Winnaar ‘Nieuws’

Slechte scriptie, toch je bul

Media-opleiding van Hogeschool InHolland versierde voor honderden studenten zonder noemenswaardige tegenprestaties alsnog een diploma.

Door

Ianthe Sahadat namens de Volkskrant

geslaagd1

Geslaagd in Wamel. Het huis op de foto heeft niets te maken met het verhaal over Hogeschool Inholland Foto: Marcel van den Bergh / de Volkskrant

‘Ik kreeg te horen dat ik een docent moest bellen die me aan een diploma kon helpen’, vertelt een oud-student die anoniemwil blijven. ‘Ik heb gebeld en kon diezelfde dag langskomen. Hij hoorde mijn verhaal aan en zei: oké, je bent hbo-waardig, stuur op wat je hebt.’

De oud-student stuurde zijn jaren eerder geschreven scriptie op, die destijds was afgekeurd. ‘Aanpassingen waren niet nodig en ik hoefde ook geen verdediging te doen. Twee weken later had ik mijn diploma.’

Hogeschool InHolland reikte de afgelopen twee jaar aan circa 250 studenten van de opleiding Media en Entertainment Management (MEM) in Haarlem ongeoorloofd diploma’s uit. Dat blijkt uit interne documenten en gesprekken met betrokkenen.

´Kansloze gevalletjes´

De route werd volgens documenten en betrokkenen aangeduid als de ‘Theo-route’, naar de verantwoordelijke docent. In de meeste gevallen nam de school contact op met de studenten, en deed hun het aanbod eenvoudig hun diploma te halen, zo staat te lezen in een interne brandbrief die in bezit is van deze krant en waarvan de authenticiteit door ingewijden is bevestigd. Meerdere afgestudeerden onderschrijven deze lezing.

‘Ik had al vier jaar geen colleges meer gevolgd’, zegt de anonieme oud-student. Hij had inmiddels een goede baan bij een mediabedrijf. Van een studiegenoot hoorde hij dat er een docent was aangesteld om ‘de kansloze gevalletjes’ uit het systeem te schonen. ‘Gevallen zoals ik, die al jaren denken: ooit haal ik dat diploma wel. Maar die allang werken.’

De verantwoordelijke docent moest het ‘stuwmeer’ aan nog niet afgestudeerde ouderejaars (vijfdejaars en ouder) zo snel mogelijk aan een diploma helpen. Die stuwmeerstudenten staan binnen de opleiding ook bekend als het ‘Mirmoeras’, vernoemd naar Mir Wermuth, de directeur van de overkoepelende opleiding School for Communication, Media & Music.

Om de afstudeerbonus die opleidingen van de overheid ontvangen niet grootschalig mis te lopen, startte InHolland een alternatief, geheim afstudeertraject. Een instelling loopt bij niet afstuderen per student al snel tienduizend euro of meer mis.

In het geheime traject werden studenten op verschillende manieren tegemoet gekomen. Meestal werden studieachterstanden kwijtgescholden. Eerder afgekeurde scripties werden alsnog goedgekeurd. Volgens de brandbrief leverden de meeste studenten ‘korte werkstukjes’ in, ‘die niet beoordeeld of zelfs gelezen werden’. Zij ontvingen hun eindcijfer per e-mail en konden hun diploma afhalen bij het secretariaat. Het diploma was altijd ondertekend door dezelfde twee docenten.

Volgens ingewijden waren alleen deze docenten en de opleidingsmanagers op de hoogte van het traject. In de beleidsstukken is niets over de ‘Theo-route’ terug te vinden.

De illegale afstudeerroute raakte in opspraak toen reguliere studenten er lucht van kregen. Zij beklaagden zich over de ongelijke behandeling en sloegen alarm bij de examencommissie, die een onderzoek instelde.

Op 11 juni schreef het management in een brief aan alle medewerkers dat er ‘onrust is ontstaan betreffende de kwaliteit van afstuderen van studenten in het zesde jaar en hoger’.

De brief is ondertekend door MEM-opleidingsmanager Mariëtte Poot, die in de brief het speciale traject voor stuwmeerstudenten bevestigt, maar het ‘gerucht’ weerspreekt over de lagere eisen aan deze studenten. Ze noemt dit ‘pertinent onjuist’.

Wel heeft de examencommissie er volgens Poot terecht op gewezen dat het specifieke traject niet in de studiegids is opgenomen en dat controle op de uitvoering daarmee onmogelijk was. ‘Deze omissie zullen we (….) volgend jaar oplossen’, meldt de brief. Ook zal de huidige lichting afstuderende stuwmeerstudenten een extra toets in de vorm van een mondeling eindgesprek krijgen.

Betrokkenen zeggen dat medewerkers onder druk worden gezet met niemand hierover te spreken. In de mail wordt ook opgeroepen om collega’s of studenten die verhalen verspreiden ‘met naam en toenaam’ te melden bij het management.

In een reactie laat bestuursvoorzitter Geert Dales weten dat Inholland net als andere hogescholen speciale trajecten voor ouderejaars kent. De beoordelingscriteria zijn identiek, zegt hij. ‘Alle studenten moeten aan dezelfde eisen voldoen.’

 

Onderwijs als bijproduct

Hoe groter Hogeschool InHolland werd, hoe meer enkele bestuurders last kregen van grootheidswaan. Puinruimer Geert Dales kon die cultuur niet veranderen.

Door

Merijn Rengers en Ianthe Sahadat namens de Volkskrant

geslaagd2

Het oud-college van bestuur van InHolland, met de hoofdrolspelers in de affaires: Jos Elbers (links), Joke Snippe en Lein Labruyère (rechts). Ook op de foto staat bestuurssecretaris Maarten Knoester Foto: InHolland

Geert Dales had er zin in, toen hij op een broeierige en bewolkte maandagochtend in juli 2007 het hoofdgebouw van Hogeschool InHolland in Den Haag binnenstapte.

Vandaag zou hij beginnen als bestuursvoorzitter van een hbo-instelling. Als onderwijsbons. En als puinruimer. Zo zag hij zichzelf. En zo was het hem in de zes weken durende selectieprocedure – die hij als burgemeester van Leeuwarden in het grootste geheim had doorlopen – voorgehouden.

InHolland zat in de zomer van 2007 in grote problemen. Dales voorganger, Jos Elbers, had de school veranderd in een van de grootste hbo-instellingen van Nederland en ver daarbuiten –met vestigingen op negen locaties in de randstad en in Suriname, met bijna 40 duizend studenten en zo’n 3.000 medewerkers.

Elbers – huidig voorzitter van D66 Rotterdam – had de school als een bedrijf gerund, met overnames, gelikte folders, grote feesten en bonussen. Daarbij was hij de docenten en studenten vergeten. Onder zijn leiding was het aantal lesuren sterk afgenomen en hadden tientallen docenten uit protest de school verlaten. Voor zichzelf had Elbers wel goed gezorgd. Hij domineerde de lijstjes van grootverdieners in de onderwijssector.

Dales wist bij zijn aantreden niet beter of Elbers was aan de kant gezet door de raad van toezicht van InHolland. Er had een kop moeten rollen, en dat was die van Elbers geweest –die met zijn gulzige bestuursstijl de verpersoonlijking was geworden van de overdaad aan de top van het hoger onderwijs.

In de lift liet Dales zijn jaren als burgemeester in Leeuwarden de revue passeren. Hij had het weinig dynamisch gevonden. Zijn overstap verheugde hemen was goed voor InHolland, vond hij. De school kreeg de aanpakker, de doener, en de verbinder waarop ze zaten te wachten. Hij zou zijn tomeloze energie gebruiken om de school er bovenop te helpen.

Schimmige declaraties

Diezelfde week in juli was ook Jos Elbers op het InHolland-kantoor in Den Haag aanwezig, maar om heel andere redenen. Elbers kwamzijn handtekening zetten onder een contract voor de nieuwe lease-auto die hij had uitgezocht – een Citroën C6,met een cataloguswaarde van zo’n 70 duizend euro.

De wagen was onderdeel van de nieuwe arbeidsvoorwaarden die Elbers had uitonderhandeld met Haddo Meijer, voormalig bestuursvoorzitter van rederij Nedlloyd en de toenmalige voorzitter van de raad van toezicht van InHolland. Elbers was helemaal niet ontslagen, zoals de buitenwacht dacht. Integendeel. Hij was weliswaar afgetreden als voorzitter, maar had in plaats daarvan een nieuw vierjarig contract met InHolland gesloten.

Tot januari 2011 zou Elbers in dienst blijven als ‘adviseur van het college van bestuur’. De functie was begroot op drie dagen per week, tegen een salaris van 178 duizend euro op jaarbasis. Plus extra’s, bonus en nieuwe leasewagen – de Citroën C6.

Dales wist niet van het bestaan van dit contract, toen hij op zijn eerste werkdag Elbers tegenkwam. Het zal wel iets met de overdracht te maken hebben, dacht hij. Maar toen hij zijn voorganger bleef tegenkomen in de gangen van InHolland, vroeg hij hem op de man af wat hij daar nog deed.

Het antwoord – dat Elbers hem zou gaan adviseren, tegen een buitensporige vergoeding – trof Dales recht tussen de ogen. Wie had dat afgesproken? Geert Dales had toch zeker geen adviseurs nodig? En hoezo was Elbers nog verbonden aan InHolland? Had de raad van toezicht in de weken voor zijn komst dit allemaal nog even geregeld?

Weg met die man, dacht Dales. Maar dat kon niet. Elbers had contracten getekend met de raad van toezicht – inmiddels voorgezeten door Karel Noordzij, ex-bestuursvoorzitter van pensioenfonds PGGM – en daar had Dales niets over te zeggen. De raad van toezicht meende bovendien dat Elbers zichzelf zou terugverdienen door elders adviezen te geven.

Zo kon het gebeuren dat InHolland was opgezadeld met een adviseur die geen adviezen gaf. Een adviseur bovendien van wie een niet aflatende stroom declaraties en andere uitgaven opdoken.

Het ging om bonnen en aanvragen voor onder meer de inbouw van een televisie in zijn auto, voor duizenden euro’s aan telefoongebruik, persoonlijk financieel advies, extra pensioenstortingen, bonussen, een uitbundig afscheidsfeest en een reis naar Zuid-Frankrijk van Elbers en zijn echtgenote.

Oorlog

Dit moest wel oorlog worden, besefte Dales. Er was jarenlang op te grote voet geleefd. Iedereen had het zien gebeuren, had het goedgekeurd of zelf meegedaan. Maar waar moest hij beginnen? Bij de raad van toezicht, die het bestuur niet in toom had gehouden? Bij zijn collega-bestuurders? Of bij de opleiding zelf, waar een dikke stapel dossiers om aandacht smeekte?

Uit interne documenten en uit gesprekken met talrijke betrokkenen is een goed beeld te destilleren van de strijd die Geert Dales de afgelopen jaren heeft gevoerd met de bestuurders en toezichthouders bij InHolland. Hij verloor de strijd uiteindelijk.

In het bestuurscollege van InHolland zaten – behalve Geert Dales – twee tegenpolen: de bourgondische selfmade man Lein Labruyère en de gepromoveerde, ingetogen onderwijskundige Joke Snippe.

Na een moeizame start ontstond er een redelijke persoonlijke verstandhouding tussen Labruyère en Dales. De heren – beiden oud-burgemeester – vonden elkaar in hun voorliefde voor politiek, een goed glas wijn en hadden een vergelijkbaar gevoel voor humor.

Minder overeenstemming was er over Labruyères voorliefde voor het ‘grijze gebied’ van declareren en ondernemen, zoals hij het zelf omschreef. Grijs – want echt rare dingen deed hij niet.

De twee bestuurders kregen botsingen over declaraties. Bijvoorbeeld over een lentereis met partner naar Zuid-Frankrijk voor een netwerkcongres. Dat was ten tijde van Elbers de normaalste zaak van de wereld, maar onder Dales een discussiepunt.

Ruzie maakten Dales en Labruyère niet. Maar ze botsten wel. Twee jaar lang, elke keer weer. De raad van toezicht van InHolland was hiervan tot in detail op de hoogte, maar liet de mannen begaan.

Labruyère zag InHolland graag vertegenwoordigd op allerhande evenementen en congressen, Dales vond het een verspilling om mee te betalen aan benefietgala’s, filmfestivals en sportsponsoring.

Informeel werd binnen het bestuur besproken dat Labruyère na zijn tweede termijn bij de hogeschool zou opstappen. Enige tijd later bleek dat de raad van toezicht en Labruyère heel andere plannen hadden. Labruyère werd een contractverlenging na 2011 toegezegd.

Dales was ziedend. Achter zijn rug om? Waarom had niemand hem gebeld? Vanaf dat moment spraken de bestuurders van de school elkaar vrijwel alleen nog op verplichte vergaderingen en overleggen. Verder runden zij ieder hun eigen toko.

Miljoenenverlies

Zo regelde Labruyère de portefeuille vastgoed, waar problemen ontstonden. In 2006, op het hoogtepunt van de vastgoedmarkt, had de hogeschool een schoolgebouw in Diemen verkocht aan woningbouwcorporatie de Key. InHolland – als school met ambitie – hoorde helemaal niet in het troosteloze Diemen thuis, was de gedachte. Een elegant pand op een A-locatie, dat was het plan.

Daarom zou de school op termijn verhuizen naar de Amsterdamse Zuidas. Tot die tijd moest het huurcontract voor Diemen elke twee jaar worden verlengd.

Afgelopen zomer moest Labruyère schoorvoetend bekennen dat hij vergeten was de verlening te regelen. Hij had het ontstane probleem opgelost door de verkoop te ontbinden, hield hij zijn medebestuurders en de toezichthouders voor.

Wat hij niet erbij vertelde was dat InHolland door zijn vergeetachtigheid een aantal miljoen was misgelopen en dat de studenten moesten blijven zitten in een afgebladderd kantoorpand in Diemen waar zij graag wilden vertrekken.

Joke Snippe uit Drenthe, een gepromoveerd onderwijskundige en overtuigd vegetariër, stak anders in elkaar. Tot verdriet van haar chauffeur reed zij in een Toyota Prius. Van haar voorliefde voor stiltevakanties in de bergen begrepen Dales en Labruyère weinig.

Snippe was verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs bij InHolland. Van haar was bekend dat zij vond dat studenten niet per se veel les zouden moeten krijgen. Dat zou de motivatie voor zelfstudie verminderen, zo liet zij weten aan collega’s die klaagden over het onderwijs bij InHolland.

Het onderwijsconcept dat Snippe voor ogen stond – met de inzet van computers, zelflerende studenten en projectmatig onderwijs – was vanaf haar aantreden in 2002 door de toenmalige top van InHolland en door de raad van toezicht omarmd. Het was modern en sloot aan bij de ideeën over het studiehuis in het middelbaar onderwijs.

Studenten waren minder enthousiast. De hogeschool kwam herhaaldelijk in het nieuws met klachten van studenten over een steeds verder teruglopend aantal contacturen en summiere begeleiding. Voor gebouwen, overnames en (commerciële) nevenactiviteiten, werd ondertussen voldoende geld vrijgemaakt.

Toen Dales de schermutselingen met zijn voorganger Elbers achter de rug had, stortte hij zich op het onderwijs. Hij schreef een notitie, en begon zich met alles en iedereen op de school te bemoeien.

Een van de maar liefst 48 actiepunten die Dales lanceerde, was het opstellen van een onderwijsconvenant. Dat gebeurde tijdens een grote show, in september 2009, waar Dales samen met de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb een paar duizend Rotterdamse InHolland-studenten

uitnodigde in voetbalstadion de Kuip. Tijdens het spektakel trad Xfactor-winnaar Jaap op, en werd het eerste InHolland onderwijs-convenant ondertekend door Dales en door drie uitverkoren studenten. De school beloofde in het convenant goed onderwijs te geven en committeerde zich aan een aantal vast omschreven wekelijkse contacturen, beginnend met 20 in het eerste studiejaar. Studenten, op hun beurt, tekenden voor inzet en studietoewijding.

Gesjoemel met diploma’s

Vlak na de ondertekening van het convenant druppelden bij Dales de eerste signalen binnen dat InHolland haar beloften aan studenten niet waar kon maken. Hij kreeg mail waarin studenten lieten weten dat zij het gevoel hadden dat zij een thuiscursus volgden, dat de opleidingen niet motiverend waren en dat er veel te weinig begeleiding was. Uit roosteroverzichten bleek bovendien dat er vaak maar enkele uren per week les werd gegeven.

Dales ging verhaal halen bij Joke Snippe, die eerder had laten weten dat InHolland klaar was om de convenanten te ondertekenen. Dat bleek niet het geval te zijn. Uit een telling van een extern bureau, begin 2010, kwam naar voren dat de urennorm niet werd gehaald.

Snippe moest iets doen, vond Dales. Maar er veranderde niets.

Net zoals er niets veranderde toen de eerste berichten van een alternatief afstudeertraject voor langstudeerders bij de Haarlemse opleiding Media & Entertainment Management (MEM) Snippe bereikten. Zij werd door een lid van de medezeggenschapsraad geïnformeerd over het bestaan van een ‘rendementscoach’ met de naam Theo die ‘de kansloze gevalletjes’ uit het stuwmeer van ouderejaars studenten gemakkelijk aan een diploma zou helpen. Snippe benadrukte dat kwaliteit het uitgangspunt diende te zijn, en wenste de boodschapper veel succes met de kwestie.

Haar medebestuurders Dales en Labruyère zou zij tijdens een rondvraag van de kwestie op de hoogte hebben gesteld. In de notulen is haar opmerking echter niet opgenomen.

Half juli barstte de bom. Een publicatie in de Volkskrant in het weekend van de WK-finale over de ‘Theo-route’ leidde tot de aanstelling van een onderzoekscommissie. Er bleek gesjoemeld, op grote schaal, met cijferbriefjes, vervangende opdrachten en eerder afgekeurde scripties. Studenten die de opleiding de rug hadden toegekeerd, waren gebeld door de rendementscoach, anderen hoorden via via van de gemakkelijke afstudeerroute. Allemaal in opdracht van de schooldirectie.

Snippe moest voor het onderzoek terugkeren van haar stiltevakantie in de bergen. Pas in oktober werd de kwestie in de raad van toezicht besproken, in een reguliere toezichtsvergadering, als regulier agendapunt.

Geofferd

Bij de opleiding Media & Entertainment Management in Haarlem vonden in die tijd inmiddels wekelijks crisisberaden en praatsessies plaats voor medewerkers. Er was zelfs een psycholoog ingehuurd, maar die kon het onderlinge wantrouwen niet wegnemen. Snippe kwam in die periode vrijwel nooit langs in Haarlem. Niemand kwam langs. En niemand werd ontslagen. Een van de verantwoordelijke managers werd gepromoveerd tot lector, de ander verplaatst naar Rotterdam.

Snel rechtstrijken en weer door. Dat leek het motto dat bestuurders en managers bij de school voerden. Jaar in jaar uit, incident na incident.

Maar het bestuur verkeek zich, net als de raad van toezicht. Ditmaal werkte het rechtstrijken niet. Want iedereen had de school inmiddels in het vizier: het begon met de media, de minister volgde en daarna de Kamer en de Onderwijsinspectie. Onderzoek van de inspectie zal zich niet alleen richten op de kwaliteit van de verstrekte diploma’s, maar ook op declareergedrag van bestuurders, private aanbestedingen, falend toezicht.

De eerste die sneuvelde, was de man die in 2007 werd aangetrokken om InHolland weer op de rails te krijgen. Geert Dales stapte op, nadat Snippe, Labruyère en de raad van toezicht de rijen hadden gesloten. Zijn vertrek zou voor de broodnodige rust zorgen, zo was de verwachting bij InHolland.

Het bleek een illusie. Er is nog steeds vrijwel dagelijks crisisberaad bij InHolland, en de roep om ingrijpen is alleen maar sterker geworden. Gelekte stukken duiken op in de media, en de kersverse VVD-staatssecretaris van Onderwijs Halbe Zijlstra heeft al twee keer aan de Tweede Kamer verantwoording moeten afleggen over de situatie bij InHolland.

Dit verhaal is gebaseerd op informatie uit interne documenten en uit gesprekken met talrijke betrokkenen. Het bestuur en de raad van toezicht van InHolland laten weten zich niet in het geschetste beeld te herkennen en er nadrukkelijk afstand van te nemen. ‘Gedurende het onderzoek van de Inspectie gaat InHolland niet in op veronderstellingen van de media waar die voorwerp zijn van onderzoek’, aldus de woordvoerder. Geert Dales wil niet publiekelijk reageren. Jos Elbers verwijst naar InHolland voor commentaar.

 

Effect had ‘rendementscoach’ Theo wel

Hoezo gesjoemel? Docent Theo hielp uit overtuiging, vindt hij. Uit liefde voor zijn studenten.

Door

Ianthe Sahadat namens de Volkskrant

Daar zit Theo dan. Tegenover de onderzoekscommissie onder leiding van oud-burgemeester van Maastricht Gerd Leers. Tranen in zijn ogen. De leden stellen hem vragen over de geheime diplomaroute, waarmee hij studenten op een makkelijke manier aan een diploma heeft geholpen. Leers doet net of hij een vergrijp heeft gepleegd. Maar Theo handelde uit overtuiging, vindt hij. Uit liefde voor zijn studenten.

De commissie Leers is aan het werk gezet na berichten in de Volkskrant over het bestaan van een geheime verkorte afstudeerroute bij de opleiding Media & Entertainment Management (MEM) van de hogeschool InHolland in Haarlem. Theo is daar docent en sinds enkele jaren ook ‘rendementscoach’.

Deze titel had Theo begin 2008 toebedeeld gekregen. De opleiding MEM bestaat dan bijna zeven jaar en is ongekend populair. Aan de Haarlemse vestiging schrijven zich jaarlijks zo’n vierhonderd studenten in die dromen van een eigen platenlabel, productiehuis of glanscarrière bij de tv.

De opleiding is een samenvoeging van economie, communicatie, muziek, televisie en theater. Het docentenkorps is groot en de onderlinge band is nihil. De macro-econoom haalt zijn neus op voor de musicalproducer en de man die een prominente gast is op Hilversumse feestjes weet niet wat hij met die stoffige statisticus aan moet.

Schoolverlaters

In het studiejaar 2007/2008 wordt duidelijk dat veel studenten moeite hebben de populaire studie af te ronden. Ze blijven vanaf hun derde jaar hangen op stageplekken of vinden al een baan. De opleiding kampt met grote aantallen schoolverlaters: jaarlijks zo’n tweehonderd.

Het aantal vijfdejaars en ouder stijgt aanzienlijk, waardoor de totale studentenpopulatie in een paar jaar tijd stijgt van zo’n 1.200 tot ruim 2.000 ingeschreven studenten. Na afschaffing van de numerus fixus in 2009 verdubbelt het aantal eerstejaars zelfs tot meer dan 900. De MEM groeit uit haar voegen, maar behalve het collegegeld van de studenten komt er weinig extra binnen aan overheidsfinanciering, omdat er te weinig studenten afstuderen.

In het najaar van 2007 komt een aantal docenten bijeen met het management van de opleiding. Er wordt voor het eerst officieel gesproken over de grote groep langstudeerders, de stuwmeerstudenten die intern beter bekend staan als het ‘Mir-moeras’, naar de directeur van de overkoepelende School for Communication, Media & Music, Mir Wermuth.

Op verzoek van het management stelt een ervaren docent en studentenbegeleider na die bijeenkomst een memo op over deze groep studenten en een eventueel alternatief afstudeertraject. Vier docenten worden aangewezen om zich over deze probleemstudenten te ontfermen, een van hen – onder de titel rendementscoach – coördineert. De ‘Theoroute’ is een feit.

Er zijn in eerste instantie zo’n zestig geïnteresseerde studenten die via de alternatieve ‘pilot’ routewillen afstuderen. De boodschap luidt: ‘Bij de invulling van het afstudeertraject zal worden uitgegaan van het principe een dunne zes is voldoende.’ Alle betrokkenen conformeren zich daaraan. ‘We accepteren het eventuele nadeel van een te soepele beoordeling door mensen uit de praktijk. (…) Er is dus geen examengesprek. (…) Om studenten over de brug te krijgen, wordt informeel gesproken over een diplomagarantie’, staat in het rapport van de commissie Leers.

Rendementscoach Theo benadert studenten per brief of telefonisch, ook studenten die uit beeld zijn geraakt van de opleiding. ‘Kom eens langs, dan kunnen we kijken hoe we er uit kunnen komen’, luidt de boodschap. Een student levert een eerder afgekeurde scriptie in. Een andere student studeert af ‘in werksetting’. De beoordeler van haar ‘hbo-waardigheid’ is een collega en goede vriendin. De voorzitter van de afstudeercommissie denkt dat deze studenten via een regulier traject afstuderen. Ook andere docenten weten van niets.

De rendemenstcoach werkt het meest samen met docent Joost. Het gaat Theo en Joost voor de wind: als docent zijn ze populair en binnen no time ontvangen tientallen studenten een diploma. Tot in juni 2009 een van de leden van de medezeggenschapsraad van de school tijdens een vergadering vraagt: weten jullie van het bestaan van een verkorte geheime afstudeerroute? Er doen verhalen de ronde onder studenten dat ‘kansloze gevalletjes’ zich moeten melden bij docent Theo.

De opleidingsmanager wordt erbij geroepen. De medezeggenschapsraad legt twee gevallen voor van studenten die in twee maanden tijd zijn afgestudeerd, terwijl ze eigenlijk nog werk voor vijf maanden hadden. De manager licht toe dat er inderdaad een sprake is van een ‘pilot’, maar dat deze aan dezelfde eisen voldoet als het reguliere traject. Ook vertelt zij dat meer dan twee studenten op deze wijze zijn afgestudeerd. De medezeggenschapsraad is verontwaardigd en eist dat het traject met onmiddellijke ingang wordt stopgezet. Maar de Theoroute stopt helemaal niet. In het jaar dat volgt, halen opnieuw tientallen studenten hun diploma via de verkorte route.

In maart 2010, negen maanden nadat de medezeggenschap voor het eerst aan de bel trok, komen twee leden van de vierkoppige examencommissie achter het bestaan van het alternatieve verkorte afstudeertraject. Tijdens een vergadering in april vraagt een van de twee docenten aan Theo of hij op de hoogte is van een ‘stuwmeerroute’. ‘Jazeker’, luidt het antwoord. ‘Daar houd ik mij mee bezig en hij valt onder verantwoordelijkheid van het management.’

Conflict

Er ontstaat een conflict. De twee docenten zijn perplex dat zij van niets wisten en stappen naar de opleidingsmanager. Als die droogjes bevestigt dat die route inderdaad bestaat, dat zij ervan weet en dat ook de directie op de hoogte is, zijn de twee docenten nog woester.

Er volgt een tweede gesprek met de schooldirectie en de opleidingsmanager. Of de route niet in strijd is met het examenreglement?

Daarna gaat het snel. Een publicatie in de Volkskrant in het weekend van de WK-finale leidt tot de aanstelling van een onderzoekscommissie. Bestuursvoorzitter Dales zegt van niets te weten. Hij is overtuigd van de onschuld van zijn mensen, maar wil een en ander graag tot op de bodem uitgezocht zien.

En zo belandt rendementscoach Theo op een druilerige namiddag voor het eerst bij de commissie. Gerd Leers confronteert hem met de feiten. Hoe kan het dat er veel tentamens afgerond zijn op of rond de afstudeerdatum? Hoe kan het dat hij cijferbriefjes ondertekende alsof hij een vakdocent is, terwijl hij dat niet is? Hoe kan het dat er briefjes zijn ondertekend met een datum van voor de tentamendatum? Hoe kon hij cijfers geven voor vakken als Cross Cultural Management en International Negotiator, vakken die niet meer bestaan? En hoe kan een student zeven vakken op een dag hebben gehaald? Waar is tweederde van de verantwoordingsverslagen van de afgestudeerde studenten gebleven? En een derde van alle afstudeerproducten?

Theo moet de antwoorden schuldig blijven. Hij heeft in alle oprechtheid gehandeld en nooit gedacht dat wat hij deed als ‘gesjoemel’ zou kunnen worden gezien. Doel was absoluut niet diploma’s cadeau te geven en dat heeft hij ook niet gedaan.

Juryrapport

‘De artikelen laten zien wat de risico's zijn van schaalvergroting in het onderwijs en tot welke uitwassen het hbo-financieringssysteem kan leiden.’

Wantoestanden hogeschool

Op 10 juli berichtte de Volkskrant voor het eerst over grootschalige fraude bij een opleiding van de Hogeschool Inholland. Studenten die geen diploma hadden gehaald werden benaderd om dat alsnog, via een sluiproute, te doen. Afgekeurde scripties werden in tweede instantie goedgekeurd en studieachterstanden werden opeens kwijtgescholden. Een student met diploma levert de opleiding nu eenmaal een rijksbijdrage van vele duizenden euro’s extra op.

Verslaggever Ianthe Sahadat zet het nieuws helder en volledig uiteen, mede op basis van interne documenten. Publicatie leidt tot een intern onderzoek, bemoeienis van de politiek en uiteindelijk een uitgebreid onderzoek van de Onderwijsinspectie.

Uit de reconstructies die Ianthe Sahadat en collega Merijn Rengers in september en november publiceerden bleek dat de ‘illegale afstudeerroute’ symptoom is van een groter probleem: een zwakke directie, die zichzelf het beste gunt, maar minder oog heeft voor studenten en de kwaliteit van het onderwijs, verziekte verhoudingen in de leiding en een falend toezicht.

Geert Dales, die vanaf 2007 was aangetreden om puin te ruimen als bestuursvoorzitter, blijkt er niet tegen opgewassen en gooit later de handdoek in de ring. De artikelen laten ook zien wat de risico’s zijn van schaalvergroting in het onderwijs – Inholland had meer dan 40.000 studenten en 3.000 medewerkers – en tot welke uitwassen het financieringssysteem van het hbo kan leiden.

Sahadat en Rengers hebben grondig spitwerk geleverd, zo min mogelijk vragen onbeantwoord gelaten en de zaak toegankelijk uit de doeken gedaan. Voor de jury gaf de betekenis van dit nieuws, dat verder strekt dan het ene opleidingsinstituut, de doorslag.