‘Borreltje drinken, beetje schieten’

Op grote schaal vallen in Drenthe buizerds, vossen en andere roofdieren ten prooi aan illegale jachtpraktijken. Ze worden vergiftigd voor het plezier van jagers.

Door

Bas van Sluis en Mick van Wely namens Dagblad van het Noorden

article1

“De misstanden zijn niet representatief voor de jacht.” Foto: Archief ANP/Koen Suyk

Oktober in Noord-Drenthe. In zijn woonplaats Donderen krijgt ’Gerard’, een oud-jachtopzichter, een telefoontje van een jager. De zakenman heeft wat relaties uitgenodigd voor een jachtpartij. Of Gerard daarbij als jachtveldverzorger kan helpen. Dat kan, zegt Gerard.

Maar er valt toch wel wat te schieten, vragen zulke jagers hem meestal. Gerard, gewend aan jagers die steen en been klagen over het gebrek aan wild in de Drentse bossen, stelt zijn klant gerust. Het komt goed. Voor de zakenman en zijn vrienden, voor wie de jacht vooral een gezellig uitje is – “Borreltje drinken, beetje schieten” – worden ongeringde, gekweekte fazanten uitgezet.

Het is nog aardedonker en koud op de ochtend van ‘hunting day’ als een rechercheur en een lid van het Regionaal Milieuteam Drenthe zich tegenover een boomkwekerij in Eldersloo in een sloot laten zakken. Hoe is het mogelijk, vragen ze zich af, dat Gerard uitgerekend hier zijn klanten wil laten jagen. Een kwekerij. Omheind met gaas. Die fazanten, zo tam en gewend aan mensen dat ze uit je hand eten, kunnen geen kant op. Prijsschieten. Hengelen in een vissenkom.

Om half zes komt een terreinwagen met gedoofde lichten aanrijden. Gerard stapt uit, zware zakken over zijn schouder, en loopt het terrein van de kweker op. Zijn handelwijze als jachtveldverzorger is des te opmerkelijker omdat hij nota bene zelf als jachtopzichter buitengewoon opsporingsambtenaar was. Gerard zou beter moeten weten. Maar even later komt hij terug. Met lege zakken. De observanten in de sloot hebben genoeg gezien.

Drie uur later wordt Gerard, in het dagelijks leven werkzaam bij Defensie, aangehouden in Vries. In zijn werkkamer op een terrein van Defensie zal de recherche een vrieskist vol dode dieren en beschermde vogels vinden, verboden vangmiddelen en munitie die hij er niet zo mag bewaren. Ook de kwekerij in Eldersloo krijgt bezoek; even controleren of die tamme fazanten er inderdaad zitten. En de jagers? Die komen niet. Kennelijk gealarmeerd blaast de organisator van het Drentse uitje zijn jachtpartij af. De kans dat hij zijn vrienden snel opnieuw kan fêteren, wordt nog wat kleiner als de politie enkele dagen later in Anloo een andere jachtveldverzorger en diens zoon arresteert. Ook dit duo klust voor de zakenman, hoort Dagblad van het Noorden bij navraag in het dorp.

Als jachtveldverzorgers beheren Gerard en het duo uit Anloo duizenden hectares in Noord- en Midden-Drenthe, velden waar de zakenman voor betaalt om er te mogen jagen. In de woning in Anloo vindt de politie zakken met belastend materiaal. Hoewel de recherche niets zegt over de aard van dat bewijsmateriaal, wordt nu duidelijk dat er in Drenthe meer aan de hand is dan het uitzetten van wat vetgemeste fazanten. Overal in Drenthe zitten buizerds en haviken op houten paaltjes. Behalve in een tientallen hectaren groot natuurgebied in Midden-Drenthe. Daar is geen roofvogel, vos of marter meer te vinden. Als begin dit jaar in de Drentse bossen opvallend veel dode dieren worden aangetroffen en hondenbezitters bij de politie aankloppen met het verhaal dat hun hond na een boswandeling plotseling dood in zijn mand ligt, besluit de recherche tot een grootschalig onderzoek. De politie schakelt experts in van Staatsbosbeheer, de marechaussee, stichting Het Drents Lanschap en Natuurmonumenten.

Het milieuteam van de politie brengt eerst alle vergiftigingen in kaart. Het zijn er 48. In jachtgebieden in heel Drenthe worden dode dieren gevonden. De politie vindt vangpijpen, fazantenkooien en aas met gif. “We zijn hier enorm van geschrokken”, zegt Jelle van der Meulen van het Regionaal Milieuteam Drenthe. “Je vindt maar een klein deel van de vergiftigde dieren terug. Het is vermoedelijk het topje van de ijsberg.”

Roofvogels, vossen en ander wild zijn dol op fazanten. Daarmee zijn ze een concurrent van jagers. Kennelijk, stelt het milieuteam vast, zijn er jagers of jachtveldverzorgers die er geen been in zien hun jachtterrein niet alleen te ’vullen’ met tamme fazanten, maar ook te ontdoen van ’tegenstanders’.Want dat betekent: meer makkelijke fazanten, meer schietplezier. De prijs van het uitschakelen van het roofwild is hoog, zegt Van der Meulen. “Jagers en jachtveldverzorgers stoppen het zware en verboden landbouwgif Aldicarb of Parathion in dode aasduiven of in stukken vlees. Een buizerd of havik die zo’n vergiftigd stuk vlees pakt, vliegt een paar meter en stort dan volledig verkrampt naar beneden. De vossen, dassen en vogels lijden verschrikkelijk. Je moet er niet aan denken dat kinderen met hun handjes aan dat spul gaan zitten.”

Een globaal overzicht van vergiftigingen heeft het milieuteam wel: een kaart van Drenthe met punaises. Maar het koppelen van vergiftigingen aan de verantwoordelijke personen is andere koek. De verdachten zijn zo sluw als een vos. Van der Meulen: “De mannen wanen zich ontastbaar. En terecht. Hun praktijken bleven tot onze frustratie jarenlang onopgemerkt. Sporen laten ze bijna niet achter.” De gedode dieren worden begraven en het met gif gevulde aas ligt in betonnen duikers op hongerige vossen en dassen te wachten.

Vangpijpen zijn een ander methode. Van der Meulen: “De pijp is aan de binnenkant glad. Roofdieren kunnen er niet meer uit. Ze sterven in de buis.”De milieurechercheurs concentreren zich nu, na acht maanden onderzoek, op een groep jachtveldverzorgers. Doel is niet alleen om het uitroeien van de roofdieren te bewijzen, maar ook lijnen bloot te leggen tussen de verzorgers en een groep jagers. Tenslotte zijn zij, zo vermoedt de politie, de opdrachtgevers.

In feite zijn deze jachtpartijen bedrijfsuitjes. Een sociale gebeurtenis waarbij netwerken en praten belangrijk zijn. Na de jacht worden, onder het genot van een drankje, de zaken beklonken. Het gaat onder andere om managers en directeuren van bedrijven. Het bos als viplounge. “Het zijn onder andere grote mannen van bedrijven die elkaar uitnodigen en fêteren in het bos. Aan jachtveldverzorgers geven ze door wanneer ze langskomen. Die bestellen dan de fazanten en zetten ze kort voor de jacht uit”, legt Van der Meulen uit. Hij benadrukt dat de misstanden niet representatief zijn voor de jacht. “Wij hebben echt geen problemen met jagers in het algemeen. Jagers die zich aan de regels houden balen ook enorm van mensen die de fout ingaan.”

Of de zakenman die de jachtpartij eind oktober zou hebben georganiseerd, opdracht heeft gegeven voor het vergiftigen van concurrerend wild, staat niet vast. De man is geen verdachte in

het politieonderzoek. Als Dagblad van het Noorden hem vraagt naar zijn rol, laat hij weten ’geschrokken’ te zijn van de vergiftigingen en het uitzetten van fazanten. “Dit is niet in mijn opdracht gebeurd. Ik baal hier van. Wat die kerels uitvreten weet ik toch ook niet. Ik ben een nette jager.” Volgens de zakenman zou er toen de fazanten werden uitgezet helemaal geen jacht plaatsvinden. “De jachtveldverzorger wilde zijn hond trainen. Ik heb absoluut niets te maken met deze misstanden.”

 

Jagers vergiftigen roofdieren

Door

Bas van Sluis en Mick van Wely namens Dagblad van het Noorden

In Drenthe worden ten behoeve van de jacht regelmatig roofdieren vergiftigd. De politie heeft na maanden van onderzoek drie mannen opgepakt op verdenking van het vergiftigen van dieren en het uitzetten van gekweekte fazanten. De milieurecherche in Drenthe deed onderzoek naar misstanden in de jacht, in nauwe samenwerking met Staatsbosbeheer, de marechaussee, provincie Drenthe, Natuurmonumenten en stichting Het Drentse Landschap.

Bijna vijftig vergiftigingen werden in kaart gebracht. Vossen, haviken en buizerds stierven een zeer pijnlijke dood doordat met verboden landbouwgif volgestopt aas in jachtgebieden werd verspreid. Ook honden raakten onbedoeld vergiftigd. Op vergiftiging van dieren staat maximaal zes jaar celstraf.

De jachtveldverzorgers en jagers schakelen de roofdieren uit, om zo te voorkomen dat ze fazanten opeten. Vervolgens laten ze gekweekte fazanten los in de jachtgebieden om te zorgen dat er wat te schieten valt. Volgens chef Jelle van der Meulen van de milieupolitie komen in sommige Drentse natuurgebieden als gevolg van de vervolging, nagenoeg geen roofdieren meer voor. “De vergiftigingen hebben desastreuze gevolgen voor het natuurlijk evenwicht”, aldus Van der Meulen. Hij vermoedt dat de ontdekte vergiftigingen het topje van de ijsberg zijn.

De opgepakte verdachten komen uit Anloo en Donderen. Saillant is dat twee van hen, blijkt uit onderzoek van Dagblad van het Noorden, voorheen werkten als opsporingsambtenaar (BOA). In de functie van jachtopziener. Ze moesten toezien op misstanden in de jacht. De man uit Donderen werkt nu bij Defensie. De politie sluit nieuwe aanhoudingen niet uit.

De PvdA-fractie in de Tweede Kamer vraagt een spoeddebat aan over de vergiftigingen. De fractie wil een voorlopig verbod op de jacht. “Ik ben erg geschrokken van deze praktijken. We eisen een landelijk onderzoek naar dit soort vergiftigingen. Tot de uitkomst ervan moet er maar even niet gejaagd worden”, vindt Kamerlid Tjeerd van Dekken.

Staatsbosbeheer zegt het moedwillig vergiftigen van roofvogels, dassen en vossen ’ten zeerste te veroordelen’. “Het doden van beschermde diersoorten is in strijd met goed natuurbeheer en heeft effect op de gehele fauna. Deze praktijken moeten gestopt worden.” Woordvoerder Jorien Bakker benadrukt dat met de meeste jagers niets mis is.

Juryrapport

‘Toen de redactie lucht kreeg van het politie-onderzoek, maakte zij de afspraak dat zij pas zou publiceren na aanhoudingen, in ruil voor de primeur.’

Misstanden jacht

De politie in Drenthe voerde een langdurig onderzoek uit naar misstanden in de jacht.

Op velden werden tamme fazanten voor de jacht uitgezet – dat is op zich al illegaal. Om te voorkomen dat zij ten prooi zouden vallen aan roofvogels en vossen, werden deze ‘concurrenten’ van de jager eerst op grote schaal gedood met giftig aas en vallen waarin zij verhongerden – ook honden die in het gebied werden uitgelaten, werden er slachtoffer van. Deze praktijken komen vaak voor. De jacht kan lucratief zijn – vaak is het onderdeel van een dagje netwerken op niveau – maar dan moet er wel wat te schieten zijn. Maar zelden zijn daders gepakt.

Toen de redactie van het Dagblad van het Noorden lucht kreeg van het politie-onderzoek, maakte zij de afspraak dat zij pas zou publiceren na aanhoudingen, in ruil voor de primeur en informatie lopende het onderzoek. De verslaggevers gingen met een observatie-actie mee, maar hielden verder afstand en boorden ook andere bronnen aan.

Zo konden zij op 5 november niet alleen melden dat er drie mannen waren gearresteerd, maar konden zij ook meteen in een achtergrondartikel de hele zaak uit de doeken doen. Het leidde tot landelijke publiciteit en een debat in de Tweede Kamer, waar staatssecretaris Bleker maatregelen aankondigde.

Uit de productie blijkt weer eens dat een goed netwerk loont. De redactie kon bovendien met de politie afspraken maken zonder afbreuk te doen aan de eigen onafhankelijkheid. Het nieuwsverhaal is helder en zakelijk geschreven. De reportage is beeldend en biedt de nodige context.