Winnaar ‘Pionier’
Een man slaat niet met de vlakke hand
In december deelde Jils Buizer een klap uit aan een vervelende leerling. Gisteren stond de biologieleraar voor de rechter. Hoe een schoolreisje naar een Duitse kerstmarkt uit de hand liep.
‘We waren al bij Driebergen, bijna thuis. Hij zat links in de bus, ik stond nog half gebukt in het gangpad. Op dat moment haalde ik uit met rechts. Met gebalde vuist. Ik gaf een stomp, geen klap. Een man slaat niet met vlakke hand.” Drie dagen later stond in de krant: ‘64-jarige leraar slaat 15-jarige leerling op schoolreisje tand uit de mond’.
„Je overweegt dat niet. Op zo’n moment kijk je naar jezelf. Je kijkt naar hoe je doet, wat je denkt. Je neemt jezelf waar. Wat ik waarnam was een kwaadaardige man die een stomp gaf. Getergd.”
De voortuin van Jils Buizer (64) is die van een bioloog. Verwilderd, overgeleverd aan de natuur. Er staan boterbloemen, robertskruid, prikneus en, tegen zijn zin, een conifeer. De conifeer heeft iets doods, iets onvruchtbaars. Een bioloog heeft sympathie voor alles wat leeft; de pissebed, de zilvervis.
Buizer is een man met grijs haar en volle, donkere wenkbrauwen. Hij woont samen met zijn vrouw (36) en twee kinderen (10 en 8), zijn derde leg. Op een kilometer afstand staat het Herman Jordan Lyceum, een „vrij intellectuele” Montessorischool voor havo en vwo. Daar doceerde hij 36 jaar lang biologie. Met groeiende vreugde.
Dit jaar zou Buizer met pensioen gaan. Hij haalde de eindstreep net niet. Eerst werd hij geschorst en toen ontslagen. Aanleiding was het incident op 7 december 2011. Op de terugreis van een uitje naar de kerstmarkt in Essen sloeg Buizer een derdeklasser vol in het gezicht. De jongen had geweigerd een pak mergpijpjes van de grond te rapen. Het Openbaar Ministerie stelde een schikking voor: 80 uur taakstraf en 1.098 euro schadevergoeding wegens poging tot zware mishandeling. Buizer ging niet akkoord. Gisteren diende de zaak voor de rechter.
Een bioloog determineert. Hij bepaalt, stelt de soort vast aan de hand van bepaalde kenmerken. Maar hoe benoem je iets wat onverklaarbaar lijkt? Het subject is een incident dat het particuliere misschien niet overstijgt. Het is belangrijk, weet de bioloog, om niet te focussen op één kenmerk alleen, maar de hele soort in beschouwing te nemen.
Het is maart. De kerstverlichting hangt in huize Buizer nog in de kamerplant. De moeite van een kerstboom heeft Jils Buizer zich deze keer bespaard. Het incident heeft er flink ingehakt. Zijn dochter (10) is bang dat haar vader niet meer de Leukste Leraar van Nederland wordt gevonden. Zijn moeder (87) roept, boos op de school: „Je hebt toch altijd goed je best gedaan? Zal ik ze een brief sturen?”
Van alle bijtwonden door zoogdieren is de mensenbeet het gevaarlijkst. Het menselijk speeksel bevat menselijke bacteriën, die zijn iets te goed bestand tegen de menselijke afweer. Het vergroot het risico op infectie. Dat gebeurde bij Buizer. ’s Nachts voelde hij zijn hand opzwellen en begon hij flink pijn te doen. En voor het kerstdiner, konijn in bier gestoofd, had hij de ui nog niet zo fijn kunnen snijden als anders.
Hij ervoer het als uiterst gênant. Als je rondloopt met zo’n dikke hand denken mensen dat je verschrikkelijk hard geslagen hebt. De vuistslag, zegt Buizer, was wel hard, maar niet extreem hard. Om de vergelijking met handbal te maken: hij gebruikte niet de kracht die je nodig hebt om te scoren, maar de kracht om een ploeggenoot op afstand aan te spelen.
In alles lijkt Buizer op de typische leraar. Bevlogen verteller, onvoorwaardelijk stemmer op de PvdA. Hij was, denkt hij, de leraar die Plasterk bedoelde toen die als minister van Onderwijs het profiel van de ideale docent uittekende. De leraar die zijn vak goed heeft bijgehouden, meer weet dan in het schoolboek staat. En, in het geval van Buizer, het schoolboek soms corrigeert. Onder leerlingen gold Buizer als een wat vreemde, eigenwijze, maar populaire leraar. Een leraar die je weleens matst, waar je veel van mag. Te veel misschien wel. Het was een reputatie waar hij niet zo van hield. Populair wilde hij zijn om zijn lessen, niet om zijn gebrekkige talent voor autoriteit.
Leerlingen, vindt hij, zijn niet vervelender dan vroeger, maar het lijkt alsof er meer grote ego’s in de klas zitten. Kinderen die van hun ouders wel erg vaak hebben gehoord dat ze speciaal zijn. Een verhaal moet tegenwoordig wel heel erg leuk zijn voor ze om het vol te houden. Buizer merkt het zelfs bij de seksles voor de tweedeklassers: ze raken sneller verveeld, proberen te scoren over de rug van de leraar.
Seksles is een vreemd soort les. Ze hebben allemaal weleens porno gekeken, dus sommigen hebben een wat verwrongen beeld van de daad. Maar je wilt als leraar ook niet zeggen dat seks altijd alleen maar mooi is, ‘je moet er wel wat van maken’. Buizer gebruikt dus gewoon de termen ‘kutten’ en ‘neuken’, maar hij wil ook geen lacherige sfeer in de zin van: ‘Heb jij het ook weleens anaal gedaan?’ Dan durven de verlegen leerlingen alleen nog voor zich uit te kijken, bang dat anderen zien hoe ze reageren. Juist bij de seksles wil Buizer dat ze luisteren.
Het moment na de klap had de jongen hem verbijsterd aangekeken. Leraren slaan niet. Hij had zijn hand naar zijn bebloede mond gebracht, was opgestaan en naar voren gelopen.
Intussen was het muisstil in de bus. En net zo verbijsterd stond daar Buizer, op het middenpad. Strak van de adrenaline. Hij wist: hier is iets onherstelbaars gebeurd. Hardop zei hij, waarschijnlijk om zichzelf te troosten: „Ik ga toch bijna met pensioen”.
Stil bleef het, tot ze arriveerden, vijf minuten later. De bus parkeerde, Buizer ging er onder begeleiding als eerste uit. „Jullie zullen wel een andere biologieleraar krijgen”, had hij gezegd.
Misschien, denkt hij, was de school ook wel blij dat ze van hem af waren. Er was nog niet zo lang geleden een nieuwe schoolleiding geïnstalleerd. En voor een nieuwe directie zijn oudere leraren, mensen met een eigen status, niet de gemakkelijksten om te managen.
Buizer moest er ineens tijdens keuzeuren op toezien dat er werd gewerkt. Hij weigerde. Buizer had al jaren zijn eigen domein. Een reservaat voor leerlingen die niet wilden werken. Leerlingen die geen zin hadden, gingen naar Jils zodat het in de overige klassen juist rustiger was. De chaos die dat in zijn eigen klas creëerde, kon Buizer prima hebben. „Maar kijk niet in mijn gang”, had hij tegen de vorige rector gezegd. „Dat moet je niet willen zien.”
De reputatie van iemand die doordraait, had Buizer niet. Wel was er, in 2004, van een incident sprake geweest. Een brugklasser had geprobeerd vier pissebedden te verzuipen in een grote petrischaal. Buizer was op de jongen afgelopen en had hem met een duw naar achteren gewerkt. „Verdomme, zit geen dieren te kwellen!” schreeuwde hij luid. Misschien had de schoolleiding door dat incident gedacht dat hij een agressieprobleem had. Maar mensen moeten gewoon geen dieren kwellen waar hij bij is. Daarvoor is hij bioloog.
Je kunt het slecht aan hem zien als hij ergens mee zit, was hem na de klap verweten. Andere leraren veinzen desnoods kwaadheid, waarom hij niet? Maar Buizer wilde niet rood aanlopen om vervolgens in het middenpad van de bus te stampen. Iedereen weet: een leraar die rood aanloopt, is niet gevaarlijk meer. Dan is het moment van actie al voorbij en herstelt het lichaam zich. De temperatuur daalt, de extra warmte eruit. Rood worden in een bus vol met leerlingen is extreem vernederend voor een leraar.
Liever is Buizer in zulke situaties de man van de humor. Voelt hij kwaadheid opbroeien, dan probeert hij die om te zetten in een gewiekste grap. Tot aan het cynische toe. Zo hoorde hij eens een jongen uit de vierde tegen een niet zo vlot meisje zeggen dat ze lelijk was. ‘Gezien je uiterlijk moet jij het ook hebben van je aardigheid’, had Buizer gereageerd. ‘Dus ik zou me maar anders gedragen.’ Achteraf vond hij dat hij iets te ver was gegaan.
De laatste jaren kwamen zulke situaties juist nauwelijks voor. Meer dan ooit had Buizer het gevoel een thuiswedstrijd te spelen. Dat had te maken met zijn leeftijd. Was hij als leraar van dertig nog een soort grote broer, als veertiger, de leeftijd van hun vader, was het in de klas veel minder gezellig. Maar de laatste jaren genoot Buizer een vanzelfsprekend soort respect. Hij was niet bedreigend meer, hij kon hun opa zijn. Bij de sekslessen kon hij zeggen wat hij wilde. Zo oud en dan toch nog grappig! Buizer genoot ervan.
Ouderdom maakt ook kwetsbaar. Je wilt met respect worden behandeld en je bent aan je status gewend geraakt. Maar wat nu als sommige leerlingen dat spel niet wensen mee te spelen? Wie denken die leerlingen wel dat ze zijn?
Aanvankelijk zou Buizer helemaal niet meegaan op excursie. Maar toen er voor het reisje een lerarentekort dreigde, stemde hij in. Die woensdag, om tien uur ’s ochtends, vertrokken drie bussen vanaf het Herman Jordan Lyceum in Zeist richting Essen, twee uur rijden. Vijf derde klassen, 150 leerlingen, in elke bus drie docenten.
Buizer nam achterin plaats, op de allerlaatste bank. Hij wist hoe vervelend buschauffeurs het vinden als alle leraren voorin zitten. Achterin zitten de etters. Daar belanden de pakjes Fristi op de grond. En als een buschauffeur ergens een hekel aan heeft, zijn het melkzuurproducten in de bekleding van zijn bus.
Al snel begon het geklier. Vier jongens, twee en drie rijen voor hem, zaten voortdurend achterstevoren in hun stoel. Hij riep ze herhaaldelijk tot de orde, toch bleven ze elkaar klappen geven. Ze zongen ‘Alle Duitsers zijn homo’s’. De hele bus zong mee.
Dat Buizer het viertal niet kende, maakt verschil, denkt hij. Leerlingen die les van je hebben, houden op tijd op met klieren. Ze beseffen dat ze de rest van het jaar verder met je moeten. Op de terugweg ging het geklier van het viertal door. Klappen uitdelen, benen uitsteken als een ander langsloopt. Toen een van de jongens een halfvolle colafles door de bus gooide, pakte Buizer de fles af.
Het liep al tegen negenen en het was donker in de bus toen Buizer de mergpijpjes op de vloerbedekking zag liggen. Een open pak met enkele stuks verspreid in het gangpad twee rijen voor hem. Buizer was opgestaan, was naar het gebak gelopen en had het spul in het dichtstbijzijnde kotszakje gedaan. Half gebogen wendde hij zich tot de jongen links naast hem en zei: ‘Hoe kom je nou zo stom om kleverig gebak mee te nemen?’
‘Hadden we gewoon zin in.’
‘Heb je nog meer verrassingen in petto?’
‘Ja, een fles icetea en een halve fles cola. Oh nee, die fles cola heb je afgepakt. Kun je die gelijk teruggeven?’
Het slachtoffer heeft hij nooit meer gesproken. Natuurlijk had Buizer spijt van zijn daad. Maar inmiddels kan hij er ook wel om lachen. ‘Jils gesignaleerd op de ijsbaan. Pas op je tanden!’ leest hij dan op Twitter.