Nooit kletsen, liever scheuren

Als je van de kanaalstreek bent, gebeuren er soms dingen in je leven die je niet wilt. Dat geldt ook voor de 18-jarige Michael S. Problemen thuis, gezocht voor joyriding en rijden zonder rijbewijs. Een achtervolging door de politie eindigt in een fatale klap tegen een boom.

Door

Ana van Es namens de Volkskrant

‘Hé,die heeft haast’, denkt Harry Paalman als hij een grijze auto langs ziet flitsen, gevolgd door een politieauto met blauw zwaailicht. Het is woensdag 29 augustus kwart over één, de familie Paalman zit aan de middagmaaltijd. Politieachtervolgingen zijn niet gebruikelijk hier, in de Begoniastraat in het Drentse dorp Nieuw-Buinen.

Binnen luttele minuten vult de straat, met zijn vrijstaande woningen en riante tuinen, zich met meer politieauto’s, een ambulance. Ze spoeden zich naar het einde, waar de grijze auto inmiddels frontaal tegen een boom is geknald. Als ook een lijkwagen arriveert, besluit Paalman verder niet te gaan kijken.

Achter het stuur van de grijze auto zit de 18-jarige Michael S., ‘Mongol Molle’ voor intimi. Hij is vrijwel op slag dood. De agenten die hem zo pas nog op de hielen zaten, proberen de tiener te reanimeren, maar dat mag niet meer baten.

De Rijksrecherche onderzoekt in hoeverre de agenten die betrokken waren bij deze fatale achtervolging volgens de regels hebben gehandeld. Na het incident met de ‘filefuik’ waarbij in oktober vorig jaar een automobilist omkwam, is dit de tweede keer in nog geen jaar tijd dat de politie zich moet verantwoorden voor een achtervolging die uitmondt in een verkeersongeluk met dodelijke afloop.

De politie zoekt Michael voor joyriding en rijden zonder rijbewijs. Als de agenten hem in het vizier krijgen, is hij al bijna een dag onvindbaar. Dinsdagavond vertrekt hij in de grijze Renault Scenic van zijn opa en oma, die in het Groningse dorp Sellingen wonen, ruim 20 kilometer ten oosten van Nieuw-Buinen.‘Hij reed goed’, zegt een omwonende die niet met zijn naam in de krant wil. ‘Zo gaat dat als je het leert op je 14de.’

Michael maakt geen plezierritje. In het huis in Sellingen heeft zich zojuist een drama afgespeeld. Kleinzoon heeft een woordenwisseling gehad met opa en die loopt verkeerd af. Na de ruzie is opa met een ambulance afgevoerd, bevestigt een woordvoerder van het Openbaar Ministerie, die ‘om privacyredenen’ niet wil zeggen wat de man mankeerde. Ze zegt wel dat Michael in dit verband nergens van wordt verdacht. Opa zal later in het ziekenhuis overlijden.

‘Hij vertrok met de auto door wat er gebeurd is met opa’, zegt Michaels beste vriend Anton, die hem nog sprak toen hij op de vlucht was. Opa en oma waren Michaels reddingsboei in het leven. Sinds afgelopen najaar woonde hij bij hen in huis. Het is een noodgreep: zijn ouders zijn uit elkaar gegaan toen hij nog jong was, de familiebanden zijn gecompliceerd. Bij zijn moeder in Nieuw-Buinen kan hij niet langer wonen. ‘Opa en oma deden echt alles voor hem’, zegt vriendin Annemiek Koper (17).

Dinsdagnacht daagt het de kameraden van Michael dat er iets grondig mis is. Jan Schoenmaker(23) uit Sellingen krijgt geen enkele reactie op de sms’jes die hij aan zijn maat stuurt. En dat is raar. ‘Want wij sms’en de hele dag door. We waren altijd samen.’ Hij leerde Michael kennen op een feestje – kneep die zijn vriendin in de billen. Wist Jan gelijk: dat is een leuke gozer.

De problemen thuis, daar praatte Michael niet over. ‘Hij kletste nooit’, zegt Jan. Liever raceten de jongens samen door de Veenkoloniën, in de gepimpte Volkswagen Jetta van Jan. Autorijden kon Michael als de beste, ook al had hij nog geen rijbewijs. Had-ie geleerd in de auto van zijn vader. ‘Spiegels en de dode hoek vergat hij soms wel eens. Maar ik durfde hem zo het stuur in handen te geven.’

Michael was een bekende van de politie. ‘Het is een jongen van 18 en iemand van de kanaalstreek’, zegt een vriend uit Stadskanaal die anoniem wil blijven. De kanaalstreek, zo noemen ze hier het hart van de Veenkoloniën: Nieuw-Buinen, Stadskanaal. Als je van de kanaalstreek bent, wil hij maar zeggen, dan gebeuren er soms dingen in je leven die je niet wilt.

Rondkwart over één op woensdagmiddag zien politieagenten de als vermist opgegeven Renault Scenic rijden op de Buinerstraatweg, langs de rand van Nieuw-Buinen. Ze draaien om en zetten de achtervolging in, langs twee tankstations, over een rotonde, een woonwijk in. Michael kent het dorp goed, want hier is hij opgegroeid.

Op de Begoniastraat rijdt Michael met ‘hoge snelheid’ en vertoont hij ‘vreemd stuurgedrag’, meldt het OM. Daar waar de weg naar links afbuigt, het dorp uit, rijdt de Renault Scenic rechtdoor, de bosjes in. ‘De politie zat zeker niet vlak achter hem’, zegt Harry Paalman. In de bosjes zijn nergens remsporen te zien.

Uren na het ongeval, als de lijkwagen en het bergingsbedrijf zijn vertrokken, peuteren zijn maten de achtergebleven bumperresten uit de boom. Jan bedenkt hoe trots opa en oma altijd waren op hun nieuwe auto, die door hun kleinzoon glanzend werd gepoetst, en hoe makkelijk het zou zijn geweest om te remmen en linksaf te sturen. ‘Maar zo was Molle: eerst doen, dan denken.’

 

De boer met het grote geheim

Door

Ana van Es namens de Volkskrant

Na afloop van het dna-onderzoek stapte melkveehouder Jasper S. (45) ruim een maand geleden het dorpscafé van zijn woonplaats Oudwoude binnen. Nuchter, niets aan de hand. S. en drie vrienden hadden zojuist wangslijm afgestaan. Ze deden dat vrijwillig, net als achtduizend andere Friese mannen, in de hoop dat eindelijk de verkrachting en moord op de 16-jarige Marianne Vaatstra kon worden opgelost.

Aan de bar praatte het viertal nog even na over het dna-onderzoek. ‘Heel kort’, herinnert café-eigenaar David de Haan zich. Voor deze mannen van het Friese platteland waren er belangrijker zaken te bespreken dan een onopgelost misdrijf van dertien jaar geleden. ‘Al snel ging het weer over koeienhandel. Boerenpraat.’

Afgelopen zondag werd S. door de politie aangehouden voor de moord op Marianne Vaatstra. Het dna dat hij heeft afgestaan, komt volgens onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) overeen met lichaamsmateriaal van de dader dat is aangetroffen op het lichaam van het meisje. Het weiland waar Marianne is gevonden, ligt hemelsbreed nog geen 3 kilometer van de boerderij van S., bij het naastgelegen dorp Veenklooster.

‘Hij kwam hier vaak’, zegt buurvrouw Marijke Jansma, terwijl ze het erf van haar boerderij op loopt. ‘Mag ik even een betonmolen lenen, zulke vragen. Heel normaal allemaal.’ Getrouwd, vader van twee kinderen, een bijna volwassen zoon en dochter. Zijn echtgenote al jaren actief bij de plaatselijke gymnastiekvereniging. Ze kwamwel eens bij hen thuis. ‘Degelijk.’ De familie S. is christelijk, zit bij de gereformeerde kerk. Dat valt op in Oudwoude: de meeste gereformeerden wonen een paar dorpen verderop.

Jansma’s 10-jarige dochter zegt dat het niet waar is.De buurman die altijd zo aardig zwaaide, dat kan niet de moordenaar van Marianne zijn. Zelf ziet Jansma het somber in. ‘Het is de realiteit, natuurlijk.’ Ze hoort de verhalen rondgaan op het schoolplein van haar kinderen: als S. drinkt, zou hij soms niet meer weten wat hij doet. Daar gelooft ze niet in. Marianne is immers seksueel misbruikt voor haar dood. ‘En als je zo dronken bent dat je niet meer weet wat je doet, krijg je je frikadelletje ook niet meer omhoog.’ Die keer op dat feestje, dat weet ze nog wel. ‘Toen werd ‘ie ineens heel los en vrolijk.’

Jasper S. nam de melkveehouderij over van zijn ouders. Jarenlang woonden beide generaties samen op de boerderij; pas een paar jaar geleden verhuisde het oude echtpaar naar een huis op het dorp. Toen Marianne werd vermoord, was de toen 31-jarige S. al jaren getrouwd, waren zijn kinderen al geboren, zegt de overbuurman die niet met zijn naam in de krant wil. Het gezin is door de politie naar een schuiladres gebracht. ‘Voor de vrouw die achterblijft, vind ik het zo triest. Ze heeft dertien jaar lang met een moordenaar in huis gewoond.’

De overbuurman, zelf veertig jaar lang melkveehouder geweest, vraagt zich af wat er zal gaan gebeuren met de koeien van S. Straks moeten ze weer gemolken. De zoon des huizes wil de boerderij niet overnemen, weet hij. ‘Zijn leeftijd is geen probleem, kennis kun je inhuren. Maar als iemand dat niet wil, moet je dat niet opleggen.’ De vrouw van S. kan het vermoedelijk niet alleen af, peinst hij, zo zit het boerenbedrijf niet in elkaar.

In Zwaagwesteinde, het dorp waar Marianne Vaatstra opgroeide, wapperen vlaggen op enkele gevels. Iedereen koesterde hier jarenlang zijn eigen verdachte. Heimelijk, in stilte. ‘Iemand van wie je denkt: die voldoet wel echt aan het profiel’, zegt Doede van Kammen, eigenaar van de plaatselijke muziekzaak. Al die ideeën in het dorp, dat heeft ellende gegeven. Stel nu dat S. schuldig is. Stel dat. ‘Moet er dan een bloemetje naar het asielzoekerscentrum dat er niet meer is?’ Veel inwoners uit het dorp dachten jarenlang dat een asielzoeker de dader moest zijn.

De oudste kinderen van Vaatstra kennen Jasper S., zegt mevrouw De Roos onder het schoonmaken, dat maakt het zo triest. De regionale zender, Omrop Fryslân, staat aan. Het gaat over Jasper S. ‘Een gewone man’, zegt de nieuwslezer, uit een boerderij. ‘Midden in de mienskip’, volop in de gemeenschap. Zo zeggen ze dat hier.

Ze richt zich op, staat met de dweil in haar handen voor de televisie. ‘Mijn jongste zoon was toen 18’, zegt ze dan. ‘Marianne was 16. Het was hetzelfde vriendenclubje. Daarom blijft het altijd tussen je oren zitten.’De geruchten zijn nooit meer weggegaan uit het dorp. De opluchting: dat stopt nu. ‘De vlag kan uit. Maar in Oudwoude moet de vlag halfstok.’

De café-eigenaar van Oudwoude laat het zien op zijn computer. Google maps. De route vanaf het weiland waar Marianne is gevonden. Hij weet niet of het zo is gegaan natuurlijk, maar het zou kunnen. Langs de slootkant, de weg over, via een ruiterpad zo naar de boerderij van S.,nog geen half uur lopen. ‘Als hij daar langs is gegaan, heeft niemand hem ooit kunnen zien.’

 

‘Merthe bedankt’, roepen duizenden jongeren

‘In Haren is geen feest’, is de strategie van burgemeester Bats. De koopavond gaat vrijdag gewoon door. De politie is op alles voorbereid. Maar toch niet op duizenden jongeren die een grimmige slag in Haren ontketenen. ‘Die uitnodiging circuleerde al twee weken op Facebook. Als je dan niet iets anders organiseert, faal je als gemeente.’

Door

Ana van Es namens de Volkskrant

De politie in Haren was op alles voorbereid, maar dit zagen ze niet aankomen: een feest dat uitmondt in een massaal straatgevecht. Duizenden jongeren die het centrum van het dorp bezet houden, terwijl de Mobiele Eenheid urenlang nagenoeg machteloos moet toekijken omdat ze met te weinig zijn om de rellende menigte te verjagen.

De slag om het villadorp begint met gezang. ‘We gaan nog niet naar huis, nog lange niet.’ De jeugd zingt steeds meer uit de maat, denkt Wim Thies (80) in zijn chique appartement aan de Jachtlaan. Het is vrijdagavond, acht uur. Hij kijkt naar buiten en schrikt. Waar een uur geleden nog enkele tientallen jongeren onder zijn raam stonden, zijn het er nu honderden. ‘Ineens zoveel nieuwe mensen erbij. Dat is raar.’

Ze komen uit heel Nederland naar Haren door een oproep op Facebook. De uitnodiging voor het verjaardagsfeestje van de 16-jarige Merthe uit het dorp is digitaal gekaapt door onbekenden die in Haren een reuzefeest willen bouwen bij haar ouderlijk huis aan de Stationsweg. Soortgelijke Facebookfeesten zijn in het buitenland op rellen uitgelopen. Ook in Haren vreest het gemeentebestuur voor escalatie.

In het crisiscentrum op het gemeentehuis volgt burgemeester Rob Bats (VVD) de ontwikkelingen op de voet. Zijn strategie is eenvoudig: ‘In Haren is geen feest.’De Stationsweg is uit voorzorg afgegrendeld. Merthe en haar familie zitten ondergedoken. Jongeren die toch naar het dorp komen, zullen worden opgevangen op een oud voetbalveld zonder vertier. Een ondernemer heeft aangeboden hier een feest te organiseren, maar Bats verbiedt dit. ‘Te riskant.’ Het zou enkel meer jeugd trekken.

Op het onbemensde NS-station van Haren staan drie agenten. Ze kijken toe hoe elke trein uit Groningen en Assen een lading jongeren aflevert, soms met een sixpack bier onder de arm. De politie dirigeert ze niet naar het voetbalveld, maar staat toe dat ze aftaaien richting Stationsweg, waar Merthe woont. De politie kiest voor een ‘vriendelijke, low profile’-benadering zolang het mogelijk is, zal korpschef Oscar Dros later zeggen. En in Haren is de sfeer dan nog gezellig.

‘We komen voor het feest’, zeggen twee tieners uit Gouda tegen Rolf Voorraab, die een jarendertigvilla bewoont die kenmerkend is voor de welgestelde buurt rondom het station. ‘Waarom kom je voor een feestje helemaal uit Gouda naar Haren?’ vraagt Voorraab verbaasd. De jongens weten dat zelf eigenlijk ook niet, maar trekken toch in de richting van de Stationsweg.

Een motoragent bewaakt het kruispunt bijna pal voor zijn huis. ‘Een vriendelijke man. Moederziel alleen.’ Die heeft versterking nodig, denkt Voorraab. Maar de agent blijft alleen op zijn post, geconfronteerd met een groeiende menigte jongeren die agressiever wordt. Als de agent wil vertrekken, gooien ze zijn motor om. De politie heeft onvoldoende mankracht om het door de gemeente opgelegde alcoholverbod te handhaven.

In Haren is het koopavond. Bij Grand Café Intermezzo in de winkelstraat, pal naast het gemeentehuis, hebben ze geen idee van wat er te gebeuren staat. ‘Er komen maximaal driehonderd man, dat dachten we’, zegt serveerster Jeanet Groenewold. Maar om 8 uur ontstaat voor de deur ineens een file: toeterende auto’s met jongens op de motorkap. Bij Intermezzo weten ze genoeg: ‘We gaan dicht, en snel.’ Het personeel blijft binnen schuilen.

Rond half negen escaleert de situatie bij een politieblokkade op de kruising van de Stationsweg en de Jachtlaan. Jongeren proberen door de dranghekken te breken, op weg naar het huis van Merthe. Het regent glas en stoeptegels. Vuurwerk gaat de lucht in. Een auto brandt uit. De politie is verbijsterd; dit zag niemand aankomen. ‘Platte petten moesten vechten voor hun leven’, zegt korpschef Oscar Dros later. De ME wordt ingeroepen om de orde te herstellen, maar vooralsnog maakt die nauwelijks kans.

Wim Thies doet het licht in zijn appartement uit. De oudere man woont alleen. Hij vreest dat de relschoppers hem overvallen als ze hem zien. ‘Je weet niet wat er gaat gebeuren.’ Hij luistert hoe de relschoppers de tuin van het appartementencomplex binnenstormen, zijn heg en vlaggenmast vernielen. Het wordt Thies te veel–hij doet zijn gehoorapparaatje uit. ‘Ik wilde het niet meer meemaken.’ Een straat verderop wordt een 84-jarige man in zijn eigen huis zwaar mishandeld door relschoppers.

Om 21.15 uur veegt de ME het kruispunt bij de Stationsweg schoon. Maar het lukt niet om de menigte van drie- tot vijfduizend man het dorp uit te drijven: de jongeren verplaatsen zich naar het winkelcentrum, bij de kerk. Dat is niet de bedoeling, erkent korpschef Dros. De situatie is voor de politie ‘onoverzichtelijk’. Het ‘opschalen naar de ME’ duurt lang. Versterking moet van ver komen: Twente, Gelderland, Noord-Holland.

Bij de familie Van Ark vliegen twee stenen door het raam. ‘Wat zal papa zeggen als hij straks thuiskomt?’, vraagt dochter Ulrike (15). Haar moeder is bang: ze is alleen met de kinderen. Verbijsterd kijkt de familie toe als ook de ruiten sneuvelen bij de Albert Heijn tegenover hun huis. De winkel wordt geplunderd; de barrière van honderden winkelwagentjes op straat bieden de relschoppers nog meer voorsprong op de ME.

Kunsthandelaar Paul Heikens zoekt dekking in de bosjes achter de supermarkt. ‘Qua jankerigheid val ik mee. Maar ik ben nog nooit in mijn leven zo bang geweest.’ Hij vreest een klap van de ME die de straat terugverovert, maar vooral de relschoppers, die hij herkent als de Z-side van voetbalclub FC Groningen. Elke discipline heeft zijn eigen kledingcode, weet hij. ‘Als je naar een gala gaat, weet je wat je aan moet. Deze jongeren weten dat ook. De kraag omhoog, een petje, een stevige jas, alles om geen glas in je nek te krijgen. Dit zijn professionele relschoppers. Ze weten wat ze doen.’

Bij de galerie van Heikens dansen de jongeren op de voorpui. Op straat vormen ze een onverzettelijk front, dat in het centrum bijna twee uur standhoudt. ‘Waar is dat feestje, hier is dat feestje!’ scanderen ze bij duizenden, en ‘Merthe bedankt!’ Ze bekogelen de politie met glaswerk, stoeptegels, trottoirbanden en fietsen. Als de politie eindelijk op sterkte is en de ME uitgebreid met arrestatieteams, staan vijfhonderd agenten tegenover vijfduizend jongeren.

Het crisisteam belt de NS: kan het treinverkeer stilgelegd? Eerder vond de gemeente deze maatregel te zwaar. ‘Treinen zet je niet zomaar stil’, zegt burgemeester Bats. Dat heeft consequenties voor omringende plaatsen Assen en Groningen. Op dit late tijdstip kan de NS alleen nog de trein van tien over half elf uit de planning halen. Bats, nog maar vier maanden geleden benoemd in Haren, besluit het aanbod af te slaan. De trein loopt binnen, met aan boord meer jongeren.

‘Dit is het grootste feestje dat we ooit hebben gezien’, zeggen twee jongens uit Friesland, die rond middernacht een praatje aanknopen met Voorraab. Op straat fakkelen de laatste fietsen af, maar hij durft de tuin al wel weer in. De Friese jongens zijn al uren op zoek naar het voetbalveld, ze hebben gehoord dat daar een feest is. Die uitnodiging op Facebook circuleerde al twee weken, verzucht Voorraab. ‘Als je dan niet iets anders organiseert, faal je als gemeente.’

Vlak voor enen weet de ME, geholpendoor een flinke hoosbui, de menigte uit het dorp te verdrijven. Terwijl de politie strijd levert met de allerlaatste relschoppers, neemt Haren de schade op in de met glas bezaaide straten. De medewerkers van Intermezzo komen terug om twee kapotte ruiten af te dekken. Na de plundering van de Albert Heijn zijn ze de straat op gevlucht. ‘We dachten: we moeten weg, voordat ze ook bij ons binnen staan’, zegt Groenewold.

‘Dit incident kent zijn precedent in Nederland niet’, stelt korpschef Oscar Dros zaterdagochtend. Burgemeester Bats heeft geen spijt dat hij geen alternatief feest heeft georganiseerd. ‘Dat had een nog grotere aanzuigende werking gehad.’Ook zijn inschatting van de situatie ziet hij niet als verkeerd. ‘Dat je van het ergste scenario moet uitgaan, weet je pas achteraf.’

Buiten veegt de milieudienst glasrestenop. Bij de kerk kunnen de schoenenzaak en de ijssalon voorlopig niet open. Glaszetters rijden af en aan met noodruiten. Paul Heikens heeft ‘heel naar’ geslapen. ‘Ik dacht: het wordt puinruimen en de paar schilderijen redden die nog te redden zijn.’ Maar hij kan de manager van wijlen Herman Brood geruststellen: alles hangt nog aan de muur.

Op zaterdag patrouilleren in Haren nog steeds twee pelotons ME’ers uit de Randstad – vijftig man, aanzienlijk meer dan zich bij de Stationsweg ophield aan het begin van de grote feestavond. Ze houden streng toezicht als op het station veertig jongeren uit Groningen arriveren die op Facebook een oproep hebben gedaan om het grasveld waar de rellen uitbraken, op te fleuren met viooltjes. De 24-jarige initiatiefnemer, Maarten Snijder: ‘We willen laten zien dat je social media ook kunt gebruiken voor sympathieke dingen.’

Juryrapport

‘Van Es kan groot nieuws terugbrengen tot de menselijke kern. Uit deze bijzondere reportage blijkt dat zij ook het omgekeerde kan.’

Ana van Es

Ana van Es (1985) is correspondent van de Volkskrant in de noordelijke provincies. Zij maakte indruk met haar verslag van de reacties op de aanhouding van de vermoedelijke dader van de moord op Marianne Vaatstra in Oudwoude en Zwaagwesteinde en met de reportage over de rellen in Haren (Project X). Zij slaagt erin iets wezenlijks toe te voegen aan het nieuws, dat vaak al eindeloos ‘rondgepompt’ is. Zij is niet alleen feitelijk, maar voegt ook  reportage-elementen toe, met een goed oog voor details die er toe doen, waardoor de lezer meer inzicht krijgt in de situatie en de hoofdrolspelers. In Haren slaagt zij er in het verhaal onbevangen te vertellen vanuit verschillende invalshoeken zonder het overzicht te verliezen. Van Es kan groot nieuws terugbrengen tot de menselijke kern. Uit de bijzondere reportage over de dood van een joyrider blijkt dat zij ook het omgekeerde kan.