Wilders in Californië - A star is born?

Op 7 juni werd Geert Wilders in de Amerikaanse Reagan Library geëerd als ‘hero of conscience’. Is hier een internationaal politicus opgestaan, of is hij niet meer dan het snoepje van de week in Simi Valley, Californië?

Door

Freke Vuijst namens Vrij Nederland

wilders1

Wilders waarschuwt zijn Amerikaanse gehoor Foto: David Livingston / Getty Images

Op donderdag 4 juni vierde de leider van de PVV een grote overwinning bij de Europese verkiezingen, op zondag 7 juni werd hij met luid applaus ontvangen door driehonderd Amerikaanse fans in Californië.

‘Het is,’ vertelt Wilders, ‘hartverwarmend.’ Nee, natuurlijk is de ontvangst in Californië niet beter dan in Nederland. ‘Ik ben tenslotte een Nederlandse politicus.’ Maar het is wel anders. ‘Hier zie je de Amerikaanse grassroots [activisme vanuit de basis, FV] in actie en dat is bijzonder om mee te maken.’ Dat zijn boodschap over de islamisering van Europa in het algemeen en Nederland in het bijzonder internationaal aanslaat, vindt hij ‘fantastisch’. ‘Het is hard nodig dat ons verhaal uit de lokale omstandigheden breekt en dat zie ik nu gebeuren. Ik krijg uit de hele wereld uitnodigingen om mijn verhaal te houden, tot aan Australië toe.’

Vier uitstapjes over de oceaan binnen een tijdsbestek van vier maanden is zelfs voor een mediaster indrukwekkend, laat staan voor een parlementariër uit Nederland. Dit vierde bezoek was vorig jaar oktober al aangekondigd. Wilders zou de vrijheidsprijs ontvangen van de American Freedom Alliance.Helemaal correct was dat niet. Wilders werd zondag gehuldigd als een gewetensheld, een hero of conscience. En de ‘prijs’ bestond uit een gegraveerde glazen plaquette – leuk voor in de boekenkast. Niettemin, het woord ‘vrijheid’ viel vaak en vurig. Toepasselijk, want het diner waaraan zo’n driehonderd meest Joodse Californiërs aanzaten, vond plaats in The Reagan Library.

Jammer dat Wilders zo krap in zijn tijd zat dat hij de rondleiding door het museum – als ook de receptie – miste, want dan had hij ongetwijfeld zijn toespraak beter afgestemd op de locatie. Dit is de plek waar Reagan geëerd wordt als de man die de wereld bevrijdde van het juk van het communisme. Zijn beroemde toespraak in Berlijn, waarin hij Gorbatsjov uitdaagde met de woorden ‘mister Gorbachov tear down this wall’, wordt er eindeloos vertoond. En Wilders had andere vergelijkingen kunnen trekken. Zoals Reagan als enige het gevaar van het Sovjet-communisme onderkende, had Wilders zijn waarschuwing voor het gevaar van de islam in een historisch profetische context kunnen plaatsen. En hij had Reagan nog dichter naar zich toe kunnen trekken door erop te wijzen dat Reagan met zijn evil empire praat ook voor ‘extremist’ was uitgemaakt.

Een gemiste kans. Wilders buitte de locatie niet optimaal uit, het bleef bij een opmerking dat Reagan ‘mijn held’ is. Verder was zijn toespraak in Californië vrijwel identiek aan zijn eerdere speeches in Amerika, tot het grapje over de Amerikaanse douane die zo aardig was om hem binnen te laten, toe.

Wel werd duidelijk welke functie Wilders voor Amerikanen vervult. De avond in de Reagan bibliotheek werd gekenmerkt door een amorfe apocalyptische sfeer: het idee dat het einde van de wereld nadert omdat de islam de wereld verovert en slechts een kleine groep gelovigen de ware (kwade) aard van de islam onderkent. Tijdens het diner werden videoclips vertoond van eerdere conferenties die AFA had georganiseerd. Eindtijdvoorspellingen domineerden met kreten als ‘voordat het te laat is’ en ‘onze vrijheid zal verloren gaan’. Daniel Pipes (oprichter en hoofd van het Middle East Forum (MEF), een denktank in Philadelphia) schatte dat het vrije Westen nog tien jaar had om het tij van de islamisering te keren. ‘Wilders geeft dergelijke gevoelens een gezicht, hij wint er geen doekjes om, zegt dat er maatregelen moeten worden genomen en wijst de weg. Waar andere sprekers om de hete brei heen draaiden, durfde Wilders tegen alle politieke correctheid in, gewoon te zeggen dat moslims de toegang tot het vrije Westen moet worden geweigerd, dat islamitische scholen gesloten moeten worden, dat er geen moskee meer gebouwd mag worden en dat moslims die niet willen integreren, eruit gedonderd moeten worden.’
Hussein Obama

Mijn tafelgenote, een zangeres die de avond opende met het volkslied, reageerde enthousiast op Wilders’ toespraak. Ze wist alles over‘Eurabia’ en was een fervent lezer van de Amerikaanse blogs die ik de afgelopen weken in mijn research naar Wilders’ Amerikaanse supporters had gelezen. Niemand die haar zo veel angst inboezemt als haar eigen president: Barack Hussein Obama – ze legde de nadruk op zijn middelste naam – de man die het vrije Westen uitlevert aan de islam.

Verwachtingen waarmaken

Wat niet aan de orde kwam, was de fondsenwerving. Avi Davis, directeur en oprichter van de American Freedom Alliance (AFA) die Wilders huldigde, had mij eerder al verteld dat AFA geen fondsen werft voor Wilders’ rechtszaak. ‘Individuele supporters kunnen dat natuurlijk wel doen.’ Op zaterdag was er een besloten diner voor Wilders. Of hem dat donors heeft opgeleverd, is dus niet bekend. Wilders ontkende dat hij nu in Californië geld inzamelt, hoewel hij dat eerder wel heeft gedaan. ‘Er zijn organisaties in Amerika die dat doen,’ vertelde hij terwijl hij voor de fotograaf poseerde met gasten die hem enthousiast bedankten voor zijn werk. ‘Maar dat geld gaat niet naar mij. Ik zie daar persoonlijk geen cent van.’

In dit gezelschap is Wilders de man die de troepen aanvuurt. Hij roept hen op tot actie, moedigt hen aan het gevecht met islam aan te gaan. En hij geeft hen hoop dat het ook anders kan, dat de islamisering bestreden kan worden mits de juiste leiders de macht in handen hebben. ‘We hebben meer Churchills en Reagans nodig,’ zei Wilders. En natuurlijk meer ‘Wilders’. Dat was wel een lichtpuntje. ‘Ik behoor me bescheiden op te stellen,’ zei Wilders, ‘maar u ziet wellicht nu de volgende minister-president van Nederland.’ De zaal reageerde met daverend applaus.

Verwachtingen waarmaken

Wat niet aan de orde kwam, was de fondsenwerving. Avi Davis, directeur en oprichter van de American Freedom Alliance (AFA) die Wilders huldigde, had mij eerder al verteld dat AFA geen fondsen werft voor Wilders’ rechtszaak. ‘Individuele supporters kunnen dat natuurlijk wel doen.’ Op zaterdag was er een besloten diner voor Wilders. Of hem dat donors heeft opgeleverd, is dus niet bekend. Wilders ontkende dat hij nu in Californië geld inzamelt, hoewel hij dat eerder wel heeft gedaan. ‘Er zijn organisaties in Amerika die dat doen,’ vertelde hij terwijl hij voor de fotograaf poseerde met gasten die hem enthousiast bedankten voor zijn werk. ‘Maar dat geld gaat niet naar mij. Ik zie daar persoonlijk geen cent van.

Hoe de relatie van Wilders met de rechtse anti-islambeweging in Amerika zich verder zal ontwikkelen, is onduidelijk. Hij heeft het inmiddels gepresteerd om voor alle prominente organisaties zijn verhaal te doen. Als het snoepje van de week is hij inmiddels opgesoupeerd. Zijn boude taal, gekoppeld aan een concrete agenda, kan ook niet eindeloos worden herhaald in dezelfde kringen. Hij heeft nu een verwachting gecreëerd die hij zal moeten waarmaken. Zelf twijfelt Wilders niet aan de goede uitkomst. Maar het politieke discours in Amerika vreet mensen op en spuugt ze uit. Het is onderhevig aan het moment van de dag. Nu kon Wilders zijn Fitna nog tonen in de Reagan Library. Duidelijk is dat hij snel met iets nieuws zal moeten komen om de aandacht te blijven trekken en invitaties te laten komen. Nou ja, als Amerika niet meer in hem is geïnteresseerd, is er altijd nog…Australië.

 

De Israël-connectie van Geert Wilders

Geert Wilders’ ‘Fitna’ blijkt gebaseerd op de twee jaar eerder uitgebrachte film ‘Obsession’. Wie zijn de makers van die Israëlische film?

Door

Harm Ede Botje en Freke Vuijst namens Vrij Nederland

Geert Wilders is een grote vriend van Israël. Als middelbare scho­lier trok hij naar het beloof­de land om te werken in een moshav, een collectieve boer­derij op de bezette Westelijke Jordaanoever. Onlangs doken van die tijd fo­to’s op die in Vrij Nederland werden gepubli­ceerd. Naar eigen zeggen is Wilders sindsdien tientallen keren in Israël geweest. Tijdens zijn VVD-jaren kwam hij al steevast op voor de be­langen van Israël, wees hij voortdurend op de gevaren van Iran dat met zijn lange-afstands­raketten Israël van de kaart zou kunnen vegen. Maar hij was ook een voorstander van het vre­desproces met de Palestijnen.

Sinds de oprichting van de PVV is Wilders ge­radicaliseerd. Hij ziet Israël tegenwoordig als ‘het stootkussen van de jihad’ en ‘het land dat al zes decennia lang de klappen opvangt die eigenlijk voor het Westen als geheel bedoeld zijn’. In Jeruzalem en Tel Aviv bouwde Wilders de afgelopen jaren aan een kring getrouwen, mensen die dezelfde denkbeelden hebben als hij, vaak afkomstig uit kringen van kolonisten. ‘Geert Wilders is een vriend van Israël en wij doen er alles aan om hem te helpen,’ zegt direc­teur Arieh Stav van het Ariel Center for Policy Research. ‘Europa zal binnen vijftig jaar een is­lamitisch kalifaat zijn. Wilders ziet dat gevaar, snapt dat hij moet strijden tegen de islamise­ring. Hij is onze bondgenoot.

Complete scènes gekopieerd

Het is vooral de film Fitna geweest die Wilders in het buitenland, en ook in Israël, bekend heeft gemaakt. We zijn het alweer bijna verge­ten, maar Nederland bibberde al ver voor de eerste vertoning voor Fitna, Wilders’ agitprop-werkje. De film zelf viel tegen. Er waren beel­den van schreeuwende imams en instortende gebouwen, verkoolde lijken en een afgehakt hoofd, omlijst met teksten uit de Koran en dramatische muziek. Rellen en de boycot van Nederlandse producten in moslimlanden ble­ven uit. Wilders’ creatieve uitspatting raakte ondergesneeuwd door het dagelijkse Wilders-nieuws. Zo ging het in Nederland, maar buiten de grenzen was het anders. Daar werd de film zijn visitekaartje.

Op 22 oktober treedt Wilders met Fitna op in Philadelphia – voor 2500 dollar zit je al aan de VIP-tafel. De uitnodiging vermeldt dat de opbrengst gaat naar het ‘Geert Wilders Legal Defense Fund’. Hij vertoont de film bij zijn toe­spraak over het gevaar van de islamisering in de westerse wereld en de bron van dit kwaad: de islam, volgens Wilders geen godsdienst maar een gewelddadige ideologie.

Nooit vertelt Wilders hoe hij de film heeft ge­maakt. Op de aftiteling staat het pseudoniem ‘Scarlet Pimpernel’ genoemd als regisseur, edi­tor, en co-scenarist. De makers verscholen zich volgens Wilders achter die fictieve tegenstan­der van de Franse Revolutie omdat ze niet zo­als eerder Theo van Gogh het slachtoffer willen worden van fanatieke moslims.

Alleen tijdens het kort geding dat de Marokkaans-Nederlandse rapper Salah Edin tegen Wilders aanspande – hij was ten onrechte ver­ward met Mohammed B. – kwam iets meer in­formatie naar buiten. Wilders’ advocaat liet weten dat de film in opdracht van de stichting Vrienden van de PVV was gemaakt door ‘een productiemaatschappij’. Ook deze informatie was zo summier, dat het er op leek dat het raad­sel achter Fitna altijd een mysterie zou blijven.

Wie de film nauwkeuriger bekijkt, komt wél verder. Zo blijkt dat Fitna in opbouw en stijl veel overeenkomsten vertoont met de docu­mentaire Obsession, Radical Islam’s War Against the West. Die film wordt in de aftiteling van Fitna genoemd als ‘bron’, maar als je Fitna shot voor shot vergelijkt met Obsession, blijken com­plete scènes te zijn gekopieerd. Zo is zowel in Fitna als in Obsession een gehoofddoekt meis­je te zien dat heeft leren zeggen dat alle joden ‘apen en varkens’ zijn. In Fitna volgen daarop beelden van een verkoold lichaam en een naak­te man die over de grond worden gesleept. In Obsession zijn dezelfde scènes te zien, in dezelf­de volgorde. In beide films wordt een identiek kruis van een identieke kerk gerukt. Fitna toont gemaskerde strijders die de Hitlergroet geven terwijl ze voor mullahs staan, Obsession heeft – het wordt eentonig – hetzelfde beeld.

Zelfs de onthoofding is in beide films te zien, al toont Fitna anders dan Obsession ook het afge­hakte hoofd. De meest opmerkelijke overeen­komst tussen de films zijn de beelden van ne­gen schreeuwende imams en van de Iraanse president Ahmedinejad. Zij propageren in naam van Allah de wereldhegemonie van de islam en roepen moslims op om het hoofd van ongelovigen en van joden af te snijden.

De schreeuwende geestelijken zijn voor Wilders de belangrijkste scènes in Fitna. Hij vindt dat hiermee wordt aangetoond dat Koranverzen geen holle frasen zijn, maar dat moslims ook nu nog naar de letter van het heilige boek han­delen en er dus naar streven de wereld te ver­overen en iedereen die niet in Allah gelooft te onderwerpen.

Zelfs de ondertitels

Obsession werd twee jaar eerder gemaakt dan Fitna. De makers van deze film zijn, in tegen­stelling tot die van Fitna, wel met naam en toe­naam bekend. Het gaat om Wayne Kopping, een Joodse Zuid-Afrikaan, en de Canadees-Israëlische Raphael Shore. Kopping is in Zuid-Afrika als hij de telefoon opneemt. ‘Jullie heb­ben goed opgelet,’ zegt hij als we hem vragen naar de overeenkomsten tussen de beide films. Volgens Kopping heeft Wilders geput uit het­zelfde beeldmateriaal, afkomstig van organisa­ties als Palestinian Media Watch (gevestigd in Jeruzalem) en The Middle East Media Research Institute (in Washington) die Arabische televi­siestations op de voet volgen. Maar even later in het gesprek, heeft hij een andere theorie. ‘Ik denk dat Wilders onze film heeft gekregen op een dvd of heeft gezien op het internet. Hij heeft scènes uit Obsession “geript” en die zelf gebruikt. In Fitna zijn zelfs onze ondertitels te zien en is onze muziek te horen.’

Heeft u Geert Wilders ooit ontmoet?

‘Nee, nog niet. We hebben ook verder nooit iets met hem te maken gehad.’

U heeft hem dus niet geholpen met het maken van ‘Fitna’?

‘Nee.

Bent u boos op hem? Hij heeft tenslotte uw film ‘geript’.

‘Waarom zou ik boos zijn? Wij zijn niet de eige­naren van het materiaal. Het belangrijkste is dat de waarheid wordt verteld. In het Westen weten veel burgers nog steeds niet dat er mos­lims bestaan die alleen maar haten, die alleen maar denken aan moord en doodslag. Het zijn gelovige moslims die van mening zijn dat je ge­straft moet worden als je de wil van Allah niet volgt. Films als Fitna en Obsession zijn een wa­ke up call.’

Op Fox News uitgezonden

De Palestinian Media Watch, een van de bron­nen waar Kopping zijn beelden van haatspu­wende imams heeft gevonden, is in Israël niet onomstreden. Directeur van de organisatie is de kolonist Itamar Marcus, die eerder werkte als voorlichter bij de huidige premier Benjamin Netanjahoe. Hij volgt al dertien jaar alles wat in de Arabische wereld in de media verschijnt, maar controleert ook Palestijnse schoolboeken op anti-Israëlische propaganda. ‘Geert Wilders heeft nooit contact met me opgenomen voor­dat hij Fitna ging maken,’ zegt Marcus. ‘Ook ik herkende in Fitna beelden die ook in Obsession zaten. Met de makers van die film heb ik wel samengewerkt. Net zoals Wilders hebben ook veel anderen niet de moeite genomen mij te benaderen, de beelden die we hebben gearchi­veerd, duiken overal ter wereld op. Dat is niet erg. Het is goed dat Wilders de alarmbel luidt. Er zijn veel gelovige moslims die de islam zo in­terpreteren dat ze denken dat ze de christelij­ke, joodse wereld moeten onderwerpen.’

Obsession is een professioneel gemaakte do­cumentaire van tachtig minuten over het ge­vaar van de radicale islam voor het Westen, een gevaar dat de film in interviews (onder meer met een oud-lid van de Hitlerjugend) en beelden van nazi-Duitsland afschildert als ze­ker zo groot als, zo niet groter dan het nazis­me. Obsession werd door David Horowitz van de conservatieve website FrontPage Magazine (zie ‘Wilders in Amerika – Op zoek naar dol­lars’, VN 24, ook op www.vn.nl) op universi­teiten vertoond en in een verkorte versie door Fox News uitgezonden. Maar de film trok pas echt de aandacht toen vlak voor de presi­dentsverkiezing achtentwintig miljoen dvd’s in de zondagkranten van swing states werden verspreid. De Amerikaanse media gingen op zoek naar de distributeur van Obsession. Dat bleek het Clarion Fund, een onbekende non-profitorganisatie, die weer nauwe banden had met Aish HaTorah, een orthodox-Joodse organisatie die volgens haar eigen website Joden wereldwijd ‘trots wil laten zijn op hun achtergrond’.

Aish HaTorah heeft afdelingen over de hele we­reld. Het hoofdkantoor is gevestigd in de oude stad van Jeruzalem, direct tegenover de klaag­muur, op Aish.org is permanent een livestream van de muur te zien. Aish HaTorah organiseert drieweekse reizen voor twintigers naar Israël om daar alles te leren over cultuur, geschiedenis en politiek van het land, maar er zijn ook rabbi’s in New York actief die voor veel geld Torah-cur­sussen geven aan rijke zakenlieden die geen tijd hebben om naar de sjoel te komen.

Wayne Kopping leerde Raphael Shore, met wie hij later Obsession maakte, kennen bij Aish HaTorah in Jeruzalem. Kopping was onder de indruk van een powerpointpresentatie van Shore over de Oslo-akkoorden en stelde voor een film te maken. Relentless, the Struggle for Peace in the Middle East was het resultaat, ge­volgd door Obsession en dit jaar door The Third Jihad, over een masterplan van Amerikaanse moslims om de Verenigde Staten op een slui­pende manier te islamiseren.

Van de twee filmmakers is Shore het intellec­tuele zwaargewicht. Hij is rabbijn, woont in Jeruzalem en werkt voor HonestReporting, een mediawaakhond die anti-Israëlische berichtge­ving volgt. Zijn tweelingbroer, Ephraim Shore, was directeur van Honest Reporting. Ondanks alle lijnen tussen de films en Aish HaTorah, doen de makers krampachtige pogingen alle dwarsverbanden te bagatelliseren.

Dat Obsession aanvankelijk als een productie van HonestReporting werd gepresenteerd, was een ‘schoonheidsfoutje’ zei Shore. Geruchten dat Aish, of een van Aish’ weldoeners de films had gefinancierd, werden ontkend. ‘Het geld kwam met kleine beetjes binnen,’ vertelt Kopping. Maar met ‘kleine beetjes’ financier je geen film die vierhonderdduizend dollar kost­te (Obsession) of bijna een miljoen (The Third Jihad, volgens de papieren die Clarion Fund bij de Amerikaanse belastingdienst indien­de), laat staan de massadistributie van miljoe­nen dvd’s die volgens een woordvoerder van Clarion Fund ‘enkele miljoenen dollars’ heeft gekost. Net als bij Fitna is het dus onbekend hoe de anti-islamfilm waaruit Wilders putte, werd gefinancierd.

Blogger Richard Silverstein, pro-Israël, maar wel van het kamp dat naar vrede met de Palestijnen streeft, schreef regelmatig over Obsession en The Third Jihad. Hij vermoedt dat de raadsels rond de films verband houden met de positie van Aish HaTorah. ‘Aish is een religieuze organisatie, die hoog staat aangeschreven vanwege de moder­ne manier waarop ze seculiere Joden benadert. Wat niet bekend is, is dat Aish politiek is opge­schoven naar de kringen van de kolonisten.’ En die kringen van kolonisten zijn nu juist Wilders’ dikke vrienden in Israël.

Extreemrechtse Hatikva-partij

Op 14 december 2008 vertoonde Geert Wilders Fitna voor de eerste keer in Israël tijdens de Facing Jihad-conferentie. Het zaaltje in het Menachem Begin Heritage Center in Jeruzalem zat met driehonderd mensen helemaal vol. Wilders, die normaal in Israël rondreist met twee bodyguards, kwam deze keer omringd door acht boomlange kerels binnen. Reden: de PVV-leider had naar eigen zeggen signalen gekregen dat een islamitische groep ‘met mo­gelijke terroristische banden’ het op zijn leven had voorzien. ‘Dit is de eerste keer dat ik me in Israël onveiliger voel dan in Nederland,’ zei hij grappend in het dagblad Haaretz.

Maar tijdens de conferentie was Wilders onder vrienden. Natuurlijk was daar Pamela Geller, een Amerikaanse afficionado die de PVV-lei­der ‘my ideal man’ noemt en hem overal volgt voor haar weblog. En verder Daniel Pipes, die Wilders goed kent van zijn bezoeken aan de Verenigde Staten. (Zie voor beiden ook het ar­tikel ‘Wilders in Amerika’ op www.vn.nl.)

Net als Wilders is Pipes er van overtuigd dat de islamitische overname van de westerse we­reld aanstaande is. Pipes is oprichter van het Middle East Forum dat fondsen inzamelt voor de verdediging van Wilders in de rechtszaak wegens haatzaaien en belediging van moslims die in januari 2010 begint.

Maar de motor achter de ‘Facing Jihad’-confe­rentie was Arieh Eldad, voormalig brigade-ge­neraal uit het Israëlisch leger, arts en lid van de Knesset. Hij is de leider van de kleine extreem­rechtse Hatikva-partij, die vooral aanhang heeft onder kolonisten. Eldad is binnen de Israëlische politieke verhoudingen een kleine speler aan de uiterste rechterzijde van het poli­tieke spectrum. Hij vindt dat premier Benjamin Netanjahoe ‘elke vorm van leiderschap’ verloor toen hij de mogelijkheid tot de vorming van een gedemilitariseerde Palestijnse staat onder zware voorwaarden open liet. Netanjahoe pro­beert ‘een varken te eten dat kosher is geslacht’, hoonde Eldad. Volgens de brigade-generaal in ruste ís er al een ‘twee staten-oplossing’ voor het Israëlisch-Palestijnse conflict: Palestijnen dienen zo snel mogelijk te vertrekken naar de buurlanden Jordanië of Egypte. Het Joodse ka­rakter van Israël mag niet verwateren, vindt hij. Het ontstaan van een Joods-Arabische staat moet tot elke prijs worden voorkomen.

Wilders zit op de lijn van Eldad: ‘De Arabische landen kunnen de Palestijnen uit de “bezette gebieden” heel goed herbergen. Een migratie naar de Arabische landen is logisch en wense­lijk,’ schreef hij dit jaar in een ingezonden stuk in de Volkskrant ter gelegenheid van het zestig­jarig bestaan van Israël. Hoe deze ‘migratie’, die in de praktijk neerkomt op een etnische zuivering, zou moeten worden uitgevoerd, blijft vaag, zowel bij Wilders als bij Eldad.

Voor Wilders staat, net als voor Eldad, het con­flict tussen Israël en de Palestijnen in het teken van de wereldwijde strijd tegen de oprukken­de islam. De twee politici hebben elkaar de af­gelopen jaren blijkbaar gevonden, want tijdens de Facing Jihad-bijeenkomst had Wilders war­me woorden voor de vertegenwoordiger van de kolonisten die er zulke radicale ideeën op na houdt. ‘Ik breng een saluut uit aan profes­sor Eldad voor zijn werk voor de mensheid en zijn patriottisme,’ aldus Wilders. ‘Arieh, ik ben er trots op je vriend te zijn’.

Europa al opgegeven

Knesseth-lid Arieh Eldad mag dan de motor zijn geweest van de Facing Jihad-conferentie, de bijeenkomst werd mede gefinancierd door het Ariel Center for Policy Research (ACPR). Dit is een denktank van hardliners die – net als Eldad en Wilders – niets zien in de Oslo-ak­koorden, vrede met de Palestijnen of president Barack Obama. Het ACPR is in 1997 opgericht en is de thuisbasis van de absolute haviken in de Israëlische politiek. In de adviesraad zit­ten mensen als oud-minister van Defensie Moshe Arens en oud-premier Yitzhak Shamir. Het ACPR geeft het tijdschrift Nativ uit, waarin stukken verschijnen met titels als ‘President Obama’s Middle East Advisers: An Existential Danger to Israël’ en ‘America is Preventing Israëls Victory’. Ook Eldad publiceert regelma­tig in Nativ.

David Bukay, hoogleraar politicologie aan de universiteit van Haifa, was een van de sprekers tijdens de Facing Jihad-conferentie. De hoog­leraar, die is gespecialiseerd in het Israëlisch-Palestijnse conflict, zit tevens in de advisory board van ACPR. In een telefonisch interview noemt hij Fitna ‘een milde film’. Want: ‘Wat isla­mieten de mensheid in werkelijkheid hebben aangedaan, is met geen pen te beschrijven,’ al­dus de hoogleraar. ‘Wist u dat moslims in India destijds miljoenen boeddhisten over de kling hebben gejaagd?’ Om onwetende bewoners van Amerika en West-Europa te waarschuwen tegen het naderende onheil van de islamise­ring, maakte Bukay geen film, maar schreef hij een boek, getiteld Muhammad’s Monsters, A Comprehensive Guide to Radical Islam for Western Audiences. Europa heeft de professor al zo goed als opgegeven. ‘Jullie hebben de Joden afge­slacht, de moslims er voor in de plaats gekre­gen. Veel succes en plezier daarmee,’ zegt hij.

Wilders had grote plannen met de Facing Jihad-conferentie in Jeruzalem. Drie maanden eerder, in september 2008, zei hij tijdens een drukbe­zochte bijeenkomst in het Four Seasons Hotel in New York dat hij in Jeruzalem alle Europese politieke partijen en organisaties wilde verza­melen die zich verzetten tegen ‘jihad en islami­sering’. De conferentie zou het begin moeten zijn van een ‘alliantie van Europese patriotten’. Samen zouden ze ‘iets groots’ moeten gaan be­werkstelligen, iets dat ‘de kaart van Europa voor de komende decennia zou kunnen wijzigen’. De PVV-leider voegde er met enig gevoel voor dra­ma aan toe dat de bijeenkomst in Jeruzalem ‘misschien wel Europa’s laatste kans’ zou zijn. Maar van de vorming van die Europese alliantie is nooit veel meer vernomen. In de zaal zaten naast Israëlische extremisten en Amerikaanse neo-cons niet of nauwelijks Europeanen. Wel bracht Wilders na de conferentie nog een be­zoek aan Italië, om daar de Oriana Fallaci-prijs ter bevordering van de vrijheid van meningsui­ting in ontvangst te nemen.

Fitna zorgde voor Wilders’ internationale door­braak, maar plaatste hem ook meteen in de marge van de internationale politiek. In de Verenigde Staten omringt hij zich met neo­conservatieven. In Israël heeft hij een monster­verbond gesloten met de meest rabiate recht­se splinters die er tussen Jeruzalem en Tel Aviv te vinden zijn. En het zijn juist die rechtse ko­lonisten die zich het hardst verzetten tegen po­gingen van de Verenigde Staten en Europa om Israël in beweging te krijgen in het vredespro­ces. Ook CDA-minister Maxime Verhagen, hoe­wel vaak afgeschilderd als ‘vriend van’, dringt er keer op keer bij zijn Israëlische collega’s op aan vorderingen te maken bij het vredesproces en te stoppen met de bouw van nieuwe huizen in de nederzettingen.

Een ding lijkt zeker: met Wilders’ PVV in de re­gering zal Nederland zich internationaal ver buiten de mainstream plaatsen. En dat voor een land dat op dit moment nog zo graag mee­doet met de grote jongens.

De radicalisering van Geert Wilders

Uit verslagen van Kamerdebatten en door Wilders door de jaren heen ingediende Kamervragen blijkt dat hij weliswaar altijd al opkwam voor Israël en waarschuwde voor het gevaar van een land als Iran, maar steeds binnen de grenzen van de partijstandpunten van de VVD. Tot zijn vertrek uit de VVD reikte hij de Palestijnse bevolking in de Bezette gebieden zelfs een paar keer de hand. Zo diende Wilders in 2000 samen met PvdA’er Sharon Dijksma moties in ter bevordering van een Nederlands-Palestijns-Israëlisch samenwerkingsproject genaamd Mashav. En in 2003 deed het VVD-kamerlid in Jeruzalem mee aan een bijeenkomst georganiseerd door de Palestinian Academic Society for the Study of International Affairs. Onderwerp: de ‘Nederlands-Palestijnse relaties’. In datzelfde jaar zei Wilders na een bezoek aan Israël te zijn ‘geschrokken’ van het tracé van de muur langs de Palestijnse gebieden. Hij vond dat Nederland zich ‘tegen de muur moest uitspreken’. Ook vond hij dat toenmalig premier Ariel Sharon moest ‘stoppen met de bouw van nederzettingen’. Met PvdA’er Bert Koenders stelde Wilders in 2004 vragen aan het ministerie van Buitenlandse Zaken over mogelijke ontduiking door Israël van regelgeving aangaande de export van groente en fruit naar de Europese Unie. De Israëlische douane zou tegen de afspraken in producten afkomstig uit nederzettingen als ‘Israëlisch’ hebben bestempeld.

Oud-Kamerleden van de VVD-fractie met wie Wilders jaren heeft samengewerkt, verbazen zich over de radicalisering die hun voormalige collega heeft doorgemaakt als het gaat om het Israëlisch-Palestijnse conflict. ‘Wilders vertolkte het standpunt van de VVD,’ zegt oud-buitenlandwoordvoerder van de liberalen Frans Weisglas, die regelmatig met Wilders naar Israël reisde. ‘De VVD was meer pro-Israël dan de PvdA, maar we volgden het land wel kritisch. We waren er geen voorstander van dat de muur werd gebouwd.’ Weisglas toont zich verrast dat Wilders bij de laatste verkiezingen de rabiaat rechtse minister van Buitenlandse Zaken Avigdor Lieberman feliciteerde met zijn overwinning. ‘Ik wist niet dat hij Lieberman steunde. Als dat zo is, neem ik afstand van Geert.’ Van Knesset-lid Arieh Eldad, met wie Wilders de laatste tijd pas echt warme banden onderhoudt, heeft Weisglas nog nooit gehoord.

Ook Europarlementariër Hans van Baalen maakte verschillende reizen met Wilders naar Israël. Hij noemt het ‘absurd’ dat Wilders tegenwoordig ‘de Israëliers uitlegt hoe ze met de Palestijnen moeten omgaan’. De bedoeling van Wilders is volgens Van Baalen niet om met zijn optreden enig effect te sorteren in de Verenigde Staten of Israël, maar vooral om op de voorpagina van De Telegraaf terecht te komen. ‘En dat lukt makkelijker als je met een radicaal als Eldad optrekt.’

Van Baalen zegt dat hij uit zijn Israëlische netwerk heeft vernomen dat ze bij de Knesset, het Israëlische parlement, eind vorig jaar niet zaten te wachten op een vertoning van Fitna en dat daarom werd uitgeweken naar het Begin Heritage Center. ‘De Israëlische autoriteiten drongen er bij Wilders op aan de film niet te vertonen, omdat gevreesd werd voor moeilijkheden met de grote Arabische minderheid binnen de grenzen van Israël van 1967. Maar Geert heeft zijn plannen gewoon doorgezet. Wilders ontvangt niet meer, hij zendt alleen nog maar.’

 

Wie betalen Wilders?

Krijgt de PVV geld van rechts-extremisten? Niemand weet het. Tijd dus voor een nieuwe wet op partijfinanciering.

Door

Harm Ede Botje namens Vrij Nederland

Hoe komt Geert Wilders aan zijn geld? Die vraag stond afgelopen week centraal tijdens een uit­zending van Pauw & Witteman. Femke Halsema gooide de vraag op tafel. ‘Wilders is niet te controleren,’ zei de fractieleider van GroenLinks. ‘Het maakt mij niet uit door wie hij gefinancierd wordt, maar hij moet openheid geven.’ Volgens geruchten zou Wilders geld ontvangen van ‘ex­tremisten uit Israël en de Verenigde Staten’.

Halsema is niet de enige die de vraag opwerpt hoe de PVV wordt gefinan­cierd. Maar niemand die er achter komt. Wilders en zijn fractieleden ontvangen een salaris van de over­heid, maar de rest van de partijacti­viteiten wordt gefinancierd uit par­ticuliere giften. De PVV-voorman heeft herhaaldelijk laten weten niet gediend te zijn van overheidssubsidies.

Zeker is dat Wilders buitenlandse donateurs heeft. Op websites van Amerikaanse en Israëlische orga­nisaties staan oproepen hem fi­nancieel te steunen. Zo stuurde de pro-Israëlische Children of Jewish Holocaust Survivors Los Angeles een e-mail rond waarin de ontvan­gers worden opgeroepen Wilders te steunen bij zijn komende rechts­zaak. In januari moet Wilders voor de rechter komen op beschuldi­ging van haatzaaien en discrimina­tie. Volgens de Children of Jewish Holocaust Survivors is het ‘een per­fecte gelegenheid om de fascistoïde islam en radicale moslims te ontmaskeren’. In de mail staat een link om geld te storten op Wilders’ ‘legal defense fund’.

Wie daar op klikt, komt uit op de Engelstalige website van de PVV. Links staat een ‘button’ om te done­ren aan de stichting ‘vrienden van de PVV’ en rechts boven aan de si­te staat een andere Engelstalige but­ton, maar ook dan kom je uit op de ‘vrienden van de PVV’. Grote vraag is hoe Wilders de geldstromen voor zijn rechtszaak en die voor de par­tij scheidt.

Afgelopen week diende Vrij Nederland bij de PVV een lijst vragen in over de finan­ciering van de partij: ‘hoeveel geld komt er uit het buitenland?’, ‘uit welke landen is het geld afkomstig?’, ‘heeft u maatregelen genomen om de geldstromen te scheiden?’, ‘zo ja, op welke manier?’. De persvoor­lichter was allervriendelijkst aan de telefoon, maar liet nooit meer wat van zich horen. Het is een bekend patroon: kritische vragen worden door de PVV stelselmatig niet be­antwoord.

Juridisch staat Wilders volledig in zijn recht. Het is misschien onbevre­digend, maar op grond van de hui­dige wetgeving hóéft hij helemaal geen openheid van zaken te geven. Overheidssubsidie krijgt hij niet, dus de wet op de subsidiëring van politieke partijen is op hem niet van toepassing. Met uitzondering van artikel achttien. Daarin staat dat gif­ten groter dan 4537 euro in het jaar­verslag moeten worden vermeld. Dat verslag wordt jaarlijks aan de le­den van de partij voorgelegd. Maar bij de PVV is er maar één lid: Geert Wilders, dus daar schieten we niet veel mee op.

Maar er is verandering op til. Al een paar jaar pendelt het wetsontwerp Financiering van Politieke Partijen op en neer tussen het kabinet en de Raad van State. De tekst is vertrouwelijk, maar in 2007 kreeg een delegatie van de Raad van Europa inzage in het ontwerp. In hun Evaluatierapport over Nederland inzake ‘Transparantie in de financiering van politieke partij­en’ zijn de contouren van de nieuwe wet zichtbaar. Duidelijk lijkt dat par­tijen worden verplicht donaties van drieduizend euro of meer te publi­ceren in de Staatscourant als ze zijn ontvangen in de periode van zes maanden voorafgaand aan Tweede Kamerverkiezingen. De rapporteurs pleiten er voor deze meldingsplicht uit te breiden: zij adviseren de re­gering partijen te dwingen elk jaar, ook als er geen verkiezingen zijn, openheid van zaken te geven over hun donaties.

Of in het wetsvoorstel bepalingen worden opgenomen over buiten­landse steun aan partijen is onbe­kend, maar lijkt gezien de onduide­lijkheden rond de financiers van de PVV gewenst. De regering heeft en­kele aanknopingspunten. Volgens jurist Laurens Dragstra, die pro­moveerde op het onderwerp partijfinanciering, is het in Duitsland wel toegestaan giften uit het buitenland te ontvangen, mits afkomstig uit EU-landen, en uit niet EU-landen als het niet meer is dan duizend euro. Voor Dragstra staat één ding als een paal boven water: ‘De afgelopen jaren is eindeloos geschipperd over de par­tijfinanciering. De huidige wetge­ving is nietszeggend. Partijen kun­nen doen wat ze willen. Ik hoop dat nieuwe wetgeving zal leiden tot meer transparantie bij de PVV, maar ook bij de andere partijen.’

Minister Guusje ter Horst van Binnenlandse Zaken heeft binnenkort een gesprek met de partijvoorzit­ters over de laatste versie van het wetsvoorstel. Het is onbekend of de Tweede Kamer de wet voor de ko­mende verkiezingen in behande­ling neemt. Mocht dat niet lukken, dan kan Wilders zonder problemen met steun uit Israël of de Verenigde Staten aan de verkiezingen deelnemen.

 

Op zoek naar dollars

Voor ultrarechts Amerika is Geert Wilders een held die eigenhandig het Europese moslimgevaar bestrijdt. Hij wordt strafrechtelijk vervolgd wegens haat zaaien in Nederland en Jordanië, en zijn Amerikaanse vrienden werven fondsen om hem te steunen in zijn juridische strijd. Een rondgang langs Wilders’ fanatiekste fans.

Door

Freke Vuijst namens Vrij Nederland

wilders2

In het Capitool met Senator Jon Kyl, voor een vertoning van ‘Fitna’ Foto: Tim Sloan / AFP / ANP

Niemand die de avonturen van Geert Wilders in Amerika zo grondig documen­teert als blogger Pamela Geller. Met haar digitale camera in de aanslag kiekt de niet meer zo jonge doch sexy groupie haar idool op allerlei locaties. Kijk, hier is Wilders eind april in zonnig Florida toen hij de Free Speech Award in ontvangst nam. Kijk, daar is Wilders in februari in Washington op een conferen­tie van conservatief Amerika, zit hij aan tafel met oud-VN-ambassadeur en neoconserva­tief John Bolton en staat hij de pers te woord op de National Press Club. En hier, vorig jaar september, is Wilders te vinden ‘op een gehei­me locatie’ in Manhattan.

De vliegende blogger kan niet overal aanwe­zig zijn. Niet getreurd, dankzij de zelfpromo­tie van de PVV en haar leider is ook het bezoek van Wilders aan Californië begin april dit jaar op internet mee te beleven. Maar niet alle af­spraken in Wilders’ drukbezette Amerika-agen­da zijn vastgelegd in woord of beeld. Over de besloten recepties en de meet-and-greets met do­nateurs van Geert Wilders’ Amerikaanse vrien­den reppen de websites met geen woord. Toch vinden ze plaats en voor Wilders zijn ze belang­rijk. Immers, de strafrechtelijke vervolging van de PVV-voorman wegens haat zaaien en beledi­ging zal een langdurig en voor Wilders kostbaar juridisch gevecht worden. Daar kan hij wel wat Amerikaanse dollars bij gebruiken.

 

Europa bijna verloren

Dat Amerikanen bereid zijn diep in de beurs te tasten voor Wilders, heeft niets met zijn blonde lokken te maken en alles met hoe Amerikanen de situatie in Europa inschatten. Europa wordt geteisterd door wat Amerikanen de ‘zachte ji­had’ noemen. Dat is de campagne van jihadis­ten om via de wetgeving in democratische lan­den de sharia op te leggen en mensen die de islam bekritiseren, zoals Wilders, de mond te snoeren. Er bestaat zelfs een nieuw Amerikaans woord voor dit fenomeen: lawfare, een speling op het woord warfare (oorlogsvoering). In mei vond in Washington de eerste conferentie plaats over Libel Lawfare: Silencing Criticism of Radical Islam, georganiseerd door Daniel Pipes en Frank Gaffney in samenwerking met de conservatieve, invloedrijke juristenvereniging The Federalist Society. Volgens Aaron Eitan Meyer, een van de organisatoren, kwam de zaak-Wilders vaak ter sprake op de conferentie. Niet alleen zijn vervolging (wegens discriminatie en haat zaaien) in eigen land, maar ook die in Jordanië (wegens aanzetten tot haat in Fitna).

Wat is het verband tussen rechtszaken in ver­re landen en Amerika, een land met een juri­dische traditie van een bijna absoluut recht op vrijheid van meningsuiting? Een land waar de Nederlandse zaak-Wilders ondenkbaar is, waar je haat kan zaaien zoveel je wilt en de enige be­perking op de vrijheid van meningsuiting is dat je niet expliciet mag oproepen tot direct ge­weld? Wilders-supporter David Horowitz van de conservatieve website FrontPage Magazine haalt de kanarie in de kolenmijn aan om het uit te leggen. Vroeger gebruikten mijnwerkers het vogeltje om zich te beschermen tegen het gevaar van mijngas. Als de kanarie omviel, wis­ten ze dat het gevaar nabij was. ‘In Amerika zien we Europa als de spreekwoordelijke ka­narie in de mijn. Wat de islamisering betreft, is Europa al bijna een verloren zaak. Europa maakt zich niet sterk tegen de islamisten en de islamisering. Het is een schande.’

Onderdrukking van de vrijheid van menings­uiting is volgens Horowitz hét wapen van de jihad in Europa en Amerika. En Geert Wilders is bewijsstuk A van het succes van de islamisten. ‘Een man die al jaren door lijf­wachten wordt beschermd, die in zijn eigen land strafrechtelijk wordt vervolgd, die de toe­gang tot Engeland wordt geweigerd enkel en alleen omdat hij zich uitspreekt tegen de isla­misering, lijkt mij bewijs genoeg dat Europa al is bezweken. Wij moeten ervoor waken dat ons dit niet overkomt.’ Dus moet de kana­rie nieuw leven in worden geblazen en is een overwinning van Wilders op de islamisten ook een Amerikaans belang. Horowitz vertelt dat hij Wilders in contact brengt met mensen die hem willen steunen in zijn juridische strijd. Voor de details verwijst hij mij naar een me­dewerker, die echter niet reageert op mijn ver­zoek om meer informatie.


Misleidend

De Amerikaanse fondsenwerving voor Wilders levert echter nieuwe problemen op, blijkt uit een rondgang van Vrij Nederland langs de ver­schillende groepen die fondsen werven voor Wilders. Zowel Atlas Shrugs (Pamela Geller) als Jihad Watch (Robert Spencer) hebben Support Geert Wilders-buttons op hun web­sites. Een klik op Gellers button leidt direct naar de Engelstalige pagina van geertwilders.nl en de mogelijkheid om met Paypal te done­ren aan de Stichting Vrienden van de PVV, die volgens de Kamer van Koophandel hetzelfde adres en telefoonnummer heeft als de PVV.
Op zich niets aan de hand. Al is het iet­wat misleidend om de oproep Wilders te hel­pen met de kosten van zijn rechtszaak te la­ten eindigen met een storting in de kas van de PVV. Anders ligt het voor een organisatie als Jihad Watch, die een zogenaamde 501 (c) 3 non-profit status heeft. Volgens de regels van de Amerikaanse belastingdienst verbiedt een dergelijke status het werken voor en financi­eel steunen van politieke kandidaten en partij­en. Robert Spencer van Jihad Watch ontkent dat hij de wet overtreedt ‘want Wilders trekt er persoonlijk geen profijt van’.

Aaron Eitan Meyer ziet het anders. Meyer is onderdirecteur van The Legal Project of the Middle East Forum (MEF), dat slachtoffers van islamitische lawfare financieel steunt. Volgens Meyer is Wilders geen cliënt van MEF’s Legal Project. ‘Wilders heeft zijn eigen steunfonds. Wij za­melen via een aparte rekening wel geld in voor Wilders’ advocatenkosten.’ Op mijn vraag hoe dat geld wordt overgemaakt, klik­te Meyer tijdens ons telefoongesprek aan op geertwilders.nl, ‘want daar kun je doneren’. Toen ik hem erop wees dat die donaties naar de PVV gaan, erkende hij dat en zei hij dat de overmaking van fondsen aan Wilders ‘bui­ten mijn expertise ligt’. Op mijn verzoek om meer informatie en documentatie, reageerde Meyer niet. Ook MEF opereert onder de 501 (c) non-profit status. ‘Als zodanig steunen wij geen politieke partij,’ zei Meyer. ‘Dat zou te­gen de regels zijn.’

Onder de Nederlandse wetgeving mogen buitenlanders de PVV steunen. De PVV is immers geen partij met leden, maar een stich­ting. Het is wel ironisch dat Amerikanen een Nederlandse politieke partij sponsoren, want in Amerika zelf is financiële steun van niet-Amerikanen aan politieke campagnes ten strengste verboden. (Tijdens de presidentsver­kiezing circuleerde op internet, onder meer op Gellers blog, het gerucht dat Obama financi­eel werd gesteund door Hamas, via donaties die door duizenden Palestijnen in Gaza zou­den zijn overgemaakt. De Obama-campagne ontkende dit.)

Fans in spagaat

Maar zelfs Amerikanen die geobsedeerd zijn door het islamitische gevaar, zien Wilders toch vooral als een anti-islamstrijder die het onge­luk heeft om in Europa te wonen. En wat er in Europa gebeurt, zal de gemiddelde Amerikaan worst zijn. Geen wonder dat Wilders’ Amerikaanse supporters hem vooral presen­teren als de held van de vrijheid van menings­uiting, want daarmee hebben alle Amerikanen affiniteit. Maar ook deze Wilders-presentatie is niet probleemloos in Amerika.

Filip Dewinter van Vlaams Belang uitte vori­ge week in een interview met Trouw zijn be­wondering over hoe Wilders opereert ‘door zijn strijd tegen de islamisering zo nadrukke­lijk te verbinden met die vóór de vrijheid van meningsuiting.’ Blijkbaar is Dewinter niet op de hoogte van de spagaat waarin Wilders zijn fans in Amerika drijft. Met zijn prijs in de hand ratelde de Nederlandse held voor het Amerikaanse publiek op de Free Speech Summit in Florida een aantal maatregelen af die zouden moeten worden genomen om de islamisering tegen te gaan. Stuk voor stuk be­knotten ze de vrijheid van moslims – van het verbod op de bouw van nieuwe moskeeën tot het sluiten van islamitische scholen. Voor de islam geldt de bescherming van de vrijheid van godsdienst niet, zei Wilders, want de is­lam is geen godsdienst maar een totalitaire ideologie. In de Verenigde Staten, bakermat van de vrijheid van godsdienst, is een dergelij­ke uitspraak ketterij. Voor de centrumrechtse Joodse Anti-Defamation League (ADL) reden om Wilders de les te lezen: ‘De ADL veroor­deelt Geert Wilders’ boodschap van haat tegen de islam als opruiend, zij zaait verdeeldheid en is tegenstrijdig met Amerikaanse democrati­sche idealen.’

Ook Charles Johnson van de populaire blog Little Green Footballs (LGF) toonde zich geschokt. Johnson is in conservatieve kringen een fenomeen omdat hij al jaren ageert tegen de radicale islam. Hij volgt Wilders al lang en was aanvankelijk een supporter. ‘Ik bewonderde Wilders omdat hij waarschuwde voor het gevaar van islamisering zonder zich aan te sluiten bij extreemrechtse groeperingen zoals het Vlaams Belang of de Britse BNP,’ vertelt Johnson in een telefooninterview. ‘Nu kan ik hem niet meer steunen. Hij neemt extremistische posities in. Hij zegt dat de islam geen godsdienst is, hij wil de Koran verbieden, hij wil burgers hun individuele vrijheid afpakken. Ideeën die indruisen tegen de grondwet, die on-Amerikaans zijn. Ik ben tegen de radicale islam. Maar ik ben ook tegen het beknotten van vrijheden in naam van de anti-jihad.’

Johnsons oude vrienden in de anti-jihadbe­weging, met wie hij nu gebrouilleerd is, zien het probleem niet. Geen van de Wilders-sup­porters die ik sprak had zich publiekelijk ge­distantieerd van Wilders’ controversiële toe­spraak in Florida. Als ik ernaar vroeg, zeiden ze allemaal dat ze het niet eens waren met Wilders’ verban-de-Koran en de-islam-is-geen-godsdienst uitspraken. Meestal wezen ze erop dat hoewel Wilders te ver ging, de essen­tie van zijn boodschap wel klopte. Bovendien, mag Wilders zeggen wat hij wil. ‘Ik ben het ook vaak niet met mijn vrouw eens,’ bagatel­liseerde Tom Trento de discussie.

Klein maar invloedrijk

De anti-jihad- of counter jihad-beweging in Amerika is vrij klein. Wie de activiteiten van de diverse organisaties volgt, komt al snel de­zelfde namen tegen. Dit is een ons-kent-ons­club. Men zit in elkaars besturen, participeert in elkaars conferenties, publiceert in elkaars internettijdschriften en op elkaars blogs. Het is een ‘netwerk’ concludeerde de linkse me­diawaakhond FAIR vorig jaar in een rapport getiteld Smearcasting: how islamophobes spread fear, bigotry and misinformation.

 

Hoewel klein, is de beweging goed gefi­nancierd. De denktanks en aanverwante pro­jecten van Daniel Pipes, David Horowitz en Frank Gaffney ontvangen finan­ciële steun van bekende rechtse filantropen. De drie staan bekend als ultrarechts republi­keins, neoconservatief en als hardline sup­porters van Israël. De evangelische christen Trento, nieuwkomer in de anti-jihadbewe­ging, brengt ook rechtse christelijke organisa­ties in de beweging.

De invloed van de anti-jihadbeweging is groter dan hun omvang doet vermoeden, concludeerde FAIR in haar rapport, omdat ze een mediaplatform hebben; ze zijn graag ge­ziene gasten bij rechtse radioprogramma’s en op FOXNews.

Blogger Richard Silverstein (Tikun Olam), freelance journalist en pro-Israël-vredesac­tivist, is een van de weinigen die de anti-ji­hadbeweging volgt. Hij karakteriseert haar als marginaal, maar hij maakt zich zorgen over de radicaliserende invloed die ze op mainstream Joodse organisaties heeft. ‘Ze beïnvloeden en scherpen de agenda aan,’ zegt Silverstein vanuit San Francisco. Een voorbeeld is de Republican Jewish Coalition (RJC), die de an­ti-islam film Obsession naar synagogen stuur­de. RJC was ook de co-sponsor voor Wilders’ speech in een synagoge bij Boston in februa­ri. Silverstein: ‘Ik had net een rabbijn van een liberale synagoge in de buurt van Detroit aan de telefoon. Hij had het vervolg op Obsession, getiteld The Third Jihad, aan zijn gemeente vertoond. Toen ik hem vroeg of hij wist wie de mensen waren die deze anti-moslimpropa­ganda hadden gemaakt, reageerde hij pissig. Het was duidelijk dat hij van niets wist. En dat is precies het probleem. Ze kennen de stam­boom van de ideeën niet, weten niet wie er­achter zit, wat hun agenda is. Ze weten alleen dat het van een pro-Israël-organisatie komt en kijken niet verder dan hun neus lang is. Bij dergelijke onwetendheid kunnen rechts-extre­mistische ideeën gedijen.’


Te radicaal?

Voor een politicus met ambitie – ‘u ziet ie­mand voor u staan, die mogelijk de nieuwe mi­nister-president wordt’, zei Wilders in Florida – lijkt een associatie met ultra-rechtse margi­nale groepen in Amerika een beroerde strate­gie. President Obama is ook in Nederland po­pulair. Een Nederlandse politicus die banden heeft met mensen die Obama voor crypto-moslim of een appeaser à la Chamberlain uit­schelden, zal van de Nederlandse kiezers wei­nig steun krijgen.

 

Tegelijkertijd stelt een Europese politicus die haat tegen immigranten predikt zich ver buiten de main­stream van de Amerikaanse politieke discussie op. Amerika is nog altijd een pro-immigratieland. Een meerderheid van de Amerikanen wil zelfs de status van twaalf miljoen illegale im­migranten normaliseren, zolang dit gepaard gaat met intensieve controle van de grenzen. Een voorstel om legale immigranten – zoals de Somaliërs in Nashville – terug te sturen naar hun land van herkomst, is in Amerika niet ac­ceptabel. Als Wilders de status van interna­tionale politicus ambieert, dan zal hij de bin­nenlandse Amerikaanse politiek beter moeten bespelen dan hij tot nu toe heeft gedaan.
Wanhopig rechts

Ook in Amerika laait de discussie over hate speech weer op sinds de moord vorige week op een bekende abortusarts. Een extreme anti-abortusactivist wordt van de moord beschul­digd. Was hij tot zijn daad aangezet door de hatelijke taal van de anti-abortusbeweging? Waren populaire televisiepresentatoren, zoals Bill O’Reilly van FOXNews medeverantwoor­delijk? Had O’Reilly immers niet het slacht­offer zeker meer dan vijfentwintig keer uitge­scholden voor ‘babymoordenaar’ en ‘nazi’?
Onder de Amerikaanse wetgeving, die de vrijheid van meningsuiting als vrijwel abso­luut ziet, mag dergelijke taal worden gebruikt.
Over morele verantwoordelijkheid kan eindeloos worden gediscussieerd, juridisch betekent het niets. Blijkbaar voelen sommigen met een mediamegafoon die verantwoordelijkheid wel. Nota bene David Horowitz, een man die zijn taal meestal niet kuist, klaagt over wat hij Obama Derangement Syndrome noemt. ‘Ik krijg e-mails van mensen die Obama vergelijken met Hitler,’ schreef hij vorige week op Frontpage Magazine. ‘Dit is waanzin.’

De politieke discussie verhardt en verruwt ook in Amerika. Rechts is stuurloos, sinds de repu­blikeinse nederlaag in november. Zonder leiders wordt de discussie aan de rechterzijde bepaald door agitatoren als de radiopresentator Russ Limbaugh en televisieman Bill O’Reilly. Politici als oud-leider van het Huis van Afgevaardigden Newt Gingrich maken tegenstanders uit voor ‘racist’. Veel gematigde republikeinen voelen zich niet langer thuis in de partij.

Ook de anti-jihadbeweging wordt ex­tremer, zegt blogger Johnson. ‘Ze hebben het politieke klimaat niet mee, dat maakt ze wanhopig.’ Op de CPAC-conferen­tie, de jaarlijkse bijeenkomst van politiek rechts in Washington, stond de radicale is­lam zelfs niet op de agenda. De CPAC-lei­ding had Geert Wilders ook niet uitgeno­digd als spreker. Dus organiseerden David Horowitz, Pamela Geller en Robert Spencer zelf maar een avond voor Wilders in het ho­tel waar de conferentie plaatsvond.

Maar zelfs Wilders kan Amerika niet wak­ker schudden voor het gevaar van islamise­ring. Horowitz: ‘Alleen een volgende terro­rische aanval zal Amerika de ogen openen.’

Ex-Wilders-fan Charles Johnson van Little Green Footballs: ‘Links zal het niet leuk vinden om te horen, maar het be­leid van de regering-Bush heeft gewerkt. Wereldwijd is de terreur van jihadisten af­genomen. De radicale islam is gemargina­liseerd.’ Ook het klimaat in Amerika zelf is verbeterd, vindt Johnson, Amerikaanse moslims zijn goed geïntegreerd in de sa­menleving en daarom neemt de angst voor moslims af. ‘Geert Wilders wakkert het ex­tremisme aan. Daar hebben wij in Amerika geen behoefte aan. Laat hij thuis blijven.’ Nee, zegt David Horowitz, laat Wilders ko­men om ons land te waarschuwen en om ‘Amerika te tonen wat een held is’.

Tegenstrijdige meningen in een tijd van tegenstrijdige nieuwsberichten. Op 4 ju­ni, de dag dat de Amerikaanse president de hand reikte naar moslims ter verzoening, vierde de leider van de Nederlandse anti-moslimpartij een politieke overwinning. In Amerika is de strijd tussen de wereldbeel­den al beslecht in het voordeel van de presi­dent. In ons land is de winnaar vooralsnog onbekend.

Juryrapport

‘Deze waardevolle artikelen maken inzichtelijk wat zich aan de meestal aan de gesloten achterkant van de PVV afspeelt.’

Dollars voor Wilders

Drie dagen na zijn grote overwinning tijdens de Europese verkiezingen van 4 juni 2009, is PVV-leider Geert Wilders in Amerika om honderden fans toe te spreken. Deze bewonderaars betalen vaak fors om Wilders te horen spreken en hoewel hij het onderwerp zelf enigszins ontwijkt, storten deze fans naar alle waarschijnlijkheid rechtstreeks in de PVV-kas. Door de American Freedom Alliance, een ultrarechtse anti-islambeweging uit Los Angeles, wordt Wilders gehuldigd als ‘hero of conscience’, wat hem een ‘hartverwarmend gevoel’ geeft. Het was al langer bekent dat Wilders nauwe banden heeft met internationale anti-islambewegingen en deze reportages van Vrij Nederland journalisten Freeke Vuijst en Harm Ede Botje bevestigen dat beeld.

Ook de gelijkenissen tussen Wilders’ film ‘Fitna’ en de twee jaar oudere Israëlische documentaire ‘Obsession’ worden onderzocht. Hele scènes blijken te zijn gekopieerd uit deze productie en de Joodse makers doen hier bij navraag ook helemaal niet geheimzinnig over: ‘Het belangrijkste is dat de waarheid wordt verteld. Deze films zijn een wake up call voor het Westen’.  De serie ‘Dollars voor Wilders’ van Freke Vuijst en Harm Ede Botje is toegankelijk geschreven en had een behoorlijke impact. Het is een eye opener om te lezen wie de internationale sponsoren zijn van de PVV en welke banden er bestaan met rechtse anti-islamorganisaties in Amerika en Israël. Omdat de PVV geen partij is, hoeft zij niet openbaar te maken hoeveel geld ze ontvangt uit het buitenland en dat is natuurlijk jammer. De serie maakt namelijk nieuwsgierig, maar de vraag hoeveel geld de partij op deze wijze collecteert en wat er met dat geld gebeurt, blijft onbeantwoord. Niettemin maken deze waardevolle artikelen inzichtelijk wat zich aan de meestal aan de gesloten achterkant van deze partij afspeelt en in welke ideologische hoek Geert Wilders zich internationaal begeeft.