Winnaar ‘Pionier’
Een avond om nooit te vergeten
Wat voor een Engelse vriendengroep een bruisend partyweekend in Amsterdam had moeten worden, veranderde in een nachtmerrie. Dit is het exclusieve verhaal van vier twintigers, die slachtoffer werden van de coke-killer.
Ik ga nu, mama,’ zegt Joel terwijl hij in de deuropening van de woonkamer staat. Hij is zichtbaar opgewonden: nog even en hij zit met zijn drie beste vrienden in Amsterdam. ‘Doe je wel voorzichtig?’ vraagt zijn moeder hem nog. Joel geeft haar een kus en zegt dat hij zal opletten. Het is de laatste keer dat moeder Cathy haar zoon zal zien. ‘Je verwacht nooit dat zoiets gebeurt.’
Het is pas een paar maanden geleden dat de 22-jarige Joel McDevitt hier voor het laatst de deur uitliep. Onderaan de trap, vlakbij de deuropening, staat nu een ingelijst portret van moeder en zoon. Ze poseren arm in arm en hebben beiden een glimlach van oor tot oor.
Vandaag zijn er veel vrienden en bekenden over de vloer. Het huis is aardig gevuld, maar het ontbreken van Joel zorgt voor een onbeschrijflijke leegte. Cathy McDevitt zit met een traditionele cup of tea in haar nieuwe serre. De regen klettert zachtjes op het glazen dak. Ze kijkt uit op het grasveld achter haar huis waar een paar jochies aan het voetballen zijn, zoals Joel dat vroeger ook altijd deed. Met tranen in haar ogen vertelt Cathy over haar zoon. ‘Waar is dit? Waar ligt dat, mama? Hij belde me altijd, voor onbenulligheden.’ Ze is even stil. Met een brok in haar keel vervolgt ze even later: ‘Nu gaat de telefoon niet meer.’ Joel, Ash, Shane en Tom kennen elkaar al jaren. De jongens groeien op in Burnley, een pittoresk stadje op nog geen uur rijden van Manchester. Ze wonen alle vier bij elkaar om de hoeken, zitten op dezelfde school en voetballen samen. Er gaat geen dag voorbij dat de vrienden elkaar niet spreken.
De weken na de dood van Joel werd het uitgaanspubliek attent gemaakt op de dodelijke drug.
WEEKENDJE AMSTERDAM
Zoals zoveel jonge Britten wil het viertal een weekendje naar Amsterdam. ‘Het was tijd voor een korte break. En we wilden altijd al een keer naar Holland. We hadden gehoord dat je daar een te gekke tijd kunt beleven,’ vertelt vriend Ash in de tuin van het ouderlijk huis van Joel. Cathy: ‘De jongens zijn al bevriend sinds hun geboorte. Ze letten altijd goed op elkaar. Daarom was ik ook niet zo bezorgd.’
Op vrijdag 23 oktober, vlak na middernacht, stappen de jongens vol enthou- siasme in hun camper. Na een lange rit en een overtocht met de veerboot, rijden ze uiteindelijk ’s avonds laat Amsterdam binnen. De vrienden gaan gelijk aan het bier, maar ze zijn zo moe van de rit dat ze niet veel later aftaaien en besluiten te gaan slapen. Een hostel vinden valt vies tegen: alles wat ze proberen, zit al stampvol. Omdat ze toch genoeg ruimte hebben, besluit het viertal dan maar in hun camper te slapen in een parkeergarage bij de Arena. Daar kunnen ze drie dagen goedkoop parkeren. Bovendien zit het dichtbij het station, zodat ze zo makkelijk naar het centrum kunnen. Zoals bij de meeste (Britse) feestgangers staat niet Artis of het Rijksmuseum, maar het Amsterdamse nachtleven op de agenda. Ook de vier vrienden uit Burnley komen toch vooral naar de stad om uit hun dak te gaan. Nadat ze zaterdagmiddag een bezoekje brengen aan de Wallen, roken ze een paar jointjes in coffeeshop The Bulldog. De jongens leggen vervolgens een goeie bodem in restaurant New York Steakhouse op het Leidseplein. ‘Rond een uur of vijf gingen we terug naar ons busje. In eerste instantie was het plan de camper te verplaatsen naar het centrum, maar omdat we toen al een slok te veel op hadden, lieten we die bij de Arena staan,’ vertelt Ash. De jongens kleden zich om en nemen de trein naar het Centraal Station.
Eenmaal in het centrum slaan ze de ene na de andere halve liter achterover in cafés, waar de meeste Amsterdammers nog nooit van gehoord hebben. De vrienden hebben het naar hun zin en lopen al zwalkend door de binnenstad van Amsterdam. Op het Leidseplein trekt een poster met daarop de tekst: Unlimited free Vodka shots hun aan- dacht. Een dagelijkse kroegentocht langs verschillende bars en clubs rondom het Leidseplein. Zes gratis drankjes voor nog geen twintig euro en dan ook nog eens dertig minuten gratis Vodka shots. Het klinkt de jongens als muziek in de oren. Ash: ‘Dat leek ons wel wat. Het was onze laatste avond in Amsterdam en die wilden we goed benutten.’ Vrouwelijke deelnemers krijgen een gratis t-shirt, waarop in grote letters staat geschreven: A night you won’t remember, but never forget. Een tekst die later die avond een hele andere lading zal krijgen.
De jongens zijn eerder al een paar keer langs club Escape op het Rembrandt- plein gelopen. Ze spreken ’s middags al af om daar hun partyweekend af te sluiten, maar na de kroegentocht gaat het mis. ‘We verloren elkaar uit het oog. Tom en ik besloten terug te gaan naar ons busje,’ zegt Ash. De twee andere vrienden, Shane en Joel, blijven in de stad en houden vast aan hun oorspronkelijke plan. Ze begeven zich naar club Escape.
Terwijl ze richting het Rembrandtplein lopen worden ze meerdere keren aan- gesproken door schichtige straatdealers. De twee geven aan geen drugs te wil- len, maar na het zoveelste aanbod gaan ze toch overstag. ‘Een man vroeg of we cocaïne wilde kopen. Ik kan me niet goed meer herinneren hoe het precies ging, maar we snoven het op achter de Escape, bij het water,’ vertelt Shane in het bijzijn van de moeder van Joel. Ze zit op een bankje in haar tuin en steekt de ene na de andere sigaret op. Cathy luistert aandachtig naar het verhaal van de jongens.
Onderweg naar de Escape ging het mis. In de buurt van deze discotheek namen Joel en Shane een fatale dosis drugs.
WITTE HEROÏNE
Naast het hoge promillage aan alcohol zit er nu ook cocaïne in hun bloed. Wat Joel en Shane dan nog niet weten, is dat ze geen cocaïne, maar levensgevaarlijke, witte heroïne hebben gesnoven. Het duurt dan ook niet lang voordat een van de jongens zich flink beroerd be- gint te voelen. Shane krijgt moeite met ademhalen en zijn hart begint steeds langzamer te kloppen.‘Van dat moment kan ik mij eigenlijk weinig herinneren. Wat ik wel weet is dat ik eerder mijn bewustzijn verloor dan Joel.’
Shane valt op de grond. In tegenstelling tot zijn vriend merkt Joel op dat moment nog niets van de drugs. Hij denkt dat zijn maatje dronken is. Met zijn iPhone 4 maakt Joel nog een foto van hem. Shane ligt op dat moment in een onnatuurlijke houding met zijn hoofd tegen een Amsterdammertje. ‘Ik vind het moeilijk die foto te zien. Eerlijk gezegd wil ik er zelfs niet meer naar kijken. Het brengt alles terug van die bewuste nacht.’
Joel weet op dat moment nog niet dat Shane in een levensgevaarlijke toestand verkeert. ‘Hij maakte de foto waarschijnlijk voor de grap om vervolgens lachend door te sturen naar de anderen,’ vertelt Shane. Niet veel later wordt Joel zelf ook beroerd. Hij belandt uiteindelijk naast zijn vriend op de koude straatstenen van de Reguliersgracht.
Een voorbijganger ziet de twee jongens op de grond liggen en belt 112. Ze worden apart van elkaar overgebracht naar een ziekenhuis. Daar krijgen ze Narcan toegediend. Een medicijn dat wordt gebruikt om de effecten van een overdosis te neutraliseren. Joel voelt zich meteen een stuk beter en besluit het ziekenhuis te verlaten. Het leidt tot grote onvrede bij het verplegend personeel. Ze willen hem ter observatie houden, maar kunnen een patiënt nu eenmaal niet dwingen om te blijven. Niet veel later vindt een politieagent Joel in een park vlakbij het ziekenhuis. Hij ligt op een bankje en heeft amper kleren aan. Joel is er slecht aan toe, maar geeft nogmaals aan niet terug te willen naar het ziekenhuis. Het enige wat hij nu wil, is bij zijn vrienden zijn. De agent stemt in, maar als ze bij de Arena aankomen, is het busje met zijn maten onvindbaar. Joel kan niet duidelijk meer vertellen waar het busje precies staat geparkeerd en dus neemt de politieman hem mee naar het bureau.
HARTAANVAL
Ondertussen vecht Shane voor zijn leven in het ziekenhuis. Hij heeft net een hartaanval gehad en ligt nu op de intensive care. Tegelijkertijd verslechtert ook de toestand van Joel. Hij ligt inmiddels op een matrasje in een politiebureau in Amsterdam-Noord. Agenten controleren hem regelmatig en zetten zelfs een camera bij Joel neer om hem in de gaten te kunnen houden. Het mag allemaal niet baten. Joel sterft.
Ash en Tom weten op dat moment nog van niets. Ze liggen nietsvermoedend hun roes uit te slapen in het busje. Tot dat er ineens op de deur wordt geklopt. ‘Jullie vriend is dood. En Shane ligt op sterven, werd ons door agenten verteld.’ Ze moeten mee om het lichaam van Joel te identificeren. De jongens pakken slaperig hun spullen, nog niet beseffend wat er is gebeurd.
Diezelfde ochtend krijgt Cathy een telefoontje dat je als moeder nooit hoopt te krijgen. ‘Ik kon niets uitbrengen, begon te shaken. In eerste instantie dacht ik aan een auto-ongeluk.’ Met pijn in haar hart hoort ze aan wat de echte doodsoorzaak is. ‘Joel zou nooit heroine gebruiken, dat weet ik zeker.’ Op de vraag of Joel weleens vaker drugs gebruikte, reageert ze eerlijk: ‘Ik kan je niet zeggen of Joel cocaïne gebruikte hier in Burnley. Waarschijnlijk wel. Hij hield ook nogal van een biertje.’ Hoewel het niet veel had gescheeld, overleeft Shane de witte heroïne wel. De medisch specialisten zijn bang dat Shane het opnieuw aan zijn hart krijgt, dus vertellen ze het slechte nieuws niet meteen. Als hij weer wat stabieler is, krijgt hij Ash aan de telefoon. ‘Joel is dood.’ Shane’s hartslag stijgt zo snel, dat artsen hem weer direct in slaap moeten brengen. Shane moet een nog een paar dagen blijven. Zijn twee vrienden slapen noodgedwongen in het busje in de parkeergarage onder het ziekenhuis. Ze voelen zich verloren tussen de spullen van hun overleden vriend. De ouders van alle vier de jongens hebben ondertussen geen oog meer dicht gedaan. Ze wachten al dagen op de thuiskomst van hun zonen. Zelfs de moeder van Joel heeft nog stille hoop. ‘Je verwacht nog steeds dat hij gewoon levend binnen komt lopen.’ Na een paar zware dagen in het ziekenhuis mag Shane dan eindelijk met zijn vrienden terug naar Burnley. ‘De terugreis was verschrikkelijk. We hebben onderweg geen woord tegen elkaar gezegd.’ Cathy vult hem aan: ‘We zaten hier in de woonkamer te wachten. Het was woensdagmorgen. Ineens stonden ze daar in de deuropening. Ze vielen op de grond en begonnen alleen maar te schreeuwen. Horrible.’