De wraak van de bibliothecaris
Het heet de parel van de Marine te zijn: het Centrum voor Automatisering van Missioncritical Systems. Maar de leiding nam het niet zo nauw met de integriteitsregels. De bibliothecaris die de beerput opende, werd gepest, getreiterd en geïntimideerd. Hij moest ‘van het schip af’.
Hij is een man van wie het ministerie van Defensie al lang afscheid heeft genomen – ook al is hij nog steeds in dienst. Hij heeft na 26 jaar zijn mond opengetrokken op zijn werk, op de marinebasis in Den Helder. Hij zag jarenlang misstanden, integriteitsschendingen en zelfverrijking.
Maar hij zweeg, totdat hij zelf van de ene op de andere dag als een rotte appel in de defensieorganisatie werd aangemerkt en zijn superieuren zich tegen hem keerden. Dat was op 22 oktober 2009, en vanaf die dag is alles anders.
Nu is er permanente onrust, angst voor ontslag, zijn er hoogoplopende conflicten, dreigementen, interne onderzoeken en is de taal oorlogszuchtig. De problemen raken de collega’s die hem hebben geholpen. Ook is hij niet langer een intern probleem in zijn standplaats Den Helder; zijn zaak wordt besproken en gevreesd tot op het hoogste niveau van het ministerie van Defensie in Den Haag.
Hij is bibliothecaris en werkt al 26 jaar bij het Centrum voor Automatisering van Missioncritical Systems (CAMS) – Force Vision. Om preciezer te zijn: CAMS-Force Vision is onderdeel van de Directie Wapensystemen, het ressorteert onder Zeesystemen, en valt uiteindelijk onder de Defensie Materieel Organisatie (DMO).
CAMS-Force Vision is de parel in de kroon van de Koninklijke Marine, al sinds 1967.Watdaar gebeurt, in dat afgeschermde vier verdiepingen tellende Gebouw Swaan aan de Helderse marinebasis, heet uniek in de Nederlandse militaire wereld. Bij CAMS werken 165 mensen, onder wie 120 hoogopgeleide IT’ers. Zij maken de wapen- en computersystemen die de Marine niet elders kan of wil laten bouwen.
Op het palmares van CAMS staat onder meer de software voor de Goalkeeper, het in Den Helder ontwikkelde radargestuurde snelvuurkanon dat schepen beschermt tegen vijandelijke raketten. De Goalkeeper is aan een groot aantal buitenlandse krijgsmachten verkocht, en geldt als een Nederlands militair succesnummer.
Bij CAMS-Force Vision is alles zéér vertrouwelijk, in verband met de nationale en internationale veiligheid. Gewone militairen mogen niet naar binnen. Hier wordt de software ontwikkeld voor de computergestuurde maritieme wapensystemen voor de fregatten en onderzeeboten, het combat management system.
Gepest en bedreigd
Hoe de bibliothecaris heet, doet er voor het verhaal niet toe. Zijn identiteit als klokkenluider moet buiten de muren van Gebouw Swaan worden beschermd. Hij weet niets van het verschijnen van dit verhaal en heeft er ook niet aan meegewerkt.
Duidelijk is wel dat ze hem kwijt willen. Hij moet ‘van het schip af’. Geschorst werd hij al, en ook gepest, bedreigd en geïntimideerd. Een deel van zijn taken is hem afgenomen. Defensie heeft zelfs de Koninklijke Marechaussee (Kmar) ingeschakeld om onderzoek te doen naar vermeende integriteitsschendingen door de klokkenluider zelf. Hij zou een ritje met een dienstauto naar een sportvereniging van de marine hebben gemaakt. Dat heeft de buurman van een van de door hem aangeklaagde superieuren verklaard.
Op de vierde etage van het Gebouw Swaan beheert de bibliothecaris de CAMS-bibliotheek. In de kamer naast hem zetelt het hoofd interne zaken, zijn directe leidinggevende–maar die is vrijwel altijd afwezig. Aan het eind van de gang is de kamer van de directeur van CAMS-Force Vision. Daar, op deze etage, is de kwestie begonnen.
Stel je een directeur voor, een hoge militair, die met zijn bezoekers van de lift naar zijn kamer loopt. Daarbij passeert hij de bibliotheek, waar de bibliothecaris de krant zit te lezen. Het is een scene die zich telkens herhaalt, misschien wel dagelijks: de directeur van de software-elite-eenheid van de marine, kapitein-ter-zee Huub Geilenkirchen, die een bibliothecaris openlijk de krant ziet lezen.
Dat kon toch niet, besloot Geilenkirchen in de herfst van 2009. Het straalde niet uit wat hij wilde met CAMS-Force Vision. Bij de parel van de Koninklijke Marine moest alles op orde zijn, óók de bibliotheek. Dat moest de krantenlezende bibliothecaris duidelijk worden gemaakt. Diens directe baas, het hoofd interne zaken, moest dat gesprek gaan voeren. Hij moest het oplossen.
Laatste waarschuwing
En dus zaten de bibliothecaris en het hoofd interne zaken op 22 oktober 2009 tegenover elkaar, voor een ingelast functioneringsgesprek. Eerstgenoemde kreeg daar te horen dat hij ‘nog één kans op verbetering’ had. De bibliotheek was niet op orde, er stonden dozen in de bibliotheekstelling, er was sprake van een stroperige afwikkeling. Ook het beheer van de mobiele telefonie en de dienstauto’s, waarmee hij was belast, liet te wensen over. Een laatste waarschuwing, zo was het bedoeld.
Wat krijgen we nou? Waar had hij dit aan te danken? De bibliothecaris voelde zich bedreigd en geïntimideerd, nota bene door een man die zelf de reputatie had te rommelen met van alles en nog wat.
De bibliothecaris zou zich toch zomaar niet in een hoek laten zetten, omdat hij op een onbewaakt moment de krant las? Waar kwam plotseling die vijandige toon vandaan? Er was nog nooit formeel over hem geklaagd. Zijn personeelsdossier was brandschoon.
Een maand later lag er een memo op het bureau van directeur Geilenkirchen, en was de vertrouwenspersoon ingeschakeld. Dit liet de bibliothecaris niet zomaar gebeuren. Hij ging van zich afbijten, want hij had al die jaren meer gedaan dan in zijn krant kijken. Hij had exact gevolgd waar zijn leidinggevenden, die zich nu opeens tegen hem hadden gekeerd, zich schuldig aan hadden gemaakt.
Als ze hem wilden pakken, dan wist hij nog wel wat. Als beheerder van de administratie van dienstauto’s en diensttelefoons had hij precies inzicht in wie netjes zijn ritjes en telefoontjes verantwoordde en wie niet. En dat om te beginnen.
De man leverde bij de CAMS-directeur een waslijst met integriteitsschendingen in: hij beschreef de diefstal van televisies, laptops, airco’s, bureaustoelen en andere defensiegoederen, het misbruik van dienstauto’s en diensttelefoons, het structureel rommelen met diensttijden en de verdacht hoge gratificaties en bonussen die de afgelopen jaren aan het hogere personeel waren toegekend.
De lijst had vooral betrekking op zijn twee directe superieuren: het hoofd interne zaken en diens baas, het hoofd bedrijfsvoering.
Directeur Geilenkirchen gelastte een intern huishoudelijk onderzoek – hij kon niet anders. In november 2009 kwam het gereed, en de conclusies vielen mee. Er werd weliswaar ‘in enige mate’ gebruikgemaakt van dienstauto’s voor privédoeleinden, en er was sprake van een ‘gebrekkige administratie en regelgeving’, die bovendien ‘te liberaal werd geïnterpreteerd’ – maar de kern voor de commissie was toch de ‘ernstig verstoorde arbeidsrelatie’ tussen de bibliothecaris en zijn meerderen.
Daarmee was voor de directeur de kous af. ‘De commissie heeft haar werk consciëntieus en zeer gedegen uitgevoerd,’ schreef hij begin 2010 aan alle betrokkenen.
Geilenkirchen hoopte dat hij de problemen de kop had ingedrukt. Er moest fors gesneden worden bij Defensie en CAMSForce Vision was als elite-instituut bij de voorgaande bezuinigingsrondes buiten schot gebleven. Sterker: als er bij de Marine in Den Helder vanwege geldgebrek nog geen schroefje besteld mocht worden, wisten de IT’ers van CAMS nog wel potjes te vinden voor nieuwe computers, cursussen of studiereizen.
Als het interne onderzoek aan de grote klok zou worden gehangen, vreesde de CAMS-directeur, dan kon dat Haagse ambtenaren op zoek naar kostenbesparingen, wel eens op ideeën brengen. De opstelling van Geilenkirchen viel verkeerd bij de bibliothecaris. Ja, hij had inderdaad een ernstig verstoorde relatie met zijn directe baas. Maar dat deed niets af aan de ernst van al die integriteitsschendingen die hij had gezien. De cultuur bij CAMS deugde niet, al jaren niet. Daar moest een keer iets aan gebeuren.
Het rapport en de bevindingen waren ‘ondeugdelijk’, liet hij zijn directeur weten. De ‘gerapporteerde misstanden’ waren volgens hem niet serieus of objectief onderzocht.
En dus zocht de bibliothecaris het hogerop. Eerst bij de baas van Geilenkirchen, de souschef zeesystemen, ingenieur A. J. J. M. van Koningsbrugge. Later bij Lex Hendrichs, de directeur van de Defensie Materieel Organisatie – het overkoepelende onderdeel in Den Haag dat al het defensiemateriaal onder zich heeft.
Met deze actie overtrad de bibliothecaris een ongeschreven marinewet. Hij sloeg het gezag van de baas in de wind. Hij kwam, als burger in dienst van defensie met salarisschaal 6, in opstand tegen medewerkers en militairen met veel hogere rangen en salarisschalen.
De top van CAMS Force Vision was ziedend. De bibliothecaris was een bedreiging voor het hele onderdeel, die zijn collega’s valselijk beschuldigde, vonden zij. Ook de uitgebreide gesprekken die hij tijdens het interne onderzoek had gevoerd met personeelsfunctionarissen en vertrouwenspersonen werden hem verweten.
Ondertussen was de kwestie in Den Haag verder gaan zieken. Na herhaalde meldingen, onder meer van de bibliothecaris zelf, besloot in mei 2010 de top van het ministerie van Defensie dat de zaak grondig moest worden uitgezocht. Een kolonel buiten dienst, die vaker integriteitskwesties bij het ministerie onder de loep had genomen, werd aangezocht onderzoek te doen bij CAMS.
De commissie verzamelde documenten en sprak afgelopen zomer uitgebreid met alle betrokkenen: met de bibliothecaris en zijn meerderen, maar ook met een tiental andere defensiemedewerkers. Met personeelsleden die niet durfden te praten – omdat zij zich bedreigd voelden of vreesden voor repercussies – werd via hun leidinggevende of per e-mail contact gelegd.
Spijkerharde conclusies
Op 10 september was het ‘zeer vertrouwelijke’ rapport van de commissie van huishoudelijk onderzoek gereed. De conclusies waren spijkerhard. De bibliothecaris kreeg op vrijwel alle punten gelijk.
Het auto- en telefoongebruik van zijn baas was inderdaad niet integer, niet rechtmatig en niet transparant. Ook bleken er goederen verdwenen, waren computers en televisies voor thuisgebruik bestemd en waren mensen bedreigd en onfatsoenlijk behandeld.
Maar er was meer. Het gaf geen pas, zo merkte de commissie op, dat het hoofd interne zaken personeelsleden uitschold voor ‘dikke’ of ‘lelijke homo’ of opmerkte ‘als ik je kop zie, moet ik schijten’. Ook in strijd met wenselijk ambtenarengedrag was ‘het zich breed maken bij het passeren in de gang’ en ‘het in iemands richting bewegingen maken als een mes over de keel’.
Het hoofd interne zaken was onvoldoende in het gareel gehouden door zijn meerderen. En hoe kon het nou toch dat bij vermoedens van strafbare feiten er bij de Koninklijke Marechaussee geen aangifte werd gedaan, zoals het hoort?
Ten slotte schreef de onderzoekscommissie dat ‘zij een evenwichtigheid miste in de toekenning van beloningen en functioneringstoelagen waardoor de schijn wordt gewekt van bevoordeling van personen in hogere posities’.
Eind goed al goed, dachten de bibliothecaris en de mensen die in zijn voordeel hadden verklaard tegenover de commissie. Het recht heeft gezegevierd. Met dit rapport in de hand zou bij CAMS schoon schip worden gemaakt, en zou ook de graaicultuur van de top bij het defensie-onderdeel worden aangepakt.
Er was een ‘point of no return’ bereikt, zo stond het in het onderzoeksrapport. Maar niets bleek minder waar. Daags nadat het vernietigende rapport in beperkte kring was verspreid, liet kapitein-ter-zee Huub Geilenkirchen een Alle Hens afroepen bij CAMS Force Vision. Het voltallige personeel van het eliteonderdeel stroomde naar de centrale hal van het gebouw, waar Geilenkirchen zijn manschappen toesprak.
De vijand is binnen bij CAMS, daar kwam het betoog van de directeur op neer. Onze eigen mensen hebben over ons gepraat. Maar wij weten wie de informanten zijn. Dit gaat grote consequenties hebben.
En dat gebeurde ook. De afgelopen vijf maanden waren een nachtmerrie voor de bibliothecaris en de personeelsleden die met de commissie hadden gesproken. En dat terwijl hen was verzekerd dat hun identiteit beschermd zou worden.
Grimmig
Door toedoen van de leiding van het onderdeel wist echter iedereen in gebouw Swaan om wie het ging, en wat zij hadden verteld over hun collega’s. Dat leidde tot pesterijen, fluisterpartijen bij de lift en de koffie – en tot openlijke vijandelijkheden.
Het grimmigst is de opstelling van het hoofd interne zaken – de man van wie officieel vaststond dat hij een serie defensieregels met voeten had getreden. Hij werd weliswaar overgeplaatst naar aanleiding van het rapport, maar de deur bij de top van CAMS staat nog altijd voor hem open.
De mensen die tegen hem hebben gekeerd, kregen de afgelopen maanden met zijn ongenoegen te maken. Daarbij had hij niet alleen het CAMS-personeel op de korrel. Zelfs twee echtgenotes van collega’s en hun kinderen werden door hem geïntimideerd, tot aan het schoolplein toe.
Klachten daarover werden niet serieus genomen. Hij staat onder druk, en dat is logisch gezien de dingen die collega’s over hem hebben verteld; de man is slachtoffer en geen dader, zegt de CAMS-directie.
De laatste ontwikkeling in Gebouw Swaan is nog veelzeggender. Uit recente schema’s voor kostenbesparingen bij CAMS valt op te maken dat de functies van iedereen die tegenover de commissie kritisch over de misstanden heeft gesproken, worden opgeheven.
Ook de bibliothecaris – arbeidsplaatsnummer 4021034 – heeft ‘code 4’ gekregen. Hij is vervallen verklaard.
Dit verhaal is tot stand gekomen op basis van vele interne Defensie-documenten en -rapporten. Het ministerie van Defensie wil niet reageren op dit artikel. Minister Hans Hillen van Defensie laat weten dat hij eerst de Tweede Kamer over DMO en de integriteitsschendingen wil informeren.