Paradijs voor pedo's

In juli 2012 publiceerde OneWorld de reportage ‘Paradijs voor pedo’s’, over kindersekstoerisme in Ghana. Nu, meer dan een jaar later, worden journalist Sanne Terlingen en haar bronnen nog steeds lastig gevallen door de hoofdpersoon, de Limburgse multimiljonair Arthur Paes. Paes beticht belangrijke getuigen in de zaak tegen hem van allerhande misdrijven om hun geloofwaardigheid te ondermijnen.

Door

Sanne Terlingen namens Oneworld.nl

“Beste Sanne. Wat vind je ervan dat vastgoedmagnaat Arthur Paes aangifte tegen jou heeft gedaan? En dat hij je voor miljoenen aanklaagt?” Het is kerstavond als verslaggever Alex de Vries van De Telegraaf me opbelt met deze vraag. Volgens hem staat me binnenkort een rechtszaak te wachten wegens smaad, laster en stalking. Mijn antwoord – dat ik nooit een dagvaarding voor een rechtszaak heb ontvangen – haalt De Telegraaf niet. Wel staat op 27 december 2012 in de krant dat ‘Arthur Paes in Ghana is vrijgepleit van kindermisbruik. Hij blijkt het slachtoffer van een samenzwering door een Nederlandse hotelmedewerker van hem, Jan W., en diens Ghanese echtgenote Eunice B.’

Mijn telefoon staat roodgloeiend. Journalisten van Novum Nieuws, de Limburger, Quote, Nieuwe Revu… Allemaal willen ze weten wat er aan de hand is. Sloeg ik de plank faliekant mis toen ik in juli 2012 in OneWorld en Nieuwe Revu schreef dat Paes in Ghana verdacht werd van seksueel misbruik van minderjarige meisjes?

Ik heb mijn antwoord klaar: mijn artikel deugt. We lieten de OneWorld-reportage checken door het Ghanese Openbaar Ministerie, verschillende onderzoeksjournalisten en juridische experts. Een week na publicatie gaf het Ghanese OM het bevel om Paes te vervolgen. Een kopie daarvan is in mijn bezit.

PARADIJS VOOR PEDO’S
In juli 2012 onthulde OneWorld dat Ghana een ideaal jachtgebied is voor Nederlandse kindersekstoeristen. Pedoseksuelen presenteren zich als weldoeners, en hebben ondanks de strenge Nederlandse en Ghanese wetgeving vrij spel. De hoofdpersoon in dit verhaal was de ten tijde van publicatie 17-jarige ‘Ruth’, het Ghanese meisje dat multimiljonair Arthur Paes tevergeefs voor de rechter probeerde te brengen wegens seksueel misbruik van haarzelf en twee andere minderjarige meisjes. Het misbruik zou zijn begonnen in 2001, nadat Paes een erefunctie had gekregen in het gebied waar Ruth toen woonde.

De reportage leidde tot Kamervragen en werd genomineerd voor onder meer een Mercur (reportage van het jaar) en aanmoedigingsprijs van De Loep (voor onderzoeksjournalisten). Toch gaan alle in het artikel genoemde vermeende pedoseksuelen nog steeds vrijuit.

Toch kon ik niet verklaren wat Jan W. (voluit Jan Wubbeling) en zijn vrouw Eunice (Boateng) precies ten laste werd gelegd. Betrouwbare bronnen in Ghana (niet gelieerd aan Wubbeling of Boateng) informeerden me dat Marcus Addai, de Ghanese rechercheur die het bewijs tegen Paes moest verzamelen, ineens in een nieuwe auto reed, geleverd door een bekende van Paes. Het Ghanese artikel waarin hieraan gerefereerd wordt is op laste van Paes offline gehaald, maar het is nog terug te vinden via Archive.org. Hoe het ook zij, binnen een maand seponeerde rechercheur Addai de rechtszaak tegen Paes en startte hij er een tegen Wubbeling en Boateng.
De Telegraaf baseerde zich op informatie van die rechercheur. Boateng  – de voogd van ‘Ruth’, het meisje dat aangifte deed tegen Paes – werd neergezet als een Ghanese golddigger. Wubbeling  – degene die de advocaat van het meisje betaalt – zou een wraakzuchtige ex-werknemer van Paes zijn die de vastgoedmagnaat eigenlijk wilde vermoorden.

Rookgordijnen

Even voor de duidelijkheid: we gingen bij OneWorld niet over een nacht ijs. Mijn research voor Paradijs voor Pedo’s duurde anderhalf jaar. Drie keer reisde ik naar Ghana. Ik verzamelde kopieën van alle politierapporten, ik onderhield nauw contact met Ruth (zie de blog Betrokken bij Ruth), haar vrienden en familie, bezocht de genoemde locaties en legde alle vergaarde informatie naast elkaar om de consistentie te checken. Ik sprak ook met Paes zelf. Meerdere keren. En met mensen in Nederland en Ghana die zijn verhaal zouden kunnen bevestigen of ontkrachten.

Tijdens mijn onderzoek ontdekte ik dat Paes bewust rookgordijnen creëert. Hij dicht sleutelfiguren in de zaak tegen hem allerlei misdrijven toe. Ruth zou liegen over haar leeftijd en er allerlei vriendjes op na houden met wie ze ook seks had (aldus Paes). De eerder genoemde Jan Wubbeling zou Paes meermaals hebben willen vermoorden, geld uit het hotel hebben gestolen en een in Nederland wonend stel hebben opgelicht toen zij een Ghanees kind wilden adopteren. Inmiddels heeft Paes dit verhaal gewijzigd. In de laatste versie zouden Wubbeling en Boateng grof geld hebben ontvangen toen zij dit echtpaar híelpen om illegaal een kind te adopteren.

De beschuldigingen aan het adres van Wubbeling en Boateng staan niet op zichzelf. Eerder betichtte Paes een andere Nederlander in Ghana al van moordaanslagen op hemzelf. Deze man en zijn Ghanese vrouw werden in Ghana meer dan dertig keer gearresteerd na aangiftes van Paes.

Voor de rechtszaak wegens kindermisbruik zou het bovenstaande er helemaal niet toe moeten doen. Paes heeft een kind misbruikt, of niet. Of de man van de voogd van Ruth Paes heeft willen vermoorden staat daar los van. Toch weet Paes er twijfel mee te zaaien.

Punt is dat iedereen door al die rookgordijnen vergeet dat Ruth er ook nog is. In december 2010 deed ze aantoonbaar aangifte tegen Paes. En nu, drie jaar later, wil ze nog steeds voor de rechter getuigen dat hij haar heeft verkracht.

Niet reageren

Toen ik het verhaal Ruth en het Nederlandse en Ghanese falen in de strijd tegen kindersekstoerisme had opgeschreven, was het voor mij klaar. Ik had iets aan het licht gebracht. Nu moesten politie en justitie voor gerechtigheid zorgen.

Maar zo werkt het dus niet. Dat bleek op kerstavond, toen De Telegraaf belde. En nog veel vaker. Op advies van mijn advocaat (ingehuurd door OneWorld) hield ik me aanvankelijk stil. Het achterliggende idee: natuurlijk is iemand boos als naar buiten komt dat hij verdacht wordt van kindermisbruik. Maar als je dat vuur niet aanwakkert, raak je er minder door beschadigd.
En dus schreef ik niet over de anonieme telefoontjes die ik sinds de publicatie ontving. Of over de mailtjes naar hoofdredacteur Hans en andere opdrachtgevers met daarin belasterende Ghanese krantenberichten over mijn bronnen Jan Wubbeling en Eunice Boateng, vergezeld met een tekst als ‘to refresh your mind’ of ‘dit trekt wederom de betrouwbaarheid en objectieve bekwaamheid van mevr Terlingen in twijfel’.

Ik schreef ook niet dat de hoofdredacteur van de Ghanese krant vertelde dat de desbetreffende artikelen waren aangeleverd door Paes zelf. Ik verhief mijn stem niet toen Paes een website bouwde (Arthurpaes.com) met daarop wederom de Ghanese krantenartikelen en een ‘commentaar’ waarin staat dat Wubbeling en Boateng ‘gebruik maken van de diensten van Sanne Terlingen om Paes zoveel mogelijk schade toe te brengen. […] Terlingen tracht met opzet karaktermoord op Paes te plegen. […] Terlingen heeft lang moeten leuren met haar verhaal.’

Ik reageerde niet toen het ANP Paes’ persbericht overnam en het zo in het verschillende kranten belandde. En ook niet toen Paes een advertentie op Google plaatste, zodat iedereen die “Sanne Terlingen” zocht eerst uitkwam bij ArthurPaes.com.

Elke week iets

Er ging geen week voorbij zonder dat ik met Paes werd geconfronteerd. Of het nou via een Ghanees krantenbericht was, of omdat een “anonieme kennis van Paes” me uit bed belde om te zeggen dat ik “moest beseffen hoe ik mensen kapot maakte” en om me toe te wensen dat ik “zelf kapot zou gaan”.

Elke week was er wel iets. Daardoor kan ik niet zeggen of het nou toeval was, of strategisch gepland, dat ik met kerst, op mijn verjaardag, op de dag dat ik een huis kocht, in de eerste week van mijn nieuwe baan en zelfs tijdens mijn huwelijksreis bezig moest zijn met Paes. Het naast me neerleggen kon niet. De mailtjes en telefoontjes kwamen toch binnen. En vaak moest ik dan mijn advocaat raadplegen, de directie van OneWorld-uitgever NCDO bijpraten, vragen van collega’s beantwoorden en bellen met informanten in Ghana om de laatste feiten te achterhalen (ik had een telefoonrekening van 400 euro per maand). Soms voelde ik me verplicht om te luisteren naar Wubbeling, die – na een krantenbericht waarin hij weer van een moordaanslag of iets anders kwaads werd beschuldigd –wilde uitrazen bij iemand die bekend was met zijn situatie.

Ik waarschuwde Wubbeling wel: “Ik blijf graag op de hoogte, maar ik ben geen vriendin. Ik ga ook geen stuk schrijven omdat jij het moeilijk hebt.” Ik liet hem weten dat Nederland een rechtsstaat is. “Doe hier aangifte van smaad of laster, dan worden die nare berichten vast snel weggepoetst.”

Advocaten en een alarmpieper

Bij OneWorld kwamen in de periode na publicatie ook vreemde telefoontjes binnen, en een sollicitatie van een meneer ‘gespecialiseerd in martial arts en huisbezoeken bij lastige cliënten’. Daarop stuurde onze advocaat een fax naar de huisadvocaat van Paes. “Blijkbaar is het noodzakelijk om de heer Paes erop te wijzen dat Nederland een rechtsstaat is waar conflicten bij de rechter worden uitgevochten en niet op een eigen verkozen manier.

Maar Paes richtte zich vooral op mij persoonlijk. Aan de uitgever van OneWorld liet Paes bijvoorbeeld weten dat hij, als zij mijn artikel zouden rectificeren,  alleen mij “strafrechtelijk en civielrechtelijk zou aanpakken”.

Het Koninklijk Instituut voor de Tropen, het gebouw waarin de OneWorld-redactie zit, werd beveiligd. Wie bezoek wilde ontvangen moest dat vooraf melden bij de receptie (waar voor de zekerheid ook een foto van Arthur Paes achter de balie hing). Alle onbekende telefoontjes werden doorgeschakeld naar een apart toestel, zodat eventuele bedreigingen konden worden opgenomen.

Van mijn moeder kreeg ik een alarmpieper. Zo’n ding dat je keihard kunt laten loeien als iemand je op straat iets probeert aan te doen. Als ik ’s avonds, na zonsondergang, naar huis ging haalde mijn vriend me op bij de bushalte. Mijn omgeving was bezorgd als ik te laat op een afspraak kwam. En soms werden ze er behoorlijk moe van. Dankzij De Telegraaf was de geest van Arthur Paes aanwezig tijdens ons familiekerstdiner. Niet de gezelligste disgenoot.

De afgelopen jaren gingen er flink wat brieven heen en weer tussen onze advocaat en die van Paes. Zo hoort het: als een advocaat bekend is wordt informatie doorgegeven via die advocaat. De cliënt persoonlijk aanschrijven is intimidatie. Dat was het dus ook toen Paes’ advocaat daags na het kerstverhaal in De Telegraaf een bericht stuurde naar mijn privémailbox. “Na het verschijnen van het artikel twittert u, dat toch een strafzaak tegen mijn cliënt loopt in Ghana, het geen evident onwaar is. […] Op korte termijn zal zowel strafrechtelijke als civielrechtelijke actie jegens u worden ondernomen. Uw handelswijze is daarenboven een behoorlijk handelend journalist onwaardig.”

Zo’n brief raakt je, of je dat nou wilt of niet. ’s Nachts in bed nam ik in mijn hoofd al mijn tweets door. Stond er een verkeerde tussen? Had ik ergens een woord zó geformuleerd dat het in een rechtszaak tegen me gebruikt zou kunnen worden? Na een paar dagen bedaarde ik weer, en was ik vooral boos dat ik mezelf weer zo van de wijs had laten brengen. Het was verdorie maar een advocatenbrief, geen kogelbrief of doodsbedreiging. En ik had er al meerdere ontvangen – ik zou er onderhand toch aan gewend moeten zijn.

Bedreigingen voor Wikipedia en De Tegel

Wie positieve aandacht besteedde aan mijn artikel, kon rekenen op een telefoontje van Paes of een van zijn medewerkers. Een medewerkster van een organisatie tegen kindermisbruik kreeg 5 minuten na een tweet over het artikel al een telefoontje van Paes. De miljonair vertelde haar dat ik alles verzonnen had om hem af te persen, en dat ik hem zelfs nog nooit had gesproken.

Tegen journalist Arne van der Wal van Follow the Money, die als eerste de naam van Paes aan mijn OneWorld-artikel koppelde, riep Paes, toen Van der Wal weigerde om de naam en de linkjes naar andere websites te verwijderen: “Ik ga je kapot maken, je gaat bloeden, ik scheur je helemaal in stukken. En je hele bedrijf ook, ik maak het helemaal kapot, dat zul je zien.”

Zelfs Wikipedia kreeg ervan langs, omdat ze het IP-adres van Paes blokkeerden nadat hij keer op keer de pagina over hemzelf aanpaste. Team ICT Paes Vastgoed (letterlijk geciteerd): “Wij zullen u aansprakelijk stellen voor de hieruit voortvloeiende schade. Op dit moment word er door onze bedrijfsrechercheur onderzoek gedaan naar uw identiteit als deze is vastgesteld zullen wij bij de politie aangifte doen tegen u wegens laster en smaad.

Omdat ik niet wilde dat mijn verhaal op deze manier aan de kant werd geschoven, stuurde ik het in voor journalistieke prijzen. Met succes. Paradijs voor Pedo’s werd genomineerd voor een Mercur (reportage van het jaar) en kreeg een eervolle vermelding in de categorie ‘onderzoek’ van De Tegel. Ook hiertegen kwam Paes in opstand. Hij belde naar de organisatoren dat mijn nominaties verwijderd moesten worden. “Eerst om nogal omslachtig uit te leggen wat er allemaal mis was met de berichtgeving over hem”, aldus Tegel-organisator Martijn Kirsten. “De tweede keer, toen er niks gerectificeerd was heeft hij gedreigd met een “passend cadeau” (zijn woorden).”

Bedreigd in Ghana

De bom barstte toen ik in juni dit jaar opnieuw naar Ghana reisde om daar voor OneWorld een verhaal te maken over cocaïnesmokkel. In diezelfde periode was er in Ghana een zitting in de rechtszaak tegen bron Eunice Boateng. Rechercheur Addai (de man die de auto had gekregen) zou daar aantonen dat Boateng in de zaak tegen Paes valse bewijzen had ingediend. Ik ging er –met fiat van OneWorld –  naartoe, want ik wilde met eigen oren horen wat beide partijen inbrachten.

Zodra Paes de rechtbank  binnenkwam, stormde hij op me af. “Met jou ben ik helemaal klaar. Ik zorg dat je nooit meer aan de bak komt als journalist.” Hij riep dit in het Nederlands, zodat de Ghanese aanwezigen het niet konden verstaan. Naast hem stond ‘zijn’ agent, de politieman die hem altijd vergezelt als hij in Ghana is. “Ik heb overal aangifte tegen jou gedaan. In Nederland en in Ghana. Als jij nog een paar daagjes in Ghana durft te blijven, dan zorg ik dat de politie voor je komt.” Vervolgens liet Paes aan ‘zijn agent’ weten dat die mij moest pakken.

Paes beende naar de rechter om mij uit de rechtszaal te laten verwijderen. Iets wat de tegenpartij – Eunice Boateng – wist te voorkomen door ook naar de rechter te stappen, maar dan met  het verzoek om mij te laten blijven. Hier maakte Paes slim gebruik van: na afloop vroeg hij de griffier om “een afschrift van het gesprek met Boateng”. Dit toonde hij in Nederland aan journalisten om “te bewijzen dat ik voor Boateng werk”.

Volgens de Nederlandse ambassade en John Kudalor, director general of police operations, moest ik de bedreigingen van Paes zeer serieus nemen. Laatstgenoemde liet me ieder uur bellen om te checken of ik nog oké was, want “Paes heeft nauwe banden met hogere agenten bij de Ghanese Criminele Inlichtingen Dienst, ‘eigen’ politieagenten en andere hooggeplaatste Ghanezen (een rechercheur van de CID, een parlementariër en een rechter zitten in de board of directors van Paes’ hotel, red.).” Als Paes in hoog gezelschap een politiekantoor zou binnengaan en zou verzoeken om mijn arrestatie, dan zou een lage agent dat, volgens Kudalor, niet durven weigeren.

In overleg met hoofdredacteur Hans vloog ik eerder terug naar Nederland. Het verhaal over een Nederlandse ondernemer dat ik nog zou maken, liet ik schieten. De reportage over cocaïnesmokkel rondde ik (met hulp van de Ghanese politie) veilig af. Toch kreeg het verhaal nog een staartje – Paes bleek het artikel naar het Engels te hebben vertaald om te laten lezen aan Ghanezen die gelinkt worden aan drugshandel. Zij belden mij boos op en lieten weten dat ik “nooit meer veilig naar Ghana kan, tenzij ik mijn bronnen prijsgeef.”

Aangifte

Ook na terugkomst uit Ghana liet Paes me niet met rust. Hij liet herhaaldelijk berichten achter op mijn website. “Groeten van Paes, tot op de rechtbank Sanne Terlingen.” Ook plaatste hij reacties over mij op de websites van Follow the Money en Quote. “Er is aangifte tegen Sanne Terlingen gedaan en nu zal Sanne Terlingen zich voor de rechter moeten verantwoorden .

Zelfs Paes’ vriendin reageerde online: Arthur Paes wordt sinds drie jaar voortdurend gestalkt door een onervaren Nederlandse freelance journaliste. Ondanks […]blijft deze journaliste maar doorgaan met haar persoonlijke kruistocht tegen Arthur Paes.

Bij OneWorld hadden we de reactie-mogelijkheid onder Paradijs voor Pedo’s al eerder afgesloten omdat er onder allerlei (tot Paes te herleiden) pseudoniemen belasterende berichten werden geplaatst.

Omdat de frequentie waarmee Paes zich roerde bleef toenemen, deed ik na overleg met mijn familie en een bevriende jurist aangifte tegen Paes. “Je moet ergens een grens trekken. Hij gaat steeds een stap verder. Zorg dat dit bij de politie bekend is voordat de situatie uit de hand loopt.”

Over bron Jan Wubbeling verscheen in augustus ook een nieuwe reeks artikelen. Misdaadwebsite Camilleri berichtte (met input van Paes, zo gaf Paes toe aan Quote) dat Wubbeling (wederom) verdacht wordt van een moordaanslag op Paes, dat er een internationaal opsporingsbevel is uitgevaardigd tegen Wubbeling, dat Wubbeling zijn huis laat bewaken door criminelen, enzovoorts.

Wubbeling deed aangifte van smaad en laster bij de politie in Rotterdam. Hij verblijft tegenwoordig in Nederland omdat het in Ghana niet meer veilig voor hem is. Volgens hemzelf is dat omdat Paes allerlei rechtszaken tegen hem is gestart en politieagenten en rechters heeft omgekocht.

Jacht op mijn bronnen

Wat op z’n minst opvallend is, is dat de publicaties over Wubbeling samenvallen met het heropenen van het strafrechtelijk onderzoek naar Paes in Ghana. Het Openbaar Ministerie besloot hiertoe nadat er eind april een petitie werd ingediend met daarin aanknopingspunten dat het dossier ten onrechte is gesloten. “We nemen de inhoud zeer serieus”, aldus het OM.

Voor dit heropende Ghanese onderzoek werden nieuwe, eerder door mij geraadpleegde, bronnen ondervraagd. Net als eerder Jan Wubbeling en Eunice Boateng, werden deze bronnen nu door de Ghanese Criminele Inlichtingendienst (CID, waar Paes dus goed contact mee heeft) beticht van misdrijven en criminele activiteiten.

Een van die bronnen is Courage, afkomstig uit het Ghanese dorp waar Paes een erefunctie bekleedt. Hij e-mailde in juli: “Paes made a report to the police and I was invited to the CID to see the head of the Anti Armed Robbery Squad. […] Now there is a manhunt for me but I am safe and will be there with my lawyer.”

Begin augustus liet hij weten dat hij toch in de cel was beland. “I was granted bail with conditions and one was not to give you info as well as to write an apology letter which I did. […] You are also declared wanted.”

Let op: het hoofd van de CID Anti Armed Robbery Squad is Dogbevia Wonder. Deze agent is ook de bron voor het verhaal over de criminele activiteiten van Wubbeling.

Een andere bron die nu door Paes in het nauw wordt gedreven is Chris, een Duitser die in het verleden in Paes’ hotel werkte. Al vóór Wubbeling en Boateng ten tonele verschenen gaf Chris bij de politie in Nederland en Duitsland aan dat hij Paes verdacht van kindermisbruik.
Chris stuurde mij enkele weken geleden een nood-email: “Just got to know that the pedophile Arthur PAES came to my house with police yesterday and today again, looking to arrest me. It is only in Ghana that an accused can use the police to try to intimidate witnesses in their cases!” 

Afgelopen week sloeg hij weer alarm: “I just received a call from Paes from the No. 002332497xxxxx, asking me where I am at and urging me to come to Ghana. Allegedly, Ghana Police and the Dutch police are looking for me as I allegedly bought a 4 year old girl, abused her and then killed her for ritual purposes. Ridiculous!!!”

Rechtsstaat

Op advies van de Nederlandse Vereniging van Journalisten en van mijn advocaat tik ik nu dit verhaal. Ik heb daar lang over getwijfeld. Is het geen olie op het vuur? Geef ik Paes hiermee extra handvatten om weer actie tegen mij te ondernemen? Ik denk van wel. Maar het is nu, anderhalf jaar na de publicatie van mijn verhaal, ook duidelijk dat Paes mij en mijn bronnen sowieso niet met rust laat.

Door dit op te schrijven neem ik ook een risico. Nog geen maand geleden, op de verjaardag van mijn vriend, deelde een medewerker van Crimesite Camilleri mij telefonisch mee dat Paes aangifte tegen mij had gedaan wegens smaad, laster en stalking. Alles wat ik tweet en schrijf wordt gemonitord en “meegenomen in de rechtszaken die spoedig zullen volgen”.
Of dat waar is weet ik niet. Ik heb al meer dan tien keer gehoord dat ik binnen een maand voor de rechter sta. Het is tot op heden niet gebeurd. Ook tegen het Ghanese meisje Ruth is nooit aangifte gedaan wegens het afleggen van een valse verklaring.

Maar stel nou dat… Dan reik ik Paes met dit artikel munitie aan voor zijn betoog dat ik hém steeds lastig val. Aan de andere kant: als ik niets schrijf, dan blijft Paes onwaarheden over mij en mijn bronnen verspreiden totdat er een moment komt waarop ik niet meer geloofd word. Daarom heb ik besloten om dit verhaal toch naar buiten te brengen.

 

Wie wordt er rijk van microkrediet?

Niet alleen multinationals ontwijken belasting via Nederland. Armoedebestrijdende microkredietorganisaties doen er net zo hard aan mee. Ze maken gebruik van Nederlandse belastingverdragen,en cashen in Mauritius.

Door

Sanne Terlingen namens Oneworld.nl

“Zijn jullie wel op het goede adres?” De receptioniste van Deutsche Bank kijkt ons bedenkelijk aan. Het is maandagochtend negen uur en we bevinden ons in een hypermoderne toren naast de Amsterdam Arena. “We komen voor ProCredit”, vertellen we nog eens. “Een microfinancieringsorganisatie. Volgens de Kamer van Koophandelzitten ze op deze plek.” Als bewijs laten we haar een kopietje met de bedrijfsgegevens zien. Verward schudt ze haar hoofd. “Ik werk hier al twee jaar en heb nooit van ProCredit gehoord.” Ze haalt er twee collega’s bij. Een doorzoekt het computersysteem, de tweede checkt de postkamer “want daar weten ze alles”.
Twintig minuten later komt de baas van het stel met lege handen terug. “ProCredit is onvindbaar.”
“Zou het kunnen dat de organisatie op dit adres geregistreerd staat om belasting te ontwijken?”, vragen wij. De baas begint driftig te knikken en zegt: “Dat zou best wel eens kunnen. Ja… Dat zou heel erg goed kunnen.”

BELASTINGVERDRAGEN
Geen land heeft zo veel belastingverdragen als Nederland. Volgens de organisatie Tax Justice heeft ons land met bijna honderd andere landen belastingafspraken gemaakt. De eerste verdragen werden gesloten om bijvoorbeeld te voorkomen dat iemand die in Nederland woont en in India werkt twee keer over hetzelfde inkomen belasting moet betalen. De landen spraken af wie welke belasting zou heffen. Normaal heft Servië bijvoorbeeld 20 procent belasting op winst, maar in het verdrag met Nederland is afgesproken dat Servië dit bedrag verlaagt naar nul procent als een bedrijf in Nederland is gevestigd.

“Arme landen voelen zich verplicht om de verdragen aan te gaan”, zegt financieel geograaf Rodrigo Fernandez, werkzaam aan de Universiteit van Amsterdam en bij SOMO (Stichting Onderzoek Multinationale ondernemingen). “Ze gaan akkoord met het verlagen van hun belasting, omdat ze denken dat dat meer investeringen oplevert.” Dat is in de praktijk niet het geval. Wel maken andere landen gebruik van de door Nederland gesloten belastingverdragen. “Een bedrijf uit Canada dat in Mongolië investeert, doet dat voortaan via Nederland”, zegt Fernandez. “Doordat Mongolië nu minder belasting over de winst van dat bedrijf mag heffen, loopt het land juist inkomsten mis.”

Volgens het Centraal Bureau voor Statistiek zitten er 23.500 van dit soort buitenlandse brievenbusbedrijven in Nederland. Zij sluizen op jaarbasis omstreeks 10.000 miljard euro door, twintig keer ons bruto binnenland product. Wij verdienen daaraan een fooitje van 1,5 miljard euro per jaar. Arme landen lopen er 122 miljard euro aan belastingen door mis, aldus Tax Justice. Fernandez: “Omdat arme landen een klein budget hebben, weegt zo’n bedrag voor hen nog zwaarder.”

Eind 2012 besloot Mongolië het belastingverdrag met Nederland stop te zetten.
In de jaren ’90 heeft Indonesië ook al eens het belastingverdrag met Nederland verbroken, meldtHenk Willem Smits.

ProCredit is een brievenbusfirma: een bedrijf dat alleen op papier in Nederland is gevestigd omdat daar financiële voordelen aan zitten, maar in de praktijk hier geen werk verzet (zie kader).  Volgens de Volkskrant maken zeker zestig van de honderd grootste bedrijven ter wereld gebruik van een Nederlandse constructie. Zij sluizen 57 miljard euro per jaar door ons land. Volgens organisatie Tax Justice lopen arme landen jaarlijks 122 miljard euro aan belastinginkomsten mis. Meer dan het totale bedrag dat wereldwijd aan ontwikkelingshulp wordt gespendeerd.

Daarbij vergeleken is het belastingvoordeel van ProCredit miniem. De overheden van Bulgarije en Servië liepen ‘slechts’ 7,5 miljoen euro mis doordat de Duitse microfinancieringsorganisatie haar leningen via Nederland verstrekte.
Toch is het vreemd dat een microfinancieringsorganisatie gebruikmaakt van de financiële voordelen van een belastingparadijs. Zeker als je weet dat ProCredit haar werkwijze naast ‘winstgevend en efficiënt’ ook ‘sociaal verantwoord’, ‘transparant’ en ‘duurzaam’ noemt. En dat ‘belastingparadijzerij’ internationaal onder vuur ligt omdat de rijken ervan profiteren ten koste van de armen.

Niet de enige

In de kantoortoren in Amsterdam huizen naast ProCredit nog minstens twee microfinancieringsorganisaties. Althans, dat belooft het register van de Kamer van Koophandel. In de praktijk blijken de kantoren van FINCA en Agora Microfinance even leeg als de werkruimte van ProCredit.

Het Amerikaanse FINCA is volgens Wikipedia ‘een van de meest invloedrijke microfinancieringsorganisaties ter wereld’. De non-profitorganisatie werd opgestart met geld van ontwikkelingsorganisaties, maar inmiddels komt het meeste geld van private investeerders. Die moeten volgens de website van FINCA wel ‘sociaal verantwoordelijk zijn’, want FINCA’s fonds is ‘alleen open voor investeerders wier missie gelijk is aan die van FINCA’. Desalniettemin verlangen de nieuwe geldschieters wel een beloning voor hun financiële input. In drie jaar tijd streken zij 5,6 miljoen euro op. Zij maakten mede zo veel winst doordat FINCA de investeringen in zeven landen via Nederland liet lopen. Ons land heeft met zes van die zeven landen een verdrag waardoor FINCA minder belasting afdraagt. Het ‘goede doel’ betaalt in Nederland meer aan belastingadvies, dan aan winstbelasting.

Het Engelse Agora staat nog maar net geregistreerd in de polder. Hiervandaan wordt geld gestoken in microfinancieringsbanken in Cambodja en Zambia. De organisatie heeft ook een vestiging in Mauritius. Daarvandaan wordt in India geïnvesteerd.

Big Business

Volgens het rapport A billion to gain van ING is de microfinancieringssector sinds 2005 met 43 procent per jaar gegroeid. Inmiddels gaat er 62 miljard euro in de sector om. Banken, verzekeraars en pensioenfondsen zijn de snelst groeiende groep investeerders. Van de twintig grootste banken was in 2008 de helft actief in microfinanciering.

Het was de financiële klapper van de Mexicaanse microkredietbank Compartamos die maakte dat banken hun investeringsportefeuilles en masse uitbreidden met microfinancieringsfondsen.
Compartamos (Spaans voor ‘laten we delen’) begon als een non-profitbank voor arme vrouwen op het platteland. Om meer geld te kunnen verstrekken, ging de organisatie in zee met commerciële investeerders. Het aantal leners vertienvoudigde. Geldschieters verkochten aandelen, die hen ooit een miljoen dollar hadden gekost, voor het onbescheiden bedrag van 270 miljoen.
Het vinden van de volgende Compartamos werd voor banken en andere winstgedreven investeerders een soort zoektocht naar de heilige graal. De Nederlandse regering moedigde burgers en bedrijven aan om in microkredietfondsen te investeren. Wie ‘sociaal verantwoord’ belegde hoefde daarover geen belasting te betalen. Dit belastingvoordeel is per 1 januari jongstleden afgeschaft, maar de fondsen dragen nog steeds het stempel ‘verantwoord’.

Het zijn de rijken die binnenlopen dankzij microkredietinvesteringen. Dat blijkt ook uit de berekeningen van de Indiase microbankier Ramesh Arunachalam. 94,27 Procent van al het microfinancieringsgeld wordt verstrekt door fondsen in zeven welvarende landen. De meeste investeringen worden gedaan vanuit belastingparadijs Luxemburg. Daarna volgt Nederland. Ook in de top zeven: de Verenigde Staten (Delaware), Mauritius en de Kaaimaneilanden. Hier wordt de winst opgestreken di e met het verstrekken van leningen aan de armen is gemaakt.

ASA INTERNATIONAL startte als ASA Bangladesh, een lokale microfinancieringsorganisatie die in eigen land het succes van microkredietgoeroe Muhammad Yunus overtreft. De bank in Bangladesh bedient 6 miljoen leners, 99 procent daarvan betaalt netjes terug.
Tijdens de microkrediethype besloot de oprichter van ASA om in zee te gaan met de directeur van het Nederlandse investeringsfonds Sequoia. Samen zetten ze de internationale versie van ASA op: ASA International.
KRIJGT GELD VAN: CMI, het door Sequoia opgetuigde investeringsfonds.
CMI KRIJGT GELD VAN: het Amerikaanse pensioenfonds TIAA-CREF, Gray Ghost Ventures, responsAbility, Nederland’ grootste pensioenfonds ABP, e.a.
INVESTEERT IN: onder andere India en Pakistan (via Mauritius) en Ghana, de Filippijnen en Sri Lanka (via Nederland). Eind 2011 had ASA Nederland ruim 25 miljoen euro uitstaan.
BETAALDE: dankzij de Nederlandse constructie 20 procent minder belasting over de winstuitkeringen vanuit de Filippijnen. Omdat Nederland een speciale regeling heeft (de zogeheten deelnemingsvrijstelling) mag het Nederlandse dochterbedrijf de winst belastingvrij doorsluizen naar Mauritius.

Cashen via Mauritius

Een Nederlands microkredietfonds dat wil cashen zoals Compartamos, is het in Mauritius geregistreerde Catalyst Microfinance Investors. CMI investeert namens onder meer ons pensioenfonds ABP in startende banken in opkomende landen. Dat doet het fonds via de bijbehorende microfinancieringsorganisatieASA International. Uit de presentaties voor investeerders blijkt dat het de bedoeling is om al deze opgetuigde banken na zeven jaar in één keer met winst te verkopen. En dan zit CMI op Mauritius goed. Het Afrikaanse eiland heeft een lucratief belastingverdrag met India, waarin is vastgesteld dat CMI in India geen belasting hoeft te betalen als bezit, bijvoorbeeld een bank, met winst wordt verhandeld. Ook in Mauritius blijft de buit belastingvrij. Het belastingparadijs heft welgeteld nul procent belasting op vermogenswinst.

CMI ontkent dat er sprake is van belastingontwijking. “Dat is absoluut niet aan de orde”, reageert Martijn Bollen namens de organisatie. “Eerder het tegenovergestelde. De banken waarin wij investeren dragen alle wettelijk verplichte lokale belastingen af. Daarin zijn wij heel zuiver en transparant.” Na inzage in dit artikel komt Bollen herhaaldelijk met het ‘voorstel’ dat OneWorld deze reactie verwijdert. Vervolgens stuurt hij een lange uitleg, waarin hij onder meer vermeldt dat ASA International in 2011 zelfs nog een oorkonde heeft ontvangen van de Filippijnse belastingdienst.

Of het nou vanwege de belasting is of niet, feit is dat CMI’s investeringen in India via Mauritius lopen en dat er daardoor – dankzij het belastingverdrag tussen beide landen – in India geen belasting wordt afgedragen over de winst die het bedrijf uitkeert aan de aandeelhouders.
Bijna 40 procent van de buitenlandse investeringen die de laatste tien jaar in India werden gedaan, verliepen via Mauritius. India ziet het Afrikaanse eiland wel degelijk als belastingparadijs, zo meldde The Wall Street Journal afgelopen zomer. India ging het belastingverdrag met Mauritius vrijwillig aan, maar besefte niet dat investeerders de afspraken konden misbruiken om de Indiase fiscus te ontlopen. The Times of Indiaonthulde dat de Mauritiaanse minister van Handel en Buitenlandse Zaken twee eilanden aanbood om de verhoudingen met het getergde Aziatische land te verbeteren. Iets wat de minister zelf overigens ontkent.

Mauritius heeft niet met alle landen zo’n gunstig belastingverdrag als met India. Nederland wel. Daarom heeft ASA International (de organisatie die het geld van CMI uitzet) hier een dochterbedrijf. Vanuit Nederland gaat geld naar onder andere Ghana, Sri Lanka en de Filippijnen. Dankzij deze constructie betaalt ASA in de Filippijnen 10 procent belasting over de uitgekeerde winst. Was het geld via Mauritius geïnvesteerd, dan had ASA 30 procent moeten afdragen.

Over de bedragen die binnenstromen, heeft ASA in Nederland geen euro vennootschapsbelasting betaald. Omdat ons land een speciale regeling heeft (de zogeheten deelnemingsvrijstelling), mag de winst vanuit het dochterbedrijf belastingvrij worden doorgesluisd naar ASA’s (en vervolgens CMI’s) Mauritiaanse bankrekening.

Non-profit organisatie FINCA is in 1984 opgericht door de Amerikaanse ontwikkelingsexpert John Hatch. Inmiddels verstrekt FINCA leningen aan bijna een miljoen mensen. Om meer fondsen aan te trekken, startte FINCA in 2011 een holding. In de reglementen is vastgelegd dat bestuursleden van FINCA geen aandelen in deze holding mogen hebben.
KRIJGT GELD VAN: Wereldbankfonds IFC, ontwikkelingsbanken KfW (Duitsland) en FMO (Nederland), responsAbility en het Nederlandse fonds Triple Jump dat weer investeert namens Oxfam Novib, ASN-Novib, SNS Bank en Habitat for Humanity.
LEENT VAN: onder andere Deutsche Bank, Triodos, Triple Jump en OikoCredit.
INVESTEERT IN: 21 landen. In 2009 wist FINCA, ondanks de crisis, 21 miljoen te lenen van de Deutsche Bank. Dit bedrag leent de organisatie via Nederland door aan microfinancieringsinstellingen in Armenië, Azerbeidzjan, Congo, Georgië, Kirgizië, Mexico en Tadzjikistan. Alleen met Congo heeft Nederland geen gunstig belastingverdrag.

‘Catalyst Microfinance Investors Fund is hard op weg om ’s werelds grootste investeringsfonds in microkrediet te worden’, schreef dagblad Telegraaf in 2007 nadat CMI 125 miljoen had binnengesleept van onder meer pensioenfonds ABP. ‘Het is tijd dat organisaties zoals Cordaid plaats maken voor commerciële fondsen’, zei CMI’s toenmalige directeur in datzelfde artikel. ‘Te sociaal remt alleen maar af.’

Wij ontwijken niet

CMI is niet het enige door Nederlanders opgerichte microfinancieringsfonds dat het geld via Mauritius laat stromen. OokGoodwell investeert via het Afrikaanse eiland in Ghana, Nigeria en India. “Niet om belasting te ontwijken”, benadrukt medewerker Bob Assenberg. “Mauritius is voor ons geen belastingparadijs. Zouden we ergens anders zitten, dan zouden we evenveel belasting afdragen. Wel heeft Mauritius, net als Luxemburg, een sterk ontwikkelde financiële dienstensector. De mensen daar hebben meer ervaring met investeren in India en Afrika dan kantoren in Nederland. Dat wij daar gebruik van maken, zie ik niet als iets negatiefs.”

Het commerciële PROCREDIT werd in 1998 opgericht door Internationale Projekt Consult (IPC) uit Duitsland.
KRIJGT GELD VAN: Stichting DOEN (een van de eerste aandeelhouders), pensioenfonds TIAA-CREF, ontwikkelingsbanken FMO (Nederland), KfW (Duitsland) en BIO (België), responsAbility, MicroVest, e.a.
INVESTEERT IN: 21 landen. Uit de jaarrekeningen blijkt dat ProCredit in 2006 125 miljoen euro van investeerders leende, om dit bedrag via Nederland door te lenen aan de ProCredit Bank in Servië. Door het belastingverdrag dat Nederland met Servië heeft, wordt de belasting op winstuitkeringen in Servië verlaagd van 20 procent naar 0 procent. Hetzelfde gaat op voor de lening van 145 miljoen euro die ProCredit aan haar bank in Bulgarije verstrekte. De desbetreffende overheden liepen hierdoor in totaal 7,5 miljoen euro mis.
WIL ZELF NOG KWIJT: dat de bank in Servië de lening inmiddels heeft terugbetaald. De constructie met Nederland werd opgezet vanwege de speciale omstandigheden die in Servië en Bulgarije heersten toen de leningen werden uitgezet. Dankzij deze constructie konden de ProCreditbanken hun kredietportefeuille vergroten, waardoor de desbetreffende landen van hen juist meer belasting ontvingen.

Net als CMI en Goodwell, ontkennen ook ProCredit en FINCA dat zij in Nederland geregistreerd staan om belasting te ontwijken. ProCredit zit in Amsterdam om ‘functionele redenen’, zo laat de organisatie per e-mail weten. “Omdat de autoriteiten in Servië en Bulgarije de verstrekking van leningen aan het midden- en kleinbedrijf hadden beperkt, besloot de organisatie om twee afdelingen in Nederland op te zetten”, zegt Indra Heerkens van Stichting DOEN, een van de eerste aandeelhouders van ProCredit. “Zonder de vestiging in Nederland hadden we geen 270 miljoen euro aan kredieten aan MKB-ondernemers in deze landen kunnen verstrekken.”

De telefoniste van het FINCA-kantoor in Engeland roept direct dat “iedereen in Engeland zó tegen de Nederlandse belastingroute is”. FINCA zit in arme landen en in Amerika, Canada en Engeland. Niet in Nederland. Geconfronteerd met de uittreksels van de Kamer van Koophandel, zegt ze dat ze “de communicatieafdeling inschakelt”. Er is telefonisch en per e-mail contact geweest met FINCA in Amerika, maar we hebben geen inhoudelijke reactie meer ontvangen.

“Onze activiteiten zijn niet gericht op winstmaximalisatie”, reageert Tanmay Chetan namens Agora Microfinance. “In alle landen waar we werken houden we ons aan de regels, dat wordt ook onderschreven door de Centrale Banken daar.” Chetan erkent dat Nederland een gunstig belastingklimaat heeft. “Maar andere landen zijn nóg voordeliger. Bij onze keuze woog ook mee dat er in Nederland veel interesse is voor microkrediet. Dat helpt bij het werven van fondsen. Toen wij een aantal jaar geleden met potentiële investeerders spraken, gaven zij aan dat zij het liefst investeerden in een fonds in Nederland. Een beproefde multinationale entiteit regelde een adres voor ons.”

Een beproefde entiteit? Dat moet die ‘onwetende’ Deutsche Bank zijn waarbij we aan het begin van dit verhaal op visite gingen. Deutsche Bank hielp ook ProCredit en investeert in zowel FINCA als Goodwell. Ook kocht en verkocht ‘de sociale tak’ vanDeutsche Bank aandelen in de Indiase microfinancieringsorganisatie SKS. De financiering verliep – hoe kan het ook anders – via een dochteronderneming in Mauritius.

Gekaapt door geldwolven

Microfinancieringsfondsen die belasting ontwijken? Microbankier Hugh Sinclair kijkt er niet van op. “De sector is gekaapt door profiteurs”, zegt de Engelsman. Daarover luidt hij de noodklok in zijn boek Confessions of a Microfinance Heretic en in de uitzendingMaxima’s microkrediet van KRO Reporter.

In eerste instantie leek de commercialisering van de microfinancieringssector een positieve ontwikkeling. Wereldwijd waren er meer dan een miljard mensen zonder toegang tot financiële diensten. Hulporganisaties hadden niet genoeg geld om aan al die mensen te kunnen lenen. Meer fondsen zouden leiden tot meer concurrentie, en daardoor tot lagere rente in de strijd om arme leners, was de gedachte. Het ging andersom: de fondsen vochten vooral om rijke investeerders.

“Investeerders vinden een winstgevend fonds aantrekkelijk”, zegt Hugh Sinclair. Fondsen kiezen op hun beurt voor rendabele microfinancieringsbanken. “Er zijn voor die banken twee manieren om de winst te verhogen: meer geld verdienen en minder kosten maken. Het eerste doen de microkredietbanken door arme leners een hoge rente te vragen. Het tweede door minder toezicht te houden. De fondsen kunnen hun kosten verminderen door minder belasting te betalen.”

Zelfmoorden

In 2010 pleegden meer dan vijftig vrouwen zelfmoord in de Indiase deelstaat Andhra Pradesh. Zij wisten niet meer hoe ze uit de microkredietschulden moesten komen. Een van de banken die expliciet aan deze zelfmoordenreeks wordt gelinkt, is SKS. Belangrijke investeerders: het Nederlandse Sequoia (van de oprichter van CMI) en Deutsche Bank.

Als reactie op de zelfmoorden sloten tweeduizend spelers in de microkredietsector zich aan bij SMART, een campagne om microkredietleners te beschermen. Deutsche Bank nam het initiatief, de directeur van FINCA nam plaats in het bestuur. Ook de andere hoofdrolspelers uit dit verhaal sloten zich aan. Uit cijfers van de website MFtransparency blijkt dat veel organisaties de armen nog steeds overvragen. De rente op FINCA-leningen in Zambia loopt zelfs op tot 248 procent! “Onthoud: het voornaamste doel van microfinancieringsorganisaties is winst”, benadrukt Hugh Sinclair. “Ze bevinden zich in een lastige positie. Gaan ze de armen eerlijk behandelen, dan kost dat geld. Komen ze negatief in de publiciteit, dan kost dat hen ook geld.”

Microfinanciering: Wat nu?

Moeten we kappen met microkrediet? Uit onderzoek van onder meer Maren Duvendack blijkt dat er prachtige verhalen zijn over vrouwen die dankzij microkrediet aan de armoede ontsnapten. (What is the evidence of the impact of microfinance on the well-being of poor people?, 2011) Op grote schaal is echter niet bewezen dat microfinanciering een positieve impact heeft. Volgens FINCA-oprichter John Hatch gebruikt slechts 1 op de 10 leners het geld om een onderneming te starten. De rest gebruikt het geld om andere leningen af te betalen, naar de dokter te gaan of om een tv van te kopen. Als de leners het geld niet goed gebruiken, wordt een land juist armer door microkrediet. Een rekensommetje: als een Nederlandse investeerder 1000 euro uitleent aan een microfinancieringsbank in India, tegen 10 procent rente, dan gaat er 1000 euro India in, en 1100 euro India weer uit.

Hoe nu verder? Ten eerste moeten we microfinanciering net zo serieus gaan nemen als gewoon bankieren. Er moet een koepelorganisatie komen die toezicht houdt en regels maakt. Nu mogen microfinanciers doen en laten wat ze willen, omdat overheden en investeerders geloven dat deze bankiers ‘goed doen’. Het is zelfs legaal om krediet te verstrekken aan een drugsbaron of aan een ondernemer die gebruik maakt van kinderarbeid.
Ten tweede zouden we moeten eisen dat fondsen (zoals ons ABP pensioenfonds) alleen nog van ‘verantwoord bankieren’ spreken als de organisaties waarin zij investeren zich aan die regels houden. Zij zouden bovendien een bovengrens aan de winstpercentages moeten stellen. 1 procent rente verdienen over een lening aan armen kan best. Verdient een investeerder 10 procent, zet er dan vraagtekens bij.

UPDATE 9:00 UUR: REACTIE MINISTER LILIANNE PLOUMEN

Minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking laat weten dat belastingontwijking door microkredietorganisaties ongewenst is. Daarom zal ze met de vertegenwoordigers van de sector en met de Nederlandse koepel van microfinancieringsorganisaties onderzoeken wat hieraan is te doen.

“Het is goed om scherp te blijven. Ontwikkelingslanden hebben belastinginkomsten hard nodig én het is van groot belang dat ondernemers in ontwikkelingslanden toegang hebben tot krediet. Daarom heb ik met staatssecretaris Frans Weekers van Financiën afgesproken dat we ontwikkelingslanden helpen bij het verbeteren van hun belastingstelsels en dat we belastingverdragen met een aantal ontwikkelingslanden tegen het licht gaan houden. Die verdragen gelden niet alleen voor het bedrijfsleven, maar ook voor ngo’s en micro-financieringsinstellingen. Belastingverdragen moeten dubbele belasting voorkomen, niet er toe leiden dat belasting helemaal wordt ontweken.

Het mooist is het als dit internationaal wordt aangepakt. Daarom is Nederland onder meer actief als co chair van de informal task force Tax and Development van de OESO. Deze helpt ontwikkelingslanden hun belastinggrondslag te beschermen. De OESO werkt mede op verzoek van de G20 aan een actieplan tegen het uithollen van de grondslag voor belastingen en het schuiven met winsten. Naar verwachting is dat plan deze zomer klaar.

Microfinancieringsorganisaties werken zelf ook aan verbetering. Zo hebben ze met dePrinciples for Investors in Inclusive Finance onder de vlag van de VN vrijwillig afspraken gemaakt over onderwerpen als woekerrentes, transparantie en de bescherming van klanten. Dat is belangrijk. Niet in het minst omdat ondernemers in het ontwikkelingslanden vaak vrouwen zijn. Juist voor hen willen we zorgen dat zij toegang tot krediet krijgen tegen een schappelijke prijs.

Het is goed als microfinancieringsorganisaties de kosten zo laag mogelijk houden. Maar dat mag niet leiden tot ongewenste belastingontwijking. Daarom zal ik met vertegenwoordigers van de sector en de Nederlandse koepel van microfinancieringsorganisaties NPM Inclusive Finance onderzoeken wat we er aan kunnen doen.”

UPDATE 14:00 UUR: REACTIE JESSE KLAVER (GROENLINKS)

“Het is op zijn minst onkies als microkredietorganisaties gretig gebruik maken van de Nederlandse belastingroute. Daarmee benadelen zij namelijk de landen waar zij zich voor inzetten. Juist deze organisaties zouden het goede voorbeeld moeten geven, en transparant en sociaal verantwoord moeten handelen.

Wat GroenLinks betreft eist de minister, als de bewuste organisaties op hun website of in een jaarrapport berichten over het eigen maatschappelijk verantwoord ondernemen, ook inzicht in hun belastingdruk. Dat een brievenbusfirma in de Bijlmer juridisch mag, wil nog niet zeggen dat verantwoording afleggen onnodig is.”

UPDATE 16:00 UUR: REACTIE TAX JUSTICE

Koos de Bruijn, coördinator Tax Justice Nederland: “Dat zelfs microkredietorganisaties belasting ontwijken toont aan hoe wijdverbreid dit probleem is.

Het zijn niet alleen obscure bedrijfjes die zich vestigen in belastingparadijzen. Multinationals maken ook gebruik van fiscale routes. Nu zien we dat zelfs goede doelen onderdeel zijn van dit systeem.

De overheid moet maatregelen nemen om dit soort constructies onmogelijk te maken, want het is onze overheid die het kader schept waarbinnen bedrijven kunnen handelen.

OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling heeft net het rapport Addressing base erosion and profit shifting uitgebracht waarin wordt aangekaart dat belasting dáár afgedragen moet worden waar de daadwerkelijke activiteiten plaatsvinden. Wij zullen hier morgen, bij de 39e Globliseringslezing (‘Leuker kunnen we het niet maken! Tax justice?’) in Felix Meritis in Amsterdam, uitgebreid op ingaan.”

 

Ghana: van modelland naar narcostaat

Een kwart van de cocaïne komt naar Europa via West-Afrika. Guinee is een bekende narcostaat, maar nu infiltreren drugsbaronnen zelfs in het Kabinet van donor darling Ghana. “Het probleem van de drugshandel via Ghana, is dat de Ghanezen het geen probleem vinden.”

Door

Sanne Terlingen namens Oneworld.nl

“We missen Eric. We missen hem zo erg dat onze buik er pijn van doet, zoals bij heimwee.”
Maïsboer Abyeiku zwaait wild met zijn linkerarm. Zijn blauwe pesticidesproeier wiebelt op zijn rug. Met zijn rechterhand houdt hij de lading brandhout op zijn bagagedrager in bedwang. Hij is linea recta teruggefietst van zijn akker om te vertellen hoeveel goeds Eric voor het dorp Busunya heeft gedaan. “Hij bouwde acht wegen en een ziekenhuis. Voor bijna honderd kinderen betaalde hij schoolgeld.” “Eric heeft mij ook geholpen”, zegt Nicholas ‘O Yes’ Duodo. Hij is van betere komaf. Met zijn vriend Israel kwam hij aanscheuren op een brommertje. “Dankzij Eric studeert mijn tweede zoon nu in Londen.”

Eric Amoateng (1953) zat in het parlement namens de New Patriotic Party NPP, een van Ghana’s twee grote politieke partijen. Hij vertegenwoordigde Busunya en het omliggende district Nkoranza Noord, gelegen in het onopvallende midden van het land. Maar sinds november 2005 is hij weg. Hij zit in de Verenigde Staten in de gevangenis wegens drugssmokkel. Een maand nadat hij schuld bekende, vernoemden de inwoners van Busunya een straat naar hem. Ze hingen spandoeken op: ‘Cocaine or no cocaine, Amoateng is still our MP.

Terwijl Nicholas de Amoatengstraat laat zien – de platgewalste zandweg naast het partijkantoor – stromen meer en meer dorpelingen toe. Allemaal willen ze iets aardigs over hun oud-bestuurder zeggen. “Ga je dit opschrijven? Goed zo!”, moedigt een oudere vrouw aan. Twintig minuten eerder weigerde ze nog om zich over Amoateng uit te laten. Ze riep: “Weg met de witten die kwaadspreken. Ze willen allemaal weten wat van Eric is, en vervolgens komt de regering die spullen invorderen. Dat deden ze ook met de bulldozers. Anders hadden we nu twintig mooie wegen in het dorp.”

GHANA’S GROOTSTE SCHANDAAL
Het grootste cocaïneschandaal in Ghana is de MV Benjaminzaak. In april 2006 kreeg NACOB een tip dat een boot (de MV Benjamin) met een lading cocaïne onderweg was naar de haven. Het schip werd pas gelokaliseerd nadat de drugs van boord waren gehaald. 76 pakken van 30 kilo bleken verdwenen. De politie nam één pakket in beslag. Later bleek een deel van dit pakket ook nog eens ‘zoek’ te zijn.RECONSTRUCTIE
Uit een officiële reconstructie onder leiding van Chief Justice Theodora Wood bleek dat de MV Benjamin vanuit Ghana in 14 dagen naar een punt tussen Venezuela en Kaapverdië was gevaren. Daar dropten twee boten de lading drugs op het dek. Terug in Ghana werden de pakketten met een grote en een kleine kano naar het vasteland gebracht, waar een Koreaan (a.k.a. Killer) en een Ghanees (a.k.a. The Limping Man) de coke met hulp van 11 locals in een klaarstaande Toyota laadden. Een politieman die de mannen op het strand betrapte, liet hen begaan in ruil voor ‘wat dollars’. Vijf bemanningsleden van de MV Benjamin werden veroordeeld tot 25 jaar celstraf, maar the Limping Man wist tot februari 2012 op vrije voeten te blijven. Het brein achter de MV Benjaminzaak is nooit gevonden.

GEHEIME MEETING
Enkele dagen na de ontdekking van de MV Benjamin was er een geheime bijeenkomst in het huis van politieagent Kofi Boakye. Met o.a. drugsbaronnen Tagor en Emmanuel besprak Boakye hoe de situatie naar hun hand te zetten. Het gesprek werd opgenomen, en Tagor en Emmanuel werden hierdoor veroordeeld tot 15 jaar celstraf. In 2009 werden ze, na een wisseling van de politieke macht, vrijgesproken. Boakye is nooit veroordeeld. Hij werd zelfs benoemd tot hoofd van de politieschool.

Op dit moment houdt Emmanuel kantoor in Tema. Aan zijn muur hangen posters van vissen, want “ik ben een gewone visser, geen drugsbaron”, zo laat hij weten. Zijn kantoor – met vergulde pennenbakken en een rode vloerbedekking – is echter ‘om persoonlijke redenen’ zwaar beveiligd. Voor de ingang hangen meerdere bewakingscamera’s. Wie echter de link met drugshandel durft te leggen, kan rekenen op meerdere telefoontjes van Emmanuel. “Zulke roddels zijn slecht voor mijn visserszaken.”

De naam van Emmanuel is op zijn verzoek aangepast.

Elk jaar een schandaal
Meer dan een kwart van de cocaïne die in Europa wordt gesnoven, komt uit West-Afrika. Dat blijkt uit onderzoek van de Verenigde Naties. Niet dat er in Afrika cocaplanten groeien, de plantages bevinden zich in Zuid-Amerika. Maar de drugs die van daaruit Europa binnenkwamen, werden steeds vaker in beslag genomen. Daarom zochten kartels uit Venezuela, Colombia en Mexico een nieuwe, minder risicovolle route. Met oude vrachtvliegtuigen, container- en vissersboten en kleine onderzeeërs brengen ze hun partijen coke naar Afrikaanse landen met poreuze grenzen en omkoopbare wetshandhavers. Daarvandaan gaan de drugs over land (via Mali en Marokko naar Spanje), over zee (via Ghana naar Antwerpen of Amsterdam) of per vliegtuig (via Ghana en Nigeria naar Amsterdam of Londen) in kleinere partijen naar Europa. Hoeveel kilo’s er exact via het continent gesmokkeld worden, is onbekend. De schattingen variëren van 30.000 tot 250.000 kilo per jaar, met een totale waarde van 3 tot 14 miljard dollar.

“Elk jaar is er hier wel een drugsschandaal”, zegt dr. Kwesi Aning. Dan weten de media hem altijd te vinden, vertelt de directeur onderzoek van het Kofi Annan International Peacekeeping Training Centre. Hij is er maar druk mee, daarom wil hij alleen om zeven uur ’s ochtends geïnterviewd worden – voor de rest van het land uit de veren is. “In 2004 vond de politie 675 kilo cocaïne in het koel- en vrieshuis van een zakenman met een goede reputatie “, zegt Aning. “In 2005 hadden we het incident met parlementariër Amoateng. In 2006 volgde het grootste coke-schandaal in de Ghanese geschiedenis, de MV Benjaminzaak (zie kader). In 2009 betrapten we deorganisator van de Ghana Fashion Weekmet 5 kilo cocaïne verstopt in uitgeholdeyams (aardwortels, red.), en vorig jaar bleek cocaïne dat als bewijsmateriaal diende in een rechtszaak ineens in baksoda te zijn veranderd.” Daar waren de plaatsvervangende directeur van de Criminele Inlichtingen Dienst en het toenmalige hoofd van de narcotica-eenheid bij betrokken. Laatstgenoemde was de enige met een sleutel van de kluis waarin de cocaïne was opgeslagen. Onderzoeker Aning: “Dit zijn de meest opvallende incidenten, moet je je voorstellen hoeveel onopgemerkte zaken van individuele bolletjesslikkers er nog zijn.”

“Ach, ieder land heeft zijn rotte appels”, reageert een hooggeplaatste politiechef desgevraagd. “Cocaïnehandel is geen echt probleem hier.” Ook de baas van de Criminele Inlichtingen Dienst ziet geen reden om drugsbestrijding hoger op de agenda te zetten. Ghana heeft een speciale eenheid voor de aanpak van drugssmokkel: Narcotics Control Board NACOB. De vertegenwoordiger van de eenheid is echter niet bereikbaar voor commentaar. Het is net bekend geworden dat het hoofd van de beveiliging van Ghana’s voornaamste vliegveld is gearresteerd in verband metheroïnesmokkel naar de VS. In ruil voor 10.000 dollar hielp hij een koerier door de douane. “We hebben een groot probleem in Ghana”, zegt dr. Aning die middag op vier verschillende radiostations.

Bolletjes op krediet
Een andere Ghanees die in het buitenland is gearresteerd, is Michael. Hij belandde tien jaar geleden in de gevangenis in Amsterdam. “Hij wilde een auto kopen en als taxichauffeur werken, maar had geen startkapitaal. Daarom kreeg hij cocaïnebolletjes op krediet”, vertelt zijn zus Caecilia in een hotel in havenstad Tema. Met haar boblijnpruik en roze mantelpakje is ze een opvallende verschijning. Bij de vraag of haar broer de coke kreeg van drugsbaron Emmanuel, berucht vanwege de eerdergenoemde MV Benjaminzaak, trekt ze wit weg. Ze grijpt haar portemonnee, kwakt te veel geld op tafel en vertrekt zonder haar Fanta op te drinken. ’s Avonds stuurt ze een sms’je dat ze niet meer wil praten.

Het was dom om Caecilia in het desbetreffende hotel te ontmoeten, zo legt een jeugdvriend van Emmanuel uit tijdens een tour langs de Ghanese kust. Hij wijst de hotels aan die de afgelopen tien jaar met crimineel geld uit de grond zijn gestampt. De eigenaar van het hotel in Tema vloog op en neer met drugs van Emmanuel. “Daarom zal hij altijd loyaal aan hem blijven, en moet je in zijn omgeving niet over Emmanuel praten.” Money is blood, zo luidt een bekend Ghanees spreekwoord. “Als jij iemand geld geeft, leidt dat tot een eeuwige band. Drugsbaronnen gebruiken een deeltje van het geld om hun familie en hun gemeenschap te helpen, en kunnen rekenen op eeuwige bescherming.”

Trotse familie
“Het probleem van de drugsmokkel in Ghana is dat Ghanezen vinden dat het helemaal geen probleem is”, vertelt dr. Kwesi Aning. “Als een neef naar Nederland gaat, daar zes maanden blijft en bij thuiskomst het familiehuis repareert, een eigen woning bouwt en een nieuwe auto koopt, dan is de hele familie trots. Het maakt niet uit hoe hij zijn geld heeft verdiend.”
Drugssmokkel lijkt minder erg dan gedwongen prostitutie of corruptie, omdat de verkopers hun waar vrijwillig én voor een goede prijs verkopen. De rijke westerling betaalt, niet de arme burger. “En de agent die 100 euro krijgt om een oogje toe te knijpen komt blij thuis.”

Toch vormt de toenemende drugshandel een gevaar voor de stabiliteit van West-Afrika, zo blijkt uit onderzoeken van onder meer de VN, verschillende Wikileaks-cables en The Cocaine Trail-serie van The Guardian. Ten eerste komen er, in een land waar drugs passeren, automatisch ook drugsgebruikers. Volgens de UN Office on Drugs and Crimeis nu minder dan 1 procent van de bevolking in West-Afrika verslaafd aan cocaïne. In doorvoerlanden Nigeria en Ghana gebruikt al 2,3 procent van de mannen. “Dat zijn er meer dan er van de handel profiteren”, benadrukt dr. Aning. “Onze gezondheidszorg is er niet op toegerust om al die verslaafden op te vangen. De meeste gebruikers belanden nu in gevangenissen.”

Daarnaast is er een duidelijke samenhang tussen de handel in drugs en de hoeveelheid geweldsdelicten in een land. Volgens het Africa Centre for Strategic Studies steeg het aantal moorden in Guatemala tussen 2004 en 2008 met 50 procent, parallel met de hoeveelheid getransporteerde drugs. Ook de corruptie neemt toe. Toen Jamaica de belangrijkste drugsdoorvoerhaven naar de VS werd, daalde het land meer dan vijftig plaatsen op de anti-corruptieranglijst van Transparency International.

Drugsbaron als president
In Ghana ontstaat op dit moment een nieuwe klasse van hoogopgeleide drugsentrepreneurs met warme banden met politici, rechters, politieagenten en ambtenaren, zo waarschuwde het Centre for Strategic and International Studies twee jaar geleden. Drugsbaronnen injecteren cocaïnegeld in onderontwikkelde gebieden waar formele regeringsstructuren grotendeels afwezig zijn, en zwengelen zo de patronagemachine aan. In ruil voor zijn gunsten, zijn de inwoners van zo’n gebied de drugsbaron trouw en verlenen ze hem diensten. “De combinatie van criminele activiteiten en een patronagesysteem leidde in Colombia en Italië tot het ontstaan van de mafia”, zegt dr. Aning. “Als dit zo doorgaat hebben we straks een drugsbaron als president.”

Gloria (niet haar echte naam) bevestigt dat. Jaren geleden verbrak ze haar relatie met een neef van voormalig president Kufuor omdat die betrokken was bij cocaïnehandel. “Ik bleef om me heen kijken en ontdekte dat veel meer hooggeplaatste figuren betrokken zijn bij drugshandel.” Ministers smokkelen niet zelf, zegt Gloria. “Daar hebben ze hun mannetjes voor. Wordt zo’n mannetje opgepakt, dan belt de minister naar het politiebureau. Geen agent die dan weigert om de smokkelaar vrij te laten.”

Er zijn meer aanwijzingen voor drugshandel door Kufuor en consorten. Nadat de tot Kufuors partij behorende parlementariër Amoateng was opgepakt in de VS, ontdekte Narcotica-eenheid NACOB dat een tussenpersoon van Amoateng ‘donaties verstuurde’ aan de liefdadigheidsstichting van Albert Kan Dapaah, de toenmalige minister van Communicatie. De minister ontkende alle betrokkenheid bij drugshandel, maar verschillende onderzoekers stellen dat de Kan Dapaah Foundation werd gebruikt om drugsgeld wit te wassen. Op het moment dat NACOB hier verder onderzoek naar wilde doen, verwisselde president Kufuor zijn ministers. Kan Dapaah werd bevorderd totminister van Binnenlandse Zaken, waaronder ook NACOB valt. Het onderzoek naar hem werd afgebroken, de betrokken agenten op non-actief gesteld.

Ook in Wikileaks-cables van de Amerikaanse ambassade in Accra wordt gerept overdrugsactiviteiten binnen Kufuors regering. “Maar denk niet dat er alleen bij de deze partij drugsbaronnen rondlopen”, waarschuwt Gloria. “Echte drugshandelaren zijn niet zo dom om al hun fiches op één partij te zetten. Onder Kufuor werden de drugsbaronnen in de grote MV Benjaminzaak veroordeeld. Dat moest wel, want er was internationale aandacht voor. Zodra de oppositie aan de macht kwam, werden deze mannen vrijgesproken. Rara, hoe kan dat?”

Eric komt terug
Op 31 januari jongstleden vond in hoofdstad Accra de eerste bijeenkomst plaats van deWest Africa Commission on Drugs. De door de Kofi Annan Foundation opgerichte commissie wil aan het einde van dit jaar een beleidsadvies geven waarmee de Afrikaanse landen gezamenlijk de strijd tegen drugs kunnen voeren.

Dr. Aning hoopt dat de Commissie de instituties en de regeringsleiders eens goed onder de loep neemt, anders zal drugshandel in Ghana blijven groeien. “Regeringsleiders die Ghana bezoeken, prijzen de president. Dat komt doordat Ghana een donor darling is, een modelland in Afrika.” De Amerikaanse ambassade strooide met complimenten toen wijlen president Mills zichzelf tijdens zijn eerste overzeese reis onderwierp aan eenuitgebreide inspectie door de douane. “En vervolgens zitten diezelfde westerse leiders bezorgd bij mij op de bank om Ghana’s groeiende drugsprobleem te bespreken.” Die houding stoort Aning, die opmerkt dat Mills tijdens zijn regeringsperiode niet één grote drugsbaron heeft aangepakt. “Ik snap dat politici hun leven niet in gevaar willen brengen, maar Mills wist dat hij stervende was. Hij had meer kunnen doen. Westerse politici hadden hem daarop moeten aanspreken. Op deze manier wordt de publieke ruimte om over ons drugsbeleid te spreken steeds kleiner.”

In het dorp Busunya malen ze daar niet om. Daar zijn ze blij, omdat het US Bureau of Prisons net heeft aangekondigd dat Eric Amoateng op 30 juli 2014 vrijkomt. “Ik ga weer op hem stemmen”, zegt Nicholas ‘O Yes’ Duodo enthousiast. Hetzelfde geldt voor boer Abyeiku. “Nu is een partijgenoot van Eric aan de macht, maar die doet – in vergelijking met Eric – erg weinig. Twee maanden geleden is Eric’s straatnaambordje weggewaaid. Hij heeft het niet eens vervangen.”

Juryrapport

‘ Terlingen doet research met hart en ziel en op locaties die, op zijn minst, als niet heel veilig kunnen worden beschouwd. ’

Sanne Terlingen

De jury constateert dat de kwaliteit van de inzendingen voor De Tegel “Talent” van een hoog niveau is! Iemand die daar zeker aan bijdraagt is Sanne Terlingen. Voor iemand die al zoveel stof heeft doen opwaaien, is het opmerkelijk dat ze nog in aanmerking komt voor de talentenprijs. Je zou eerder vermoeden hier te maken te hebben met een zeer ervaren collega.

Ze schrijft over veel verschillende zaken en kiest er voor om niet de makkelijkste verhalen tot op de bodem uit te zoeken en op een toegankelijke en eigen wijze op te schrijven. Ze doet research met hart en ziel en op sommige  momenten op locaties die, op zijn minst, als niet heel veilig kunnen worden beschouwd. Daarmee laat ze keer op keer zien niet bang te zijn en vol voor het echte verhaal te gaan. Daarmee toont ze aan uit het juiste journalistieke hout gesneden te zijn.

Dat alles maakt dat de jury haar vol overtuiging voordraagt voor de Talentprijs van De Tegel.