpje nabij Venlo. „Het is een hard leven. Maar we hebben geen keus. We kunnen slechts overleven en knokken want onze families op de Filipijnen hebben het geld nodig.”

De chauffeur wil anoniem blijven. Want als zijn werkgever, Martin Wismans BV in Venlo, ontdekt dat hij uit de school klapt over de arbeidsomstandigheden, is hij zijn baan kwijt, zo vreest hij. Alhoewel, baan? Hij heeft een contract, dat wel. Niet met Wismans, maar met een Duits-Filipijns bedrijf én met een Slowaaks bedrijf. En hij krijgt elke maand geld. Een paar honderd euro. Van wie, dat weet hij niet: het geld wordt door onbekenden op een rekening gestort waar hij het met een soort prepaidbankkaart van af kan halen. En hij moet werk verrichten: heel veel uren en dagen achter elkaar, kriskras door Europa. De vrije uren brengt hij door in zijn cabine, op treurigmakende parkeerplaatsen ergens langs een snelweg.

Een thuisbasis heeft hij in Europa niet. Geen kamer, geen douche, geen keuken, geen faciliteiten om zijn kleren te wassen. Het was allemaal wél beloofd toen hij zijn contract tekende op de Filipijnen. „Ik ben verbijsterd over alle gebroken beloften”, zegt de Filipino. „We hebben meermaals met het bedrijf gesproken, dan zeggen ze: het komt allemaal wel. Maar ik vraag het niet meer. Het geeft me alleen maar stress. Alles wat ik kan doen, is het accepteren.”

Wirwar

De chauffeur, zo blijkt uit onderzoek van deze krant, is er één van twaalf die rijden voor Wismans. Inmiddels zijn het er nog maar elf – de twaalfde heeft er de brui aan gegeven en is onlangs teruggekeerd naar de Filipijnen. „Ik ben zwaar teleurgesteld”, laat ook hij weten. De chauffeurs die hun mond opendoen hebben allemaal hetzelfde verhaal, zo blijkt later. Ze laten dezelfde contracten en documenten zien en schetsen, onafhankelijk van elkaar, een consistent beeld: een bedrijf dat werkt met een wirwar aan schimmige buitenlandse ondernemingen, alle regelgeving rond minimumloon en rusttijden aan zijn laars lapt en de chauffeurs dwingt tot overtredingen – waarna de bekeuring wordt ingehouden op het toch al schamele salaris. „Ik krijg 690 euro salaris per maand”, zegt de eerste chauffeur. „Plus zo’n twintig euro per dag aan vergoedingen. In totaal zo’n 1290 euro per maand”, rekent hij voor. Zijn salaris stuurt hij naar de Filipijnen, van de daggeldvergoedingen leeft hij. „Douchen op een tankstation kost me drie euro. Geld voor een wasserette heb ik niet. In de zomer gaat het wel, maar in de winter is het veel te koud om buiten de kleding te wassen.”

Beter werk

De Odyssee van de Filipijnen begint in 2014 in hun vaderland. Of eigenlijk in Letland en Duitsland, waar de meesten van hen dan rijden voor de Zweedse firma Dinotrans. De werkomstandigheden aldaar zijn abominabel, het salaris is dat ook. De chauffeurs mokken en protesteren en schakelen de politie in. Uiteindelijk keren de meesten terug naar Manilla, mede omdat hen een betere baan in het vooruitzicht is gesteld. Een in Duitsland wonende Filipijn, die niet met zijn naam in de krant wil, erkent dat hij de mannen heeft gewezen op de firma Wismans. „Beter werk”, zo houdt hij zijn landgenoten voor.

„Dus wij dachten: dit is great”, blikt een chauffeur terug. Op de Filipijnen sluiten ze – na groen licht van de overheidsdienst POEA (Philippine Overseas Employment Administration) – een tweejarig ‘Master Employment Contract’ met de firma M.+S. Monterola Gmbh in Duisburg. Op de Filipijnen is dat bedrijf ‘represented’ door Pacific Ace Human Resources Corporation, zo blijkt uit de contracten. Monterola is van de Duitser Peter Stöckmann. ‘Mister Peter’, zeggen de Filipino’s. Ze wachten in Azië bijna twee jaar op het rondkomen van de papierwinkel. In 2015 kunnen ze dan naar Jakarta voor het aanvragen van een visum of verblijfsvergunning – het wordt niet helemaal duidelijk hoe de bureaucratische route naar Europa exact is geregeld.

Hun pasje van de Letse verblijfsvergunning (‘resident permit’, zeggen de chauffeurs) moeten ze inleveren, in afwachting van een nieuw, Slowaaks pasje. Ina november 2015 vliegen de twaalf mannen dan eindelijk naar Europa, naar Bratislava. Contractduur: twee jaar. Salaris: 690 ‘euro dollar’ per maand. Standplaats: Bratislava. „Maar daar zijn we nooit!”, lachen de chauffeurs. In Bratislava krijgen ze ineens een nieuw contract onder de neus geschoven. Het contract met Monterola is ‘niet meer geldig’, wordt de chauffeurs verteld. Ze komen nu in dienst van F&F Trading s.r.o., met als directeuren de Slowaak Juraj Repas en Norbert Figmik.

Deze Repas is – met Benedikt Wismans – ook medebestuurder van ‘Stichting Administratiekantoor Martin Wismans en AH Trans’, gevestigd op hetzelfde adres in Venlo als de firma Wismans. De Stichting Administratiekantoor is enig aandeelhouder van AH Trans BV in Venlo. In Slowakije zit dan weer AH Trans s.r.o., met Repas als directeur – die ook nog HG Trans s.r.o. op hetzelfde adres als F&F Trading leidt. In de Slowaakse hoofdstad zit – volgens de documenten – ook nog Martin Wismans s.r.o. Begrijpen doen de Filipijnen het niet, vertellen ze. Maar ze tekenen het nieuwe contract met F&F Trading wél. Daarna moeten ze opnieuw langdurig wachten op verdere afhandeling van de papierwinkel: een bankpas, een Europees rijbewijs, een verzekering en een tachograaf. Omstreeks februari is alles geregeld.

De Filipino’s hebben een Slowaakse verblijfsvergunning op zak – met als woonadres het pension waar ze drie maanden hebben gewoond. De bankpas voor het salaris is geregeld via de Unicredit Bank en een verzekering is afgesloten via Union. De Aziaten kunnen eindelijk gaan rijden. Tot dat moment hebben ze geen salaris ontvangen – ondanks een bepaling in hun contract dat ze worden betaald vanaf de dag dat ze de Filipijnen verlaten. De drie maanden achterstallig loon zijn volgens de chauffeurs tot op heden niet uitbetaald.

Seintje

Bij de vakbond FNV – in het bijzonder bij de Stichting VNB (Vervoersbond Naleving CAO Beroepsgoederenvervoer) – komen dit voorjaar de eerste signalen binnen over Filipijnse chauffeurs die onder dubieuze omstandigheden hun werk doen. FNV-man Edwin Atema duikt erin en geeft op zijn beurt een seintje aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Die dienst bezoekt Wismans voor een controle, maar laat weinig tot niets los over de uitkomsten van het onderzoek. ‘Over individuele bedrijven geven we geen informatie’, zegt woordvoerster Lianne Sleutjes. FNV’er Atema: „We hebben een zwarte lijst van bedrijven die gekke dingen doen met hun personeel en allerlei ondoorzichtige buitenlandse constructies hanteren. Wismans staat ook op die lijst.

”De vakbondsman besluit op reis te gaan om zelf uit te zoeken welke van de aan Wismans gelieerde bedrijven daadwerkelijk bestaan – en welke alleen papieren constructies of postbusfirma’s zijn. Onderweg heeft ook hij een gesprek met enkele Filipijnse chauffeurs. Op een regenachtige, treurige parkeerplaats, enkele honderden kilometers van de Nederlandse grens, staan ze te wachten. ‘Martin Wismans’ prijkt op de felrode zijkant van de trucks. In de cabine het bekende beeld: een sobere huiskamer op wielen. De mannen vertellen hetzelfde verhaal: eind vorig jaar vertrokken uit de Filipijnen en in het pension in Bratislava drie maanden zitten wachten op allerlei papieren. Salaris hebben ook zij in die tijd niet gekregen. De Slowaakse ‘bedrijfsleider’ Juraj Repas vertelde hen: ‘Dat is de wet in Bratislava: no work, no pay.’

In februari gaan ze met een busje naar Venlo en beginnen met hun werk. Een van de chauffeurs: „Sindsdien heb ik per maanden zo’n 300 à 400 euro gekregen. Mijn vaste salaris van 690 euro, min allerlei boetes die ervan worden afgetrokken. Dan zeggen ze gewoon dat ik een overtreding heb begaan, maar een bekeuring krijg ik nooit te zien.” Het is iets wat meerdere chauffeurs vertellen. Ook allerlei kosten worden zonder opgaaf van redenen van het salaris ingehouden. De mannen laten een ‘loonstrookje’ zien dat ze na lang aandringen hebben gekregen. Het is een zelfgefabriceerd A4’tje van enkele regels.

Eén collega-chauffeur is bekeurd door de Nederlandse politie omdat hij geen werkvergunning had, vertellen de Filipino’s. De boete moest hij zelf betalen. Vakbondsman Atema kopieert de technische gegevens van de tachograaf om later te kunnen beoordelen hoeveel overtredingen de chauffeurs maken tegen de rij- en rusttijden. Het zijn er veel, zal blijken als hij de gegevens later analyseert. Ook rekent Atema later uit hoeveel loon de mannen werkelijk hadden moeten krijgen op basis van de gewerkte uren. Hij komt tot een loonvordering van zo’n 3500 euro bruto per maand, plus ruim 800 euro netto aan achterstallige dagvergoedingen. De drie maanden zonder salaris zitten hier nog niet bij in. „Als ik dit allemaal vooraf had geweten, was ik nooit gekomen. Want dit is bad”, zegt een van de chauffeurs. Nu zit hij klem. Als hij eerder terug wil, kan hij vermoedelijk fluiten naar zijn achterstallige salaris. Ook zijn ticket terug zal hij dan zelf moeten betalen. Een van de chauffeurs heeft dat inmiddels gedaan en is op de Filipijnen een zaak begonnen tegen het agentschap dat hem uitzond.

Politie

De chauffeurs vertellen hoe ze rond de jaarwisseling begonnen te protesteren en dreigden naar de politie te stappen als ze geen salaris kregen over de maanden wachttijd in Bratislava. Peter Stöckmann, een van de grote bazen, haastte zich meteen naar Slowakije om de brand te sussen. Later spraken de chauffeurs hem nog één keer, in Venlo. Niet op het kantoor van Wismans, maar ‘ergens in een auto’. Bij die gelegenheid vertelde Stöckmann, volgens de chauffeurs, dat Wismans hem niet had betaald en dat hij om die reden geen salaris kon overmaken. ‘Ik ben niet jullie werkgever’, zei hij bij die gelegenheid.

Geen van de Filipino’s heeft een idee van hoe het achter de schermen allemaal verloopt. Ze hebben de indruk dat Wismans geld overmaakt naar ‘Mister Peter’ Stöckmann, die hen dan uitbetaalt. Ondertussen blijven ze maar rijden. Af en toe koken ze een grote portie rijst met wat kip, waar ze drie dagen van eten. „Soms”, zeggen ze, „hebben we geen tijd om het op te warmen, dan eten we het maar koud. Of we eten niet.” In Bratislava, zo vertellen de chauffeurs, zit de volgende ploeg van elf Filipijnen al klaar. „Sommigen van hen hebben geen enkele rijervaring in Europa. De meer ervaren chauffeurs is gevraagd hen een beetje op te leiden.”

Schijnconstructies

Bratislava is, buiten het pittoreske oude centrum, een grauwe Oostblokstad van dertien in het dozijn. Aan de noordwestelijke rand van de stad draait Atema zijn auto een woonwijk vol woonkazernes in. Hier bevindt zich, volgens de papieren, het transportbedrijf waar de Filipijnen onder contract staan. Het adres Hubeného 2499/14 blijkt een woning op de tweede verdieping van een flatblok. Op de brievenbusklep staat ‘Figmik’, de naam van een van de medebestuurders van F&F Trading. Een van de buren in het portiek vertelt dat er „wel eens post komt voor F&F Trading”. Maar vrachtwagens of andere bedrijvigheid heeft hij nog nooit gezien.

De trucks zouden de woning door de smalle straten niet eens kunnen bereiken en op de miniparkeerplaats is geen plek voor zelfs maar één trekker met oplegger. Hetzelfde bij het adres Zarnovicka 5, sinds kort het formele adres van AH Trans s.r.o., een van de andere betrokken firma’s die staan vermeld op de documenten van de chauffeurs. Een twaalf verdiepingen tellende, Bijlmer-achtige flat, fel groen en geel geschilderd. Op het belbord staan 72 namen – maar niet die van AH Trans, F&F Trading of een van de betrokken bestuurders. Geen spoor van vrachtwagens, laat staan een Wismans-truck. .

„Dat is dus hoe het gaat met die schijnconstructies waarmee arbeidsuitbuiting wordt witgewassen”, legt Atema uit. „Op papier zit alles in Slowakije, in werkelijkheid gebeurt alles in Venlo. Transportvergunningen staan op naam van AH Trans of F&F Trading, maar op vrachtbrieven staat weer Wismans vermeld. De namen op de vergunningen en op de vrachtdocumenten horen overeen te komen.” Het derde adres is de zetel van de firma Martin Wismans s.r.o., maar ook hier geen enkele aanwijzing dat het bedrijf er ook echt zit. Kutlikova 17 is een gelikte kantoortoren zoals ze worden aangetroffen op de Amsterdamse Zuid-as. Modern van buiten, marmeren vloeren en een luxueuze uitstraling binnen. Maar de beveiligers aan de balie hebben nooit van Wismans gehoord en treffen de naam ook niet aan in hun elektronische systemen. Ook geen van de andere firma- of bestuurdersnamen doet een belletje bij hen rinkelen. Ook op Pribinova 25, een ander contactadres van F&F Trading, geen spoor van een transportbedrijf. De receptioniste doorzoekt de systemen op alle mogelijke namen. Nul treffers. Op één adres is het wel gedeeltelijk raak. Rybnica 40 is een grijs, versleten bedrijfsverzamelgebouw nabij het vliegveld. Hier zat, ooit, AH Trans s.r.o. „Maar dat was een postbusfirma”, zegt de baliemedewerkster spontaan. Vrachtwagens? Transportbedrijf? Geen denken aan, zegt ze heel beslist. Ze grabbelt wat in de papieren achter de balie en vindt wat blaadjes met handgeschreven krabbels. Het gaat over onbestelbare post en mogelijke nieuwe vestigingsadressen, legt ze uit. In de diverse contracten en documenten, ingezien door deze krant, staat nóg een vermelding van F&F Trading: PO Box 24, Kadnarova 53. Het blijkt een buurtpostkantoortje waar voor postbus 24 wel eens post komt, vertellen de medewerkers. Wie er achter de postbus zit, mogen ze niet vertellen.

Pension

Op de Slowaakse verblijfsvergunning van de Filipino’s staat het adres Pri Trati 1D. Het is het ‘hotel’ Ubytovna waar de mannen drie maanden onbetaald hebben zitten wachten. Het pension ligt aan het uiterste einde van de stad, honderd meter verwijderd van het plaatsnaambordje ‘Bratislava’. Er is geen Filipijn te bekennen. Wel twee OostEuropese mannen die in gebroken Engels commanderen dat we de manager moeten bellen. ‘No English’, zegt deze, waarna hij ophangt. De nieuwe ploeg Filipijnen zit in een ander deel van de stad. Het blijkt een appartement op de tweede verdieping, enkele Filipijnen zitten op het balkon te zonnen. Een beetje verbaasd en argwanend laten ze het bezoek binnen. Her en der in de woning liggen mannen op bed te rusten, elf in totaal. FNV’er Atema vraagt de mannen naar hun arbeidsvoorwaarden en contracten, en legt hen uit wat de vakbond wil bereiken: „Filipijnen prima, maar dan wel volgens de regels en niet als slaven.” De mannen zitten sinds 26 mei te wachten tot ze naar Venlo worden overgebracht. Ook deze mannen weten niet wie hun salaris gaat betalen. Leefgeld in Bratislava krijgen ze van Juraj Repas. „Vorige week heeft hij 440 euro gebracht om eten van te kopen. Als het op is, moeten we hem weer bellen.” De mannen duikelen nog een nieuw adres op uit een schriftje met aantekeningen: Udernicka 20. Daar hebben ze onlangs enkele contracten getekend. Het adres staat op geen enkele van de officiële documenten. Bij aankomst blijkt het een bedrijfsgebouwtje van twee verdiepingen. Links een restaurantje, rechts een trap naar wat kantoorkamertjes op de eerste verdieping. Op de brievenbus staat, warempel, F&F Trading. En de firmanaam HG Trans. „Die zitten hier al een jaar of vier”, vertelt het personeel van het naastgelegen restaurant. „Mister Repas is the boss.”

Spookbedrijven

De kantoordeur is gesloten, mister Repas is niet aanwezig. Maar hij wordt ingeseind over het bezoek en belt even later zelf. Hij is kortaf en geïrriteerd. Ja, hij heeft Filipijnse chauffeurs in dienst, „ist dat verboten, oder wass?” En ja, „die arbeiten für Wismans, auch”. Voor wie nog meer, wil hij niet vertellen. „Das ist unser geschäftliches Geheimniss.” Bedrijfsgeheim. Maar de mannen werken legaal, bezweert Repas. Vragen over de vele verschillende adressen van de diverse firma’s wuift hij resoluut weg, hij vindt het mooi geweest. „Ik heb geen plicht om te antwoorden. Sie stellen dumme Fragen.” Dan hangt hij op. Vakbondsman Atema weet genoeg. „Deze zaak hebben we nu onderzocht, we hebben documenten gezien, buitenlandse spookbedrijven bezocht en meerdere Filipijnse chauffeurs gesproken.

De FNV kan geen andere conclusie trekken dan dat we hier te maken hebben met het strafrechtelijk uitbuiten van mensen ofwel mensenhandel. De FNV vindt dit zó’n schrijnende zaak dat we aangifte gaan doen. Mensen worden uitgebuit, de concurrentie wordt vervalst en de verkeersveiligheid dagelijks in gevaar gebracht. Laat de klanten van Wismans maar zien met wat voor bedrijf zij feitelijk te maken hebben.” Even denkt hij na. „Het blijft toch opmerkelijk”, vervolgt hij, „wat inspecties niet kunnen, legt een vakbond met twee tanken benzine en een paar telefoontjes bloot.”

Mensenhandel

Atema heeft de machinerie in werking gezet om aangifte te doen. De chauffeurs kunnen dan worden verhoord en – als de autoriteiten ook concluderen dat er sprake is van uitbuiting – gebruikmaken van de zogenaamde B8/3-regeling voor slachtoffers van mensenhandel. Ze krijgen dan tijdelijk bescherming, geld en een verblijfsstatus in ruil voor verklaringen tegen de uitbuiter. Kort daarna bevestigt de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ISZW): „Wij doen onderzoek in deze zaak.”

Winnaar ‘Onderzoek’

Trucks Wismans aan de ketting

Twee trucks van transportfirma Wismans uit Venlo zijn in België aan de ketting gelegd. Eerst moeten boetes worden betaald. De Roemeense chauffeurs Robert en Csaba vertellen.

Door

Sjors van Beek namens De Limburger

Het motregent op de doodstille truckersparkeerplaats even achter Luik. Schijnwerpers werpen een oranje gloed over het glimmende asfalt. Tientallen vrachtwagens staan in cohort opgesteld langs de randen. Tussen de trucks ook twee wagens van de Venlose firma Wismans. Ze staan hier al een dag of vijf. Uit de cabines komen twee jonge mannen geklauterd: Robert Csenteri (22) en Csaba Szanto (26).

Ze komen uit Roemenië, vertellen ze in redelijk Engels. Hun vrachtwagens zijn aan de ketting gelegd door de Belgische verkeerspolitie. Ze mogen pas weer gaan rijden als transportbedrijf Wismans twee boetes van 1800 euro elk heeft betaald, heeft politie-inspecteur Raymond Lausbach eerder die dag uitgelegd. De chauffeurs hebben de regelgeving voor rij- en rusttijden overschreden. „De mannen verblijven al weken achtereen in hun cabines. Dat mag niet volgens Europese wetgeving en het bedrijf is dan verantwoordelijk, niet de chauffeurs”, aldus de Belgische politiebeambte.

Filipijnen

Het is niet voor het eerst dat de firma Wismans in het nieuws komt. Deze zomer vertelden diverse Filipijnse chauffeurs van Wismans in deze krant dat ze zich behandeld voelden als ‘moderne slaven’. Daarop deed vakbond FNV aangifte tegen Wismans wegens arbeidsrechtelijke uitbuiting en mensenhandel. Dat strafrechtelijk onderzoek loopt. Nu doen de Roemeense chauffeurs Robert en Csaba, achter een patatje mayo in een nabijgelegen frietkot, hun verhaal. „Wij worden behandeld als slaven”, steekt Robert van wal. „Ik heb vanaf juli geen loon meer gekregen. Er is geen vaste betaaldatum en telkens moest ik bellen waar mijn geld bleef. Maar het kwam steeds niet. Afgelopen vrijdag, nadat ik had gelost in Frankrijk, heb ik Wismans gezegd: nú mijn geld en anders rij ik niet meer verder.” Zijn kameraad Csaba sloot zich bij hem aan. Wismans dreigde vervolgens een boete van 350 euro per dag op te leggen. „Wij hebben een Slovaaks contract, we verdienen 500 euro per maand plus 55 euro voor elke dag dat we rijden”, aldus de Oost-Europeanen. Robert ging in juli de weg op voor Wismans. Het maandbedrag van 500 euro kreeg hij niet. Een tijdlang kreeg hij nog wel de 55 euro per dag, daarna stopte ook die betaling. „Nu hebben we vrijwel geen geld meer”, aldus Csaba, die op 5 oktober begon en nog helemaal geen betaling heeft gehad.

De mannen slapen doorlopend in hun cabine en douchen of wassen hun kleren op tankstations. „Vorige week vroegen we Wismans om 100 euro te sturen zodat we in ieder geval kunnen eten.” Het geld kwam niet. „Ik heb thuis een dochtertje van acht maanden, maar geen geld”, zegt Robert mismoedig. „Ik ben very upset and angry. Ik denk voortdurend aan thuis, ik wil gewoon mijn geld en snel terug naar Roemenië.” De mannen leggen uit dat ze toch maar bleven rijden in de hoop dat het achterstallige salaris alsnog zou komen. Een vriend was het wachten beu, hij keerde terug naar Roemenië en wacht nog steeds op 2000 euro loon. „Nu wachten we maar af of iemand met meer macht ons kan helpen”, zegt Robert. „Misschien de vakbond”, zegt Csaba.

Handhavingsmodel

Tijdens hun verblijf op de parkeerplaats legde de Belgische politie de boetes op. Pas als die betaald zijn, mogen de trucks weer rijden. Inmiddels zijn zowel de Belgische als de Nederlandse vakbonden met de kwestie bezig. FNV’er Edwin Atema: „De inspectie in Nederland kan wel wat leren van het Belgische handhavingsmodel. De inspectie in België zet de auto’s gewoon stil en de chauffeurs zijn daar blij mee. In Nederland krijgt een chauffeur die maandenlang in zijn cabine verblijft te horen ‘goede reis’.” Hoelang de trucks nu blijven staan? De Roemenen zelf hebben geen idee. „Wachten, wachten, alleen maar wachten.” Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid noemt de gang van zaken op Twitter ‘walgelijk’. Bij de firma Wismans wilde niemand reageren.

Winnaar ‘Onderzoek’

Rijden met de Franse slag

Na Filipijnse en Roemeense chauffeurs doen nu ook Franse truckers de mond open over de Venlose firma Wismans. Ze vertellen over intimiderende praktijken, gesjoemel met tachograafkaarten en het niet uitbetalen van salarissen.

Door

namens De Limburger

Malika zei: ‘Pas maar op! Ik heb neefjes in de criminele wereld..!’”, vertelt de Franse chauffeur Matthieu (25) in een vakbondszaaltje in het Belgische Tournai. Die neefjes, zo was de impliciete boodschap, zouden wel eens langs kunnen komen als Matthieu niet deed wat de omstreden firma Wismans van hem verlangde. „Ze schold en ze tierde, ze noemde me ‘vuile klootzak, vuile Fransman!’. En ze wilde me slaan met een ijzeren staaf”, verhaalt een tweede Franse chauffeur, de 29-jarige Freddy. De vrouw die de dreigende woorden sprak, was Malika Merouani, volgens de Wismans-chauffeurs de partner van transportondernemer Wismans – en vooral de vrouw die de touwtjes strak in handen heeft bij de omstreden Venlose firma.

Wildwestbeeld

Zes man sterk zijn de Franse chauffeurs dit weekend naar België gekomen om tegenover vakbondsmedewerkers hun ervaringen met Wismans te laten vastleggen. Naast Matthieu en Freddy hebben Jean-Michel (40), Fabien (22), Pascal (44) en Morgan (29) de reis ondernomen. Alle zes werkten ze enkele maanden tot een jaar voor Wismans, waar momenteel een strafrechtelijk onderzoek tegen loopt vanwege uitbuiting van Filipijnse rijders. Onlangs deden Roemeense chauffeurs ook al een duit in het zakje. Nu is het de beurt aan de Fransen. Alle zes schetsen ze een wildwestbeeld van de Venlose transportfirma. Gerommel met tachograafschijven: na het draaien van hun diensten stopten de chauffeurs een ‘bestuurderskaart’ van een exwerknemer in het apparaat, zodat ze nog wat extra uren konden werken, zo vertellen ze. De vrachtwagens waren verouderd, slecht onderhouden en zwaar overladen. Onderling spraken de chauffeurs over ‘bananenwagens’, opleggers die in het midden doorzakten – of zelfs doormidden braken – onder hun eigen gewicht.

Op hun telefoon laten ze foto’s zien. De overbelading werd verdoezeld met valse CMR’s (vrachtbrieven): „Eentje met de echte lading, en eentje die we moesten laten zien bij controles”, aldus meerdere chauffeurs. „We mochten niet via Antwerpen en Waregem rijden, we moesten via Maastricht en Luik omdat de automatische weegbruggen op de snelweg daar indertijd buiten gebruik waren.”

Advertentie

De Fransen reden in 2014 en 2015 Advertentie De Fransen reden in 2014 en 2015 voor Wismans. In die periode adverteerde het bedrijf wekelijks in de Franse krant La Voix du Nord. Chauffeurs werd 2000 euro netto beloofd. In totaal, vertellen de Fransen, gingen zo’n driehonderd landgenoten er op in. In de periode dat zij er werkten waren ze zo’n 65 man sterk. Alle chauffeurs moesten voortdurend achter hun geld aan en kregen telkens minder dan beloofd, vertellen ze aan de vakbondsleden John Reynaert (Belgische TransportBond BTB) en Edwin Atema (FNV).

„En soms kwam het van een Nederlandse rekening, dan weer een Franse, dan weer een Slowaakse.” Mankementen aan de auto waren voor eigen rekening, schadegevallen eveneens, „ook als de verzekering al had betaald”, aldus Pascal. Lekke band: 350 euro ingehouden op het salaris. „Terwijl we werden verplicht om te rijden met banden die tot op de draad waren versleten”, zegt Jean-Michel. Diefstal van brandstof werd verhaald op de rijders. En om de haverklap zouden er politieboetes zijn die de chauffeurs nooit onder ogen kregen – maar wél dienden te betalen. Ziekmelden werd nauwelijks toegestaan. Fabien vertelt hoe hij 2e-graads brandwonden aan zijn voet opliep bij het koken in de cabine. „Met de ambulance naar het ziekenhuis, ’s avonds met de taxi terug naar de truck en ik moest gewoon laden. In Nederland werd ik bedreigd door Wismans: ‘Ik betaal chauffeurs niet om niks te doen, neem maar gewoon verlof, dan is het geen arbeidsongeval’, zo zei hij.” Een voor een gaven de rijders er de brui aan. Allemaal hebben ze nog geld tegoed van Wismans, maar ze hebben de hoop opgegeven het nog ooit terug te zien.

Wismans, zo horen de chauffeurs in hun kringen, zou plannen hebben om het bedrijf te verhuizen naar Hongarije. Bevestigd is dit niet, bij Wismans was dit weekend niemand bereikbaar. De firma heeft ook al meermaals te kennen gegeven de krant niet te woord te willen staan. ,,Het zijn dieven, ze plegen terreur”, zo besluit Pascal het overleg met de bonden. Die zullen de nieuwe informatie delen met de inspectiediensten, zegt FNV’er Atema. „Als we alle kennis bundelen, kunnen we de boeven de baas”, spreekt hij de chauffeurs moed in. Een voor een keren die terug naar het Noord-Franse land.